Delen van Nederland kampen opnieuw met droogte. Op veel plaatsen heeft het al weken niet geregend en ook de maand maart was droog. Het aantal maatregelen tegen de droogte groeit, zoals het verhogen van het waterpeil in het IJsselmeer voor de waterwinning.
In de zomer heeft Nederland vaker te maken met droge periodes, doordat er dan meer water verdampt dan dat er neerslag valt. Maar momenteel staat 2022 volgens het KNMI wel in de top-5 van droogste jaren sinds het begin van de metingen in 1901.
Ook hier komt 1921 verreweg als droogste jaar naar voren, en wordt ze gevolgd door de droogtes van 1996, de jaren vijftig (1949, 1953-1954, 1956, 1959-1960) en 1976. De meest recente droogtes van 2017 en 2018 waren behoorlijk intens, maar niet in dezelfde mate als de grootste droogtes van de 20ste eeuw.
Een oostenwind maakt Nederland droger
Daar komt neerslag uit, die uiteindelijk via het grondwater of rivieren weer in zee terechtkomt. Herhaal. Zo'n 35 procent van die neerslag komt via het grondwater of de rivier weer in zee terecht. De rest verdampt opnieuw.
Droogte ontstaat als er meer water uit de bodem verdampt, dan dat er bij komt. En verdampen, dat deed het water in 1976. Het KNMI schatte dat er landelijk 17% meer water verdampte dan normaal, met lokale uitschieters tot 21%. Nederland was dus kurkdroog.
Het middeleeuws klimaatoptimum, ook wel bekend als de middeleeuwse zomer of de middeleeuwse warme periode (MWP), is een periode ten tijde van de hoge middeleeuwen met een significant hogere temperatuur dan de voorafgaande en navolgende perioden. De middeleeuwse warme periode duurde grofweg van 950 tot 1250.
Record hoogste temperatuur
De hoogste temperatuur in Nederland sinds het begin van de metingen is 40.7°C op 25 juli 2019 in het Noord-Brabantse Gilze-Rijen.
De droogte neemt af. Hoewel er regionaal nog grote verschillen zijn, is er landelijk geen sprake meer van een grotere vraag dan aanbod van zoet water. Daarom wordt nu overgegaan van het niveau 'feitelijk watertekort' (niveau 2) naar 'dreigend watertekort' (niveau 1).
Het droogste seizoen van het jaar is de lente, van half maart tot mei.
De meeste droogtes sinds 1964 vonden plaats in Ethiopie, Somalie en Kenya. De langste droogteperiode duurde 9 jaar: sinds 1969 tot 1978 in Chad.
In de weersvoorspelling voor de zomer van 2022 staat dat met name de maanden juni en augustus droog en warm zullen zijn. In de maand juli lijkt het iets meer te gaan regenen, maar zelfs dat is niet zeker. Als de wind niet uit het Westen, maar uit het Zuiden komt, zal het ook deze maand extreem warm worden.
Relatief droge lucht en een harde wind hebben ook invloed op de verdamping. Dit alles versterkt elkaar. Want hoeveel het regent hangt weer af van de verdamping. Immers hoe minder vocht in de lucht, hoe minder wolken en hoe minder regen er valt.
De meeste neerslag valt in de kustgebieden, de Veluwe, het noorden en in Zuidoost-Limburg. Het droogst is het over het algemeen aan de oostgrens, in het oosten van Brabant en in het midden van Limburg.
Nederland warmt op. En er valt in sommige jaren véél minder regen, zowel hier, als over de grens, waardoor ook de grote rivieren minder water inbrengen. Het gevolg: droogte en watertekorten. Maar water hebben we nodig!
In droge maanden ligt het landelijk gemiddelde vaak tussen de 100 en 200 millimeter. In jaren met extreem warme en droge zomers, zoals 1976 en 2018, liep het landelijk neerslagtekort op tot 250 millimeter. Op sommige plekken in Oost-Nederland lag het tekort vorig jaar zelfs op 400 millimeter.
Waterschaarste wordt veroorzaakt door een complex geheel aan fluctuerende, op elkaar inwerkende menselijke en ecologische factoren. De groeiende wereldbevolking, verbeterende levensstandaarden, veranderende consumptiepatronen en steeds toenemende irrigatie van landbouwgronden zorgen voor een stijgende vraag naar water.
Zoetermeer is als eerste aan de beurt in een drieluik over klimaatverandering. Volgens de eerder dit jaar bijgestelde langjarige neerslagstatistieken van het KNMI valt er gemiddeld genomen nergens in Nederland meer regen dan in Zoetermeer, 972 millimeter per jaar.
Mooi-weerdagen in cijfers
Juli en augustus bieden doorgaans de meeste dagen met mooi weer. Gemiddeld over 100 jaar tellen die zomermaanden er in De Bilt elk 7, tegen 5 in april en juni. September levert gewoonlijk 4 mooi-weerdagen op, maart 3, oktober 2 en de wintermaanden gemiddeld 1 à 2.
Als we kijken naar de hoeveelheid regen, vind je de natste plek op aarde, in India. Het is het dorpje Mawsynram in de staat Meghalaya. Het regent daar echt veel. Per jaar valt daar gemiddeld 11.872 millimeter regen.
39 graden is al uniek
Op 24 juli werd het 75(!) jaar oude hitterecord van Warnsveld gebroken toen het in Eindhoven39,3 graden werd. Ook dat was een barrière want nooit eerder werd er in ons land 39 graden gemeten. Tot op de dag van vandaag zijn 24, 25 en 26 juli 2019 de enige dagen geweest met maxima boven 39 graden!
Dat was met een maximumtemperatuur van 25,7 graden de 'koudste' plek van Nederland. De provincie Groningen kent twee meetstations, namelijk Lauwersoog en Nieuw-Beerta. Op laatstgenoemde plek werd het tropisch warm met 30,3 graden.
Op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan min 11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot min 24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Op 27 januari 1942 registreerde Winterswijk min 27,4 graden, de laagste temperatuur van de eeuw in ons land.
Acht graden
De gemiddelde wereldwijde temperatuur lag in de ijstijd rond de 8 graden Celsius. Dat is zo'n zes graden lager dan de gemiddelde wereldwijde temperatuur in de vorige eeuw lag. “Dat klinkt misschien niet als een groot verschil, maar dat is het in feite wel,” aldus Tierney.
Voor een lange tijd verwarmde mensen zich aan een open vuur op de vloer of bij een vuur in de wand. In de middeleeuwen kwam de eerste gesloten kachel op. Een gesloten kachel had verschillende voordelen. Je had geen last van de rook die wel van een open vuur komt.
Zo stellen ze dat de Kleine IJstijd werd veroorzaakt door een uitzonderlijke grote uitstroom van zee-ijs dat in de jaren 1300 vanuit de Noordelijke IJszee naar de Noord-Atlantische Oceaan voer. En hierdoor koelde de wereld – op sommige plekken sterker dan op andere – af.