En paard heeft dagelijks een intensieve verzorging nodig. Als je een eigen paard hebt, ben je minimaal een uur per dag bezig met de verzorging van je paard. Maar 3 uur per dag is voor de gemiddelde paardenhouder meer gebruikelijk. Als je een eigen paard hebt dan moet je die dagelijks voorzien van ruwvoer en vers water.
Paarden zijn gelukkig en tevreden als aan hun basisbehoeften tegemoet wordt gekomen: contact met soortgenoten, licht, lucht en voldoende beweging. Dan zijn ze gemotiveerd, coöperatief en leergierig.
Fruit bevat namelijk relatief veel suikers en teveel fruit werkt verstorend op de darmflora van je paard. Wil je toch fruit geven, neem dan een appel, banaan, peer, perzik of een pruim. Bij de laatste twee niet vergeten om de pit te verwijderen! Andere fruitsoorten kan je beter niet aan je paard voeren.
De meeste paarden en pony's hebben aan gras en hooi meer dan voldoende. Alleen als je erg veel arbeid van de dieren vraagt, hebben ze soms bijvoeding in de vorm van krachtvoer nodig. Paarden zijn echte dooreters. Ze zijn van nature ingesteld op een geleidelijke en langdurige opname van vrij laagwaardig gras.
Maar ze heeft wel gelijk, natuurlijk, in die zin dat paarden wel degelijk boos kunnen worden op hun mensen, en dat laten zien ook. En ook geclickertrainde paarden kunnen heel boos worden op hun mensen.
Het paard likt en bijt zachtjes in je handen
Misschien wil het paard gewoon een snoepje van je. Maar het kan soms ook duiden op iets wat speelt bij jou, bijvoorbeeld als je vingers gevouwen zijn en het paard iets harder gaat bijten in je vingers.
Groentes zoals boerenkool, broccoli, spruitjes, radijsjes, spinazie, komkommer en wortelen kunt u aan uw paard voeren. Dit uiteraard met mate. Vooral wortelen zijn goed voor paarden, ze bevatten bèta caroteen en bevatten weinig suikers. Let er wel op dat u de wortelen niet in ronde stukjes snijdt.
Veel vers wit of bruin brood is echter niet goed, er kunnen deegballen vormen, die zijn slecht verteerbaar en kunnen een verstopping veroorzaken. Geef ook geen beschimmeld brood, dit verhoogd de kans op koliek. Het beste kan oud bruin/wit brood gevoerd worden. Laat het hiervoor 1-2 dagen liggen zodat het hard wordt.
De zaadjes van een appel bevatten de giftige stof arsenicum, dus die kan je beter niet geven. Bovendien zou een paard kunnen stikken in het klokhuis. Je kunt je paard het beste appelschijfjes geven.
Ongelukkige paarden zijn vaak lusteloos en ongeïnteresseerd.Ze vertonen dikwijls stereotiep gedrag – zoals weven, kribbebijten, luchtzuigen, schrapen, schudden met hun hoofd – en kunnen agressief zijn.
Het grootste teken van genegenheid dat een paard je kan geven is zijn vertrouwen. Dat merk je aan zijn ontspannen en kalme houding. Het paard zal zijn welzijn, dit gevoel van veiligheid, uitdrukken door u in vrijheid te volgen, met het hoofd naar beneden en de oren ontspannen.
Wat is paardentherapie? Paarden reageren voornamelijk op wat mensen om hun heen doen. Dus wanneer iemand verdrietig is zal het paard deze emotie overnemen en bijvoorbeeld stil blijven staan. Paarden voelen dus heel goed emoties en gedrag aan van mensen.
13. Waarom zouden paarden geen vers hooi mogen eten? Vers geoogst hooi mag pas worden gevoerd na een opslagperiode van ten minste 6 weken. De reden ligt in het restvocht van het hooi: tijdens het droogproces kunnen bacteriën en ziektekiemen zich sterk vermeerderen.
Je kunt er voor het gemak vanuit gaan dat het paard minimaal de helft van zijn behoefte gedurende de dag eet. Daarom zou je 's avonds nog een paar kg hooi hoeven geven. Bij voorkeur dient een paard maximaal 6 uur met een lege maag te staan.
De hoeveelheid ruwvoer die je geeft kan je uitdrukken in hoeveelheid energie of gewicht. Je kan je paard teveel energie geven zonder de maximale hoeveelheid in gewicht te overschrijden. Dit uit zich dan in gewichtstoename van je paard.
Er komen veel verschillende planten voor die giftig zijn voor paarden. Beruchte giftige planten zijn jacobskruiskruid, taxus, buxus, hulst, heermoes, adelaarsvaren, waterscheerling en klaver.Ook de minder bekende acacia en esdoorn kunnen voor grote problemen zorgen.
Ze bevatten meer fructose. Daarom moet je met het geven ervan terughoudend zijn bij paarden die gevoelig zijn voor hoefbevangenheid of maagzweren. Het suikergehalte zorgt er namelijk voor dat de zuurgraad van de maag verandert. Voedingsdeskundigen houden een maximum van 5 kilo appels per dag aan.
Paarden mogen maximaal ca.1,2 – 2 kg wortelen per 100 kg lichaamsgewicht per dag krijgen. Dit betekent voor een volwassen paard van 600 kg ca. 7,2 – 12 kg wortels per dag.
Sommige soorten fruit bevatten pitten en die zijn niet goed voor je dier. Dus als je ze kersen, nectarines, abrikozen, Cantaloupe of (water)meloen wilt geven. Zorg er dan voor dat je de pit(ten) eruit gehaald hebt. Voor meloen, Cantaloupe en watermeloen is het daarnaast goed om de schil ook niet te geven.
Sommige groentes zijn specifiek interessant vanwege de bitterstoffen, dat zijn: broccoli, rode bietjes, komkommer, artisjok, pompoen, sla en witlof. En dan zijn er nog meer, maar die mag je alleen in zeer kleine hoeveelheden (1×1 cm) voeren, geef deze ook alleen aan gezonde paarden: bloemkool, boerenkool en spruitjes.
Er komen veel verschillende planten voor die giftig zijn voor paarden. Beruchte giftige planten zijn jacobskruiskruid, taxus, buxus, hulst, heermoes, adelaarsvaren, waterscheerling en klaver.Ook de minder bekende acacia en esdoorn kunnen voor grote problemen zorgen.
Paarden kunnen gapen uit vermoeidheid, maar ook om andere redenen. Als je pony echt kan genieten van poetsen, dan heb je misschien weleens gemerkt dat bij ontspanning ook knipperen met de ogen, langzaam kauwen en gapen hoort. Maar gapen is niet altijd een goed teken. Gapen kan ook een teken zijn van verwerking.
Paarden bijten om zoveel verschillende redenen: om te spelen, om te domineren of te beschermen, bij spanning, pijn of angst, bij het allogroomen of het liefdesspel, omdat ze koekjes willen, omdat ze je niet leuk vinden, ze iets moeilijk vinden of je te dicht staat, enz.
Houd het simpel
Om bochten te introduceren, beweeg je je binnenhand van de hals van het paard in de richting waarin je wilt gaan. In het begin van het leren sturen, houd je het simpel door de hele bak te gebruiken, op een zo groot mogelijke volte.Van hand veranderen doe je op de lange diagonaal.