Gemiddelde overleving van kanker Van alle mensen met kanker is de overleving 1 jaar na de diagnose gemiddeld bijna 80%. Dit betekent dus dat na 1 jaar 4 van de 5 mensen in leven zijn. Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%.
Kanker kan uitzaaien.Via het bloedvaten- of het lymfestelsel kunnen kankercellen zich verspreiden.Op andere plekken ontstaan dan nieuwe tumoren. Die zijn vaak niet goed te behandelen, waardoor mensen vaak niet meer kunnen genezen.
Rapport uitgezaaide kanker in beeld
De helft van de patiënten bij wie de kanker bij diagnose al is uitgezaaid leeft zes maanden of korter na de diagnose. Dat is maar één maand langer vergeleken met 10 jaar geleden, zo blijkt uit het rapport 'Uitgezaaide kanker in beeld', dat IKNL in 2020 publiceerde.
Sommige mensen kunnen, soms met behulp van ondersteunende medicijnen, nog heel lang verder leven omdat er sprake is van een langzaam groeiende kanker (bijvoorbeeld prostaatkanker), terwijl anderen met een agressieve tumor nog maar kort te leven hebben (bijvoorbeeld bij longkanker).
Uw arts heeft u bij het laatste bezoek verteld dat u 'uitbehandeld' bent. Dit betekent dat er medisch gezien geen verdere behandeling meer mogelijk is tegen de kanker. De zorg wordt nu gericht op kwaliteit van leven. Dit betekent ook dat de arts in het ziekenhuis de zorg voor u overdraagt aan de huisarts.
Je arts kan niet precies vertellen hoelang je nog zal leven. Misschien kan hij wel in grote lijnen voorspellen hoe de ziekte ongeveer zal verlopen. Met je arts kan je ook bespreken wat de mogelijkheden zijn voor een zo lang, en een zo goed mogelijke tijd.
De terminale fase is de laatste levensfase van iemands leven. Concreet is deze persoon ziek en is deze ziekte ook niet meer te genezen of behandelen. Of de nadelen van de behandeling wegen niet op tegen de voordelen. Deze fase duurt meestal maximaal 3 maanden, maar kan ook langer duren.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Dat heeft te maken met de belasting van de tumor op het lichaam als geheel. Het delen van de cellen, het groeien en uitzaaien kost heel veel energie. Uiteindelijk ga je je eigen cellen afbreken om genoeg energie te kunnen leveren. Dat is funest voor je afweersysteem, waardoor je aan een simpel virus al kunt overlijden.
Naast de steun van een arts en verpleegkundige kun je hulp krijgen van een maatschappelijk werker, psycholoog of geestelijk verzorger. Lees hieronder verder over: Ik wil geen (verdere) behandeling tegen kanker. Ik wil maar een deel van de behandeling tegen kanker.
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
Kleincellig. Kleincellige longkanker groeit sneller en zaait makkelijk uit. Als kleincellige longkanker ontdekt wordt, heeft iemand vaak al uitzaaiingen. Ongeveer 1 op de 5 patiënten heeft deze agressieve vorm.
Cijfers verschillen per kankersoort
Op dit moment overleeft gemiddeld 68% van de patiënten de eerste 5 jaar. Maar de overlevingskansen verschillen sterk per soort kanker. Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%).
Alvleesklierkanker heeft slechtste overlevingscijfers van alle kankersoorten. Op 15 november is het Wereldalvleesklierkankerdag. Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland.
Zonder chemotherapie kunnen kankers in een later stadium of agressieve vormen van kanker zich blijven verspreiden en groeien , wat een breed scala aan effecten op het lichaam kan hebben. Dit kan pijn en extra tumoren omvatten.
Het stadium van de ziekte is bepalend voor de behandeling en prognose van deze patiënten. Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%.
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.
Pijn komt voor bij 45% van de patiënten met kanker in de laatste 1-2 weken voor het overlijden (Teunissen 2007).
Eerst vallen bijvoorbeeld de longen uit (ARDS) , gevolgd door lever, darmen, nieren en/of andere functies, zoals de bloedstolling.
Zo komen vermoeidheid, pijn, benauwdheid en verlies van eetlust veel voor. In de terminale fase komen ook symptomen als gewichtsverlies, sufheid en verwardheid vaak voor.
Kort voor het overlijden houden ze vaak even op met ademhalen, soms zelfs wel een halve minuut.Dan slaken ze ineens een diepe zucht en ademen daarna weer verder. Het gezicht ziet er vaak heel rustig uit. Als de stervende toch onrustig of benauwd wordt, kan de arts rustgevende medicijnen geven.
Als een stervensproces begint, betekent het niet dat een geliefde binnen een uur of dezelfde dag zal overlijden. Gemiddeld duur een stervensproces 72 uur. Het is goed dat je daar als naaste op voorbereid bent.
een zachte aanwezigheid zijn (ervoor zorgen dat ze zich niet alleen voelen, bij de persoon zitten en praten of zijn/haar hand vasthouden, zachtjes zijn/haar handen of voeten masseren met een lotion op alcoholvrije basis, zachtjes praten en de persoon af en toe herinneren aan de tijd, de plaats en wie er bij hem/haar is)
Terminale zorg is een klein onderdeel van de palliatieve fase, namelijk de laatste fase van voorbereiden op het sterven. Palliatieve zorg gaat over in terminale zorg als de levensverwachting medisch gezien maximaal drie maanden is.