Voeg de pasta pas aan het water toe wanneer het kookt. Het zetmeel dat vrij komt zorgt ervoor dat de pasta gaat plakken, door meteen voorzichtig te roeren blijft het in beweging en wordt dit proces verstoord. Giet de pasta af als deze al dente is en roer er een scheutje olijfolie door.
Door pasta na het koken af te spoelen met koud water, stop je niet alleen het kookproces (wat goed is), maar koel je meteen ook je maaltijd af en verwijder je het zetmeel. En wanneer het zetmeel van de pasta is afgespoeld, heb je niet alleen minder smaak, ook je saus zal minder goed binden.
Verse pasta bewaren
Wil je de spaghetti of tagliatelle laten drogen om te bewaren dan rol je ze op als nestjes en laat je ze een paar uur tot een dag drogen op een theedoek. Als de pasta helemaal droog en hard is bewaar je de pasta nestjes onafgesloten in een bak of op een bord.
Gekookte pasta kan je afgesloten in een vershoudbakje nog 2 dagen in de koelkast bewaren. Zorg er wel voor dat de pasta snel afkoelt. Zet de restjes daarom binnen 2 uur in de koelkast. Houd er wel rekening mee dat gekookte pasta gaat plakken.
Dit smelt allemaal samen met de pasta tot een heerlijke zachtheid en de smaak wordt vele malen rijker. Het water helpt om ieder stukje pasta te bedekken in saus terwijl het zetmeel ervoor zorgt dat de saus goed aan de pasta hecht. Kook zoals een Italiaanse mamma kookt en niet meer weggooien voortaan!
Pasta neemt water op tijdens het gaar worden. Tijdens het pasta koken kan pasta twee keer z'n eigen gewicht aan water opzuigen. Dit is eigenlijk de belangrijkste reden om veel water te gebruiken.
Je hebt net kunnen lezen dat je gemiddeld 80 gram per persoon neemt voor 'gewone' pasta. Gebruik je echter 'pasta fresca', dan is 80 gram aan de magere kant. Je mag gerust tussen de 100 en 120 gram p.p. rekenen. Hebben we het over gevulde pasta, zoals ravioli, tortelloni etc., dan is 150 gram p.p. voldoende.
Vezels dragen bij tot een vlotte stoelgang én ze doen het risico op hart- en vaatziekten dalen. Samengevat: Als je pasta koopt, let dan op de hoeveelheid vezels. Verse of gedroogde pasta maakt niet uit, als je de gezondste keuze wil maken kies dan volkoren pasta.
Verse pasta is beter dan gedroogde
Hoewel het voor de meeste producten geldt dat ze vers beter zijn, gaat dit niet op voor pasta. Het zijn namelijk twee verschillende producten, waarbij verse pasta bijvoorbeeld een meer zijdezachte structuur heeft dan gedroogde.
Je kunt de spaghetti het beste breken voordat je ze gaat koken. De spaghetti slierten zijn hier nog ongekookt en daarom zijn ze nog stijf. Het breken gaat simpel gezegd gewoon makkelijker als de spaghetti stijf is.
Volgens Schols werkt het snel proberen af te koelen met bijvoorbeeld koud water niet goed. ,,Laat het eten langzaam afkoelen op het aanrecht of eventueel in de koelkast.'' Er bestaat nóg een manier om de opname van zetmeel te bemoeilijken volgens Elferink.
Laat de pasta niet helemaal gaar worden, maar laat deze al dente. Giet 'm dan ook niet af, maar gebruik een schuimspaan om de pasta bij de saus toe te voegen.
Zet de pasta als een mooi torentje op het bord. Rasp wat verse Parmezaanse kaas over de pasta en verdeel wat olie in een mooie cirkel eromheen. Garneer het torentje met wat basilicum en serveer.
Zelfgemaakte pasta (waaronder ook lasagne) kun je zowel rauw als klaargemaakt invriezen. Maar de regel luidt: klaargemaakt (dus gegaard) is beter. 'Rauwe' pasta heeft immers de neiging om uit te drogen in de diepvriezer. Denk er wel aan om alles goed in te pakken voor de pasta in de vriezer verdwijnt.
Reken gemiddeld op zo'n 100 gr droge pasta per persoon. Voor kinderen voorzie je best iets minder, zo'n 80 gr per persoon. En voor grote eters neem je je voorzorgen en voorzie je rond 120 gr per persoon.
Olie is hydrofoob en mixt niet met water maar blijft erop drijven. De olie die je toevoegt aan het pastawater voorkomt daarom níet dat de pasta aan elkaar plakt tijdens het koken. Wel geeft het een zacht aroma af. Bij het afgieten zal er wel wat olijfolie aan de pasta blijven kleven - en plakt de pasta minder.
Het zout in het water brengt je pasta namelijk op smaak. Dat kan écht het verschil maken tussen een flauw en een heerlijk pastagerecht. Je brengt niet enkel de pasta zélf op smaak, je doet dat bovendien al helemaal in het begin van het kookproces.
tip 3 – gebruik geen deksel
Het is misschien handig om het water wat sneller aan de kook te brengen, maar zodra het water kookt, kun je het deksel van de pan halen en wegleggen. Het probleem met een deksel gebruiken tijdens het koken van pasta zit hem in het feit dat het zetmeel dat in het water vrijkomt gaat schuimen.
Als de pasta te lang doorgekookt is, kan ie sponzig en een beetje slijmerig aanvoelen. Maskeer dat door juist niet (zoals gewoonlijk wél lekker is) met wat pastawater elke sliert of elk stukje een 'jasje' van vocht en saus te geven, want dat jasje heeft ie al en het is niet de goede.
Het water waar je net de tagliatelle of de ravioli in hebt gekookt, is niks meer of minder dan heet water met een beetje zout en wat bloem. En dat is juist het geheim: een lepeltje van dat pastawater tilt je pastasaus naar een hoger niveau. De saus bindt een beetje, krijgt een beetje zout en vooral een hoop smeuïgheid.
Zout brengt smaken in balans
Een snufje zout zorgt er echter voor dat de smaak van de suiker gebalanceerd wordt. Zout wordt dus niet alleen gebruikt om gerechten zouter te laten smaken, maar ook om de andere smaken in een gerecht te onderstrepen.