Doorrijden. Bij deze waarschuwingslampjes kunt u nog doorrijden, maar is het vaak wel belangrijk snel een garage te bezoeken. Brandt dit lampje oranje dan is het oliepeil te laag. U kunt uw reis vervolgen, maar vul zo spoedig mogelijk de olie bij.
Belangrijk om rekening mee te houden is de kleur van het dashboardlampje. Wanneer het lampje brandt maar niet rood is en het oliepeil is gewoon in orde, dan kun je prima zelf naar de garage rijden. Absolute haast is niet nodig. Is het lampje rood, dan moet je de motor niet meer starten omdat het probleem kritiek is.
Als dit lampje brandt is uw oliepeil mogelijk te hoog of te laag. U kunt de auto het beste stoppen en direct uw oliepeil controleren. Vul als nodig motorolie bij of tap af. Blijft het lampje branden neem dan even contact met ons op.
Het klinkt vrij logisch: is het lampje oranje dan is de olie bijna op en moet je dit bijvullen. Is het lampje rood, dan is het probleem groter. Met een rood olielampje kun je niet doorrijden. Motorolie is een smeermiddel voor de motor van je auto.
Als het motorlampje oranje brandt, is er iets mis met de motor of met de elektronica die de brandstofinspuiting en ontsteking regelt. Het is dan goed om op korte termijn je garage op te zoeken. Controleer altijd eerst het oliepeil en de koelvloeistof.
Verschillende kleuren dashboardlampjes
Een oranje/geel lampje daarentegen is een waarschuwing. Aanbevolen wordt om op de rechterbaan te gaan rijden en zo snel mogelijk langs de werkplaats van Auto Christiaan te gaan om het probleem te verhelpen. Het rode lampje staat voor gevaar.
Doorrijden als uw olielampje brandt? Bij een oranje/geel olielampje is het zaak om bij de eerstvolgende mogelijkheid uw olie bij te vullen, en uw weg te vervolgen wanneer het lampje niet meer brandt.
Kunt u doorrijden met een brandend motorstoringslampje? Om ergere problemen te voorkomen is het aan te ramen om uw brandende motorstoringslampje zo snel mogelijk op te laten lossen. Echter, in het geval van een oranje lampje kunt u door blijven rijden, maar wanneer deze rood is moet u direct stoppen.
Olie bijvullen of peilen mag met een koude of warme motor, echter wacht altijd minimaal vijftien minuten als de motor gelopen heeft. Wanneer een verbrandingsmotor in een auto loopt dan wordt de motorolie door het motorblok gepompt.
Wanneer het peil zich iets onder Min bevindt heeft u voldoende aan het bijvullen van 1 liter. Zoals gezegd is het verschil tussen Min en Max 1 liter. Als uw peil zich net onder Min bevindt heeft u met 1 liter motorolie genoeg om bij te vullen.
Een te laag motoroliepeil is niet alleen schadelijk voor de motor, maar kan er ook voor zorgen dat de auto plotseling stilstaat. Heel gevaarlijk! Niet voor niets luidt het advies: controleer iedere maand het motoroliepeil. Wacht niet tot het oliedruklampje ineens brandt en u de auto stil moet zetten.
Mocht je twijfelen, dan raden wij je aan om het instructieboekje van jouw auto te raadplegen. Wij van Bogijn hebben een stappenplan opgezet voor het verversen van olie. Zorg dat de motor is afgekoeld. Laat de motor na het rijden circa 15 minuten afkoelen om de kans op brandwonden tegen te gaan.
Wij adviseren om de motor na gebruik in ieder geval een kwartier met rust te laten. In deze 15 minuten is de olie doorgaans wel teruggelopen in het carter en kunt u beginnen met oliepeilen. Om vervolgens de olie bij te vullen. Het is hierbij dus niet echt van belang of de motor helemaal afgekoeld is of niet.
De motor moet koel zijn. Wacht bij een warme motor ten minste 20 minuten om de olie de gelegenheid te geven terug naar de carterpan te stromen.
Dit lampje is een bedieningsfunctie van uw voertuig. Als het controlelampje van de motor niet brandt bij het starten, is het defect en moet het worden vervangen. Na het starten moet het motorcontrolelampje vanzelf uitgaan.
Bij uw auto brandt het waarschuwingslampje van het uitlaatgascontrolesysteem en u vraagt zich af wat de oorzaak hiervan kan zijn. Een motorlampje dat is gaan branden betekent dat het motormanagement een afwijking gezien heeft waardoor de samenstelling van de uitlaatgassen in het geding is.
Geel of rood olielampje
Als het lampje rood of oranje is, is het probleem groter: het geeft vaak aan dat de oliedruk niet meer voldoende is. Start de motor dan ook niet: je hebt dan te maken met een kritiek probleem.
Mocht je onderweg zijn en toch de olie moeten peilen, laat de motor dan minimaal 10 minuten afkoelen. Zo kan de olie weer naar beneden zakken en krijg je een betrouwbaar meetresultaat.
Er hoeft niet direct gestopt te worden als het lampje brandt, maar het is wel een indicatie dat er iets mis is wat verholpen moet worden. Gevolgschade van doorrijden met een brandend lampje is niet uitgesloten, en de uitlaatgassen kunnen meer vervuilend zijn dan in het normale geval.
Wanneer dit lampje brandt, betekent dit dat de auto toe is aan een servicebeurt. We raden aan om zo spoedig mogelijk de servicebeurt in te plannen om verdere ongemakken aan de auto te voorkomen.
Bij een te lage of te hoge oliedruk moet de oliepomp vervangen worden. Bij een te lage oliedruk wordt ook vaak gekeken of er lekkage is. Is er geen lekkage, dan kan de oliepomp de enige boosdoener zijn omdat het systeem verder gesloten is.
Zorg dat de auto minimaal 10 minuten stilstaat. Zo koel je de motor af en laat je de olie uit de motor terug naar het carter lopen. Dit voorkomt dat de olie die in de motor achterblijft, voor een te lage waarde op de peilstok zorgt. Te veel motorolie bijvullen is hier een gevaarlijk gevolg van.
Oliepeil controleren bij een koude motor
Controleer het oliepeil met de peilstok. De olie moet tussen het MIN- en MAXstreepje staan. Er zit ongeveer een liter verschil tussen deze twee streepjes.
Gemiddeld duurt het een uur of 8 tot een motor fatsoenlijk afgekoeld is.
Een tikkend geluid van hydraulisch aangestuurde kleppen wordt veelal veroorzaakt door vervuiling of te weinig motorolie. De hydraulische kleppen worden namelijk door de oliedruk aangestuurd. Wanneer hydraulische kleppen beginnen te tikken wordt geadviseerd om allereerst het oliepeil te controleren.