Een wiek is 60 meter lang en weegt ongeveer 7 ton. Dat gewicht valt overigens in het niet bij het gewicht van de nacelle (ook wel gondel genoemd).
Elk rotorblad heeft een gewicht van 35 ton en een diameter van 4,6 meter. De ashoogte van de turbine is 164 meter.
De wieken van een windturbine zijn belangrijke onderdelen. Moderne wieken zijn gemaakt van met glasvezel of koolstofvezel versterkte kunststof. De maximale bladlengte van moderne windturbines ligt rond de 65 meter bij landgeplaatste turbines en rond de 85 meter bij offshore turbines.
Dat zit 'm vooral in de productie: een standaard 3 mW windturbine op land bevat 300 ton staal en ijzer, naast ruim 8 ton aan andere metalen. De fundering vraagt 900 ton beton.
Financieel gezien kost een windmolen 3 miljoen + € 363.000 per jaar. Daarvoor moet een windmolen minimaal 15 jaar draaien om zichzelf (fabriceren, plaatsen, onderhouden en slopen) terug te verdienen.
Het basis salaris van het werken aan land en op zee komen nog redelijk overeen. Zo verdien je bij beiden (bruto) tussen de € 2.600,- (junior) tot € 3.600,- (ervaren) euro per maand. Afhankelijk of je veel overuren draait of vaak een weekend (consignatiedienst) extra draait kan dit salaris nog wat hoger uitvallen.
Voor de plaatsing van één windmolen kan een ondernemer rekenen op een vergoeding van 40.000 – 50.000 euro per jaar. Ook een zonneweide brengt aardig wat in het laatje. De bijverdienste is volgens de fiscalist niet zonder risico.
Om de 26 windmolens op het land te funderen is 45 kilometer betonnen heipaal nodig. Per windmolen 66 palen van 23 tot 30 meter lengte en 500 mm vierkant om één windmolen met een maximale rotorhoogte van 198 meter hoogte te kunnen funderen.
De rotor: het puntje van de windturbine
De wieken draaien door de wind. Als de wieken draaien, draait de rotor. Deze beweging wordt omgezet in schone elektriciteit.
Elke windturbine wekt 3 MW op. Het nummer 115 verwijst naar de rotorbladdiameter van 115,7 meter. De ashoogte van de windturbine is 122 meter en de tiphoogte zo'n 180 meter.
Hierbij kantelen de kop en de wieken zodat de wind alleen tegen de scherpe zijde van de wieken waait. Van de voorkant lijken ze dan dunnere wieken te hebben. Daardoor vangt de windmolen bijna geen wind meer en komen de wieken tot stilstand, rustig wachtend op een aangenamer briesje.
Een wiek is 60 meter lang en weegt ongeveer 7 ton. Dat gewicht valt overigens in het niet bij het gewicht van de nacelle (ook wel gondel genoemd).
Als bijvoorbeeld een 2 MW windmolen in een jaar 4.000 MWh heeft opgewekt dan kan je zeggen dat deze molen 2.000 vollast-uren heeft gedraaid. Het aantal vollast-uren is dus een term die wat zegt over de hoeveelheid “opgevangen” wind op een bepaalde locatie.
De turbine komt op zo'n 6 km voor de kust van het Engelse Blyth. De zee is daar 40 m diep. Juist voor dit soort grotere dieptes is deze betonnen voet goedkoper dan heien. Een ander belangrijk voordeel is dat er veel minder werk op zee hoeft te gebeuren.
De mast (tower) van een windturbine is bijna altijd van staal, ongeveer 60-120 meter hoog, met een diameter van 2-7 meter en enkele centimeters dik. Meestal zit er in de mast een lift om boven te komen.
De windturbine van MingYang Smart Energy is nog groter dan de Haliade-X van GE die op de Maasvlakte in Rotterdam staat. Daarmee verbreekt de Chinese turbinebouwer het wereldrecord. De Haliade-X had een capaciteit van 12 megawatt, maar deze windmolen heeft een capaciteit van 16 megawatt.
De energieopbrengst van windmolens op land onbetrouwbaar is, omdat het niet altijd voldoende waait. Windmolens leveren met weinig wind betrekkelijk weinig energie op. Windmolens vervuilen het beeld van de horizon en kunnen geluidsoverlast veroorzaken. Het bouwen en afbreken van windmolens kost ook energie.
Het systeem in de windmolens zorgt er voor dat de bladen om hun eigen lengte-as kunnen draaien, dit proces wordt ook wel pitchen genoemd. Bij extreme windsnelheden worden ze automatisch uitgeschakeld. Afhankelijk van het bouwjaar, gebeurt dat bij windsnelheden van windkracht 10 t/m 12.
Aan de bladen zit een mechanisme waarmee ze om hun eigen lengte-as kunnen draaien. Dit wordt pitchen genoemd, en gebeurt volautomatisch. Al onze molens zijn uitgerust met een beveiligingssysteem om een harde storm goed te weerstaan. Dit systeem zorgt ervoor dat de molens bij extreme windsnelheden worden uitgeschakeld.
Afhankelijk van het weer kan de bouw van de volledige windturbine in ongeveer een week zijn afgerond. Met name wind en/of onweer kunnen tot vertraging leiden.
Een windmolen bevat ook zeker 1000 liter smeerolie. De meeste turbines hebben een 'versnellingsbak' die de draaiing van de wiekas omzet naar een toerental dat optimaal is voor stroomopwekking.
Compacte windmolens voor particulieren zijn 2 tot maximaal 15 meter hoog. Je zet de windmolen in je tuin of op het dak. De windmolen wekt energie op uit wind en zet dit om in groene stroom voor je huis.
De gemiddelde economische terugverdientijd van een windturbine op land is minder dan 8 jaar en op zee korter dan 12 jaar. Factoren die de terugverdientijd verkorten: Grotere afmetingen en hoogte van een windturbine wat i.h.a. resulteert in een hogere opbrengst.
Bij verschillende energieleveranciers is wind al de voornaamste bron van energie. Maar er is veel verwarring over de windmolenparken. Door de lage stroomprijs en investeerders die zich terugtrekken wegens onzekerheid op de markt door het coronavirus, zijn windmolenparken momenteel bijna niet rendabel.
De moderne windmolens hebben een gemiddelde ashoogte van 15 meter. Met een capaciteit van 30.000 kWh kosten ze ongeveer € 40.000 inclusief aansluiting op de meterkast. Voor het vergunningen- en bouwtraject staat een periode van circa zes maanden.