Verdrinking ziet er meestal niet uit zoals in een film. Het beeld van spetteren, om hulp roepen en met de armen zwaaien is over het algemeen juist niet aan de orde. Het verloopt vaak stiller dan je denkt.
Wanneer het lichaam al enige tijd in het water heeft gelegen, heeft de persoon vaak geen herkenbaar gezicht meer. Een manier om een waterlijk te identificeren is door DNA af te nemen. Wanneer er geen bloed meer aanwezig is, wordt dit uit bot of een tand gehaald. Ook het gebit kan veel vertellen.
Verdrinking ontstaat door het inademen van water in de longen. Als iemand langdurig onder water blijft, zal hij eerst zo lang mogelijk de adem inhouden. Maar na korte tijd wordt de drang om te ademen zo groot dat de persoon naar adem zal happen. Hierdoor stroomt er water binnen in de mond en luchtwegen.
2) Verdrinkende mensen zinken steeds weg onder en komen weer boven het wateroppervlak, maar hun mond is niet lang genoeg boven water om uit te ademen, in te ademen en te roepen. Ze ademen wel snel uit en in als ze eventjes boven water komen terwijl hun mond weer onder water zakt.
Bij verdrinking sterft een mens of dier aan zuurstofgebrek door contact met een vloeistof. Men spreekt van verdrinking wanneer dit gebeurt door een overvloed aan vloeistof in de longen, of bij verstikking door onderdompeling. Verdrinking is al mogelijk in enkele centimeters water.
Wanneer de watertemperatuur onder de 15 °C komt is de reactie op het menselijk lichaam maximaal. Als de watertemperatuur rond het vriespunt zit zal het slachtoffer slechts enkele minuten bij bewustzijn blijven. Snel ingrijpen bij een drenkeling is dan ook van levensbelang.
Lichaam kan in een maand zijn verdwenen
In dat geval kan een lijk voor altijd onder water blijven.
Goed nieuws: de kans dat je verdrinkt als je in slaap valt is nihil. Mocht je onder water zakken en water binnenkrijgen, ga je in een reflex hoesten. Je strekt automatisch je benen, en voor je het weet zit je weer rechtop.
Jaarlijks vinden er 2.000 tot 3.000 ongevallen plaats waarbij het slachtoffer verdrinkt of bijna verdrinkt. Bij droge verdrinking sluit het strottenklepje de longen af. Dit is een overlevingsmechanisme van het lichaam zelf, er kan nu immers geen vocht de longen inlopen.
In principe kan een bij dus niet verdrinken. De hydrofobe waslaag stoot water af.
De meeste mensen kunnen hun adem onder water niet langer dan een minuut inhouden. Dan krijgt je lichaam te weinig zuurstof en moet je ademen, anders raak je bewusteloos. Maar door te trainen kun je je adem steeds langer inhouden. Freedivers kunnen dat wel tien minuten lang.
Van 'droge verdrinking' is sprake wanneer je kind bij het zwemmen water binnenkrijgt waarvan hij eerst geen last lijkt te hebben, maar waarvan hij 24 uur later toch nog kan stikken.
Als de balans verstoord raakt, hoopt het vocht zich op in de ruimte tussen de vliezen en komt er 'vocht achter de longen'. Er is dan te weinig ruimte voor het longweefsel en er ontstaat benauwdheid of kortademigheid. 'Vocht achter de longen' kan komen door een hart- of leverprobleem, kanker of een infectie.
De weke delen van een lichaam zoals ogen en ingewanden zijn na enkele weken of maanden weg. Het spierweefsel (zeg maar het vlees) gaat veel en veel langzamer. Dat komt omdat er in de grond vrij weinig zuurstof doordringt, waardoor er een langzame stofwisseling en langzaam ontbindingsproces is.
Het is zeker geen kwestie van weken of maanden. Voor een lijk in een kist helemaal verteerd is (verdwenen is), moet u aan tientallen jaren denken. Soms kun je na honderden jaren nog skeletten of delen van skeletten op een oude begraafplaats vinden. Soms is na 20 of 30 jaar alles helemaal weg.
Een lijk begint grofweg na 48 uur te ontbinden en dan begint het een lucht af te geven. Het gaat pas echt stinken als er na een paar dagen vochtblaren zijn ontstaan die dan knappen.
Symptomen van vocht in de longen
De ophoping van vocht en te weinig zuurstof in het bloed uit zich in kortademigheid. De ademhaling gaat steeds sneller en de neusgaten gaan wijder open staan. Door plat te liggen kun je nog meer last krijgen van kortademigheid.
Natte verdrinking is een vorm van verdrinking waarbij de symptomen tot 48 na blootstelling aan het water tot stand komen. Een kleine stroom water inademen zorgt voor irritatie en een zwelling van de longen, maar hierdoor is dan de toevoer van zuurstof aan de bloedbaan belemmerd.
Een uitgestelde verdrinking noemen we ook wel een secundaire verdrinking. Een kind overleeft een verdrinking, maar raakt later buiten bewustzijn. Een late verdrinking kan tot 72 uur na het binnenkrijgen van het water ontstaan. Normaal gesproken houdt een kind de adem in als het onder water gaat.
Dit vallende gevoel wordt een hypnagoge schok of slaapstuip genoemd. Het is de fase tussen het wakker zijn en het slapen en kan zich ook uiten in de vorm van een schok die door uw armen of benen gaat. Het is (nog) niet precies duidelijk waardoor een hypnagoge schok wordt veroorzaakt, maar er zijn wel enkele theorieën.
Gemiddeld over de afgelopen twintig jaar verdronken jaarlijks 87 inwoners van Nederland. In de periode 1980-1999 waren dat er jaarlijks gemiddeld 112. Jaarlijks vindt ongeveer 1 op de 10 verdrinkingen binnen plaats, bijvoorbeeld in een badkuip of binnenzwembad.
In de afgelopen tien jaar verdronken er in Nederland jaarlijks gemiddeld 78 kinderen, blijkt uit onderzoek. Driekwart van hen is tussen de 0 en 5 jaar. "Het gebeurt vaak in en om huis, bijvoorbeeld in een opblaasbaar zwembadje, een vijver of in bad.
Antwoord. Terstond na een verdrinkingsdood zinkt het lijk naar de bodem, of blijft in het water zweven; soms drijft het eerst een tijdlang voordat het onder de waterspiegel verdwijnt. Na verloop van tijd komt het weer boven en zinkt dan in den regel niet opnieuw.
Als er wordt gesproken over het schoonmaken na een overlijden of onopgemerkte dood, ligt de nadruk vaak op het risico van bloed overdraagbare ziekteverwekkers. Dit zijn ziektekiemen die in bloed leven en zeer veel ellende kunnen veroorzaken. Sommige van deze ziektekiemen worden bacteriën genoemd en anderen virussen.
Over het algemeen bewegen de lijken in noordwestelijke richting. Daarbij spelen uiteraard allerlei factoren als wind, stroming en de aanwezigheid van scheepvaart een rol. De meeste lichamen worden drijvend teruggevonden.