Tegenwoordig dient u alle stopcontacten te beveiligen door middel van een aardlekschakelaar. Dit moeten er minimaal twee zijn, aangezien het niet verstandig is om alle groepen achter één aardlekschakelaar te plaatsen. Zou deze schakelaar worden uitgeschakeld, dan zou immers de gehele installatie spanningloos raken.
Er mogen op een 1 fase groepenkast maximaal 12 groepen aangesloten worden. Per aardlekschakelaar is er een maximum van vier groepen toegestaan, zowel 2- als 4-polig. Elke installatie moet minimaal voorzien zijn van twee aardlekschakelaars én een hoofdschakelaar.
ANTWOORD: Volgens de NEN1010 mogen er MAXIMAAL 4 groepen achter één aardlekschakelaar 30mA. TOELICHTING: Bij een te hoge lekstroom wordt de aardlekschakelaar aangesproken. Wanneer je 5 of meer eindgroepen hebt is de som van de maximale acceptabele lekstroom zo hoog, dat deze waarde de schakelaar kan doen afslaan.
De 1 fase aardlekschakelaar wordt veelal gebruikt om 1 fase 230V installatieautomaten aan te sluiten. Deze schakelaar kan je makkelijk herkennen doordat deze wordt aangegeven met 2P. Wanneer je gebruik gaat maken van een krachtgroep is een 3 fase aardlekschakelaar nodig.
Het is niet verstandig om alle groepen achter één aardlekschakelaar te plaatsen. Dit, omdat dan de gehele installatie spanningloos raakt bij een aardlek. Het beste is dan ook om minimaal twee aardlekschakelaars toe te passen.
Bereken hoeveel groepen de groepenkast nodig heeft
Dit vanwege het toenemende aantal elektrische apparaten in huis en dus de toenemende vraag naar vermogen. De meeste groepen zijn overigens 16 Ampère en achter elke aardlekschakelaar mogen maximaal 4 groepen geplaatst worden.
Volgens de NEN1010 norm mag je maximaal maar 4 groepen plaatsen achter een aardlekschakelaar.
Wanneer u een 3-fasen hoofdaansluiting heeft moeten de groepen worden verdeeld over de drie verschillende fasen. Tegenwoordig raadt de NEN 1010 het gebruik van 4-polige aardlekschakelaars streng af, vandaar dat de drie fasen over de 2-polige aardlekschakelaars moeten worden verdeeld.
In woningen is meestal een 40A hoofdschakelaar voldoende. In krachtgroepen of industriële installaties wordt vaak voor 63A gekozen. Er is in woningen altijd maar één hoofdschakelaar nodig. De groepenkast heeft twee soorten beveiligingen: de aardlekschakelaar en de installatieautomaat.
Let hierbij op de diameter (mm2) van de kabel. Wanneer je een hoofdzekering hebt van 3x25A ben je een aardlekschakelaar 4P 40A-300mA nodig welke de kabel beveiligt maar ook afzekerd op de hoofdzekering (3x25A).
Een kookgroep bestaat uit twee eindgroepen, samengevoegd tot 1 eindgroep, meestal beveiligd met 16A, die in 1 buis of in 1 kabel zijn ondergebracht. De kookgroep kan in zijn geheel worden geschakeld en gescheiden. Een 1 fase fornuisgroep zijn in feite 2 gekoppelde installatieautomaten, vaak 2x16A.
Door één groep mag maximaal 16 Ampère aan stroom lopen.
Wij adviseren voor een 3-fase groepenkast bij toepassing van een 2P+2N fornuisgroep, indien deze op twee afzonderlijke fasen wordt aangesloten, deze te beveiligen achter één 4-polige 3P+N aardlekschakelaar.
Bij een aardlekautomaat is het zo dat alleen dat gedeelte van het net wordt uitgeschakeld waar zich het probleem/de storing zich bevindt. Dus in dat geval valt de stroom niet overal uit, blijft het licht gewoon branden en kunnen de stopcontacten en elektrische apparaten gebruikt worden.
Voor de bescherming van mensen dienen aardlekschakelaars van 30 mA worden toegepast. Ook is het type AC niet meer toegestaan omdat deze alleen op sinusvormige lekstromen reageert.
Op de hoofdschakelaar gaan de 3 fases naar de 3 aardlekschakelaars.
Aardlekschakelaar als hoofdschakelaar
Tot 2005 was het gebruik van een hoofdschakelaar niet verplicht. Als hoofdschakelaar werd vaak een of meer aardlekschakelaars gebruikt. Sinds 2005 mag dit dus niet meer en moet je altijd een hoofdschakelaar in je groepenkast plaatsen.
Specialist Elektra. Eindgroepen aansluiten op een 3f ALS mag niet meer omdat lekstromen binnen de individuele fasen elkaar kunnen opheffen wanneer ze samen op een 3f ALS zitten. De ALS ziet als som dan geen lekstroom en schakelt dus niet af.
Tegenwoordig heeft een huishouden al snel 8 tot 12 groepen nodig. Op elke groep mag namelijk maximaal 3,6 kWh aan vermogen aangesloten worden. Je kunt dat benodigde vermogen berekenen door alle apparatuur die aangesloten wordt op deze groep bij elkaar op te tellen.
U mag maximaal vier groepen achter een differentieelschakelaar plaatsen. Een groep kan niet meer dan 3600 Watt verdragen.
Gemiddeld kun je rekenen op kosten van €360 tot €850 voor een 1-fase groepenkast tot €540 tot €880 voor een 3-fase meterkast.
Het vervangen van een groepenkast is vaak noodzakelijk bij oudere woningen of bij ingrijpende verbouwingen waarbij de elektrische installatie wordt gemoderniseerd. In dergelijke gevallen moeten de nieuwste normen worden toegepast om aan de veiligheidseisen te voldoen.
en PV-omvormers. Het is voor installateurs vaak onduidelijk of het verplicht is om een aardlekbeveiliging voor de PV-omvormer te installeren binnen de woningbouw. Het mag duidelijk zijn dat het de voorkeur heeft om een aardlekschakelaar van 30 mA toe te passen vanuit veiligheidsoverwegingen en installatiegemak.