Een verpleegplan ziet er als volgt uit: Anamnese (gegevens verzamelen).Diagnose stellen.Beoogde resultaten formuleren (verwachte resultaten plannen).
Met de PES-structuur kan de verpleegkundige alle verkregen informatie in drie gebieden indelen: Probleem; Etiologie; Symptomen.
Een verpleegplan bevat doelen welke verpleegkundige en cliënt, willen bereiken en een aanduiding van de tijd waarbinnen en de wijze waarop getracht wordt deze doelen te behalen. Verpleegplannen hebben als grondslag: De zorg- (medische) doelen. Continueren gewenst gedrag c.q. gezondheidstoestand.
Voorbeeld eenvoudig individueel zorgplan
Op de voorkant staan mogelijke gespreksonderwerpen, zoals voeding, alcohol en stress. Op de achterkant staan 5 vragen over wat voor de cliënt belangrijk is (behoeften), gesprekspunten, doelen, acties en evaluatie.
Het begrip 'zorgplan' omvat alle aspecten van zorg verleend door een instelling, inclusief persoonlijke wensen van de patiënt. Voor het opstellen van dit plan en het bespreken met de patiënt of diens vertegen woordiger bij een verblijf langer dan drie maanden is de instelling verantwoordelijk.
De PES methode is een hulpinstrument of meetinstrument om een verpleegkundige diagnose te stellen. Het wordt door verpleegkundigen gebruikt bij het opstellen en maken van een verpleegplan.
Binnen de gezondheidszorg kunnen zowel de disciplines van de arts als de verpleegkundige diagnoses vaststellen ten aanzien van een en dezelfde zorgvrager. De arts stelt een medische diagnose vast en de verpleegkundige formuleert een verpleegkundige diagnose.
Door het gebruiken van een verpleegplan zal het zelfvertrouwen toenemen van de verpleegkundige of verzorgende. Het verpleegplan biedt een houvast; de doelen staan duidelijk beschreven, het is duidelijk wat er gedaan moet worden. Dit geeft een goed gevoel omdat je weet wat je moet doen.
Fase 1: Gegevens verzamelen bij de (Verpleegkundige anamnese) Fase 2: Verpleegkundige diagnose(n) of verpleegproblemen vaststellen. Fase 3: Vaststellen gewenste resultaten. Fase 4: Verpleegkundige interventies plannen in een verpleegplan.
Deze modellen beschrijven de basis van waaruit men theo- rieën kan ontwikkelen of afleiden. Dit soort abstracte theorieën noemen we ook wel een verpleegkundig model of conceptueel model. Het model geeft aan wat de basisdefinities van verpleegkunde zijn en welke rol en taak je als verpleegkundige hebt.
Er bestaan verschillende soorten verpleegkundige diagnoses: Actuele diagnose, waarbij het verpleegprobleem aanwezig is. Hoog risico diagnose, bijvoorbeeld het risico op infectie of shock. Wellness diagnose: gericht op gezondheidsbevordering in de vorm van zelfzorg en mantelzorg.
Een voorbeeld van een leerdoel kan zijn om meer tijd te besteden aan patiënten en minder aan administratieve werkzaamheden. Om dit doel zo specifiek mogelijk te maken, helpt het om rekening te houden met de volgende vijf W-vragen: Wat wil ik bereiken? Wie heb ik nodig om dit te bereiken?
Dat is een dreigende of een potentiële diagnose. Het is een klinisch oordeel over de vatbaarheid van een persoon, gezin, groep of gemeenschap voor het ontwikkelen van een ongewenste menselijke reactie op gezondheidscondities of op levensprocessen.
Gedurende het verpleegkundig proces maakt de verpleegkundige gebruik van observaties. Observeren is de doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen, kenmerken en uitingen van een of meer personen of van een gebeurtenis.
Om de diagnose te kunnen stellen kijk je altijd naar het totaalplaatje: het probleem, de oorzaak en de bijbehorende klachten of verschijnselen. Hiervoor gebruik je de PES-structuur: gezondheidsprobleem (P) etiologie oftewel samenhangende factoren (E)
NANDA, NOC, NIC is een classificatiesysteem, verwerkt in een database die is ingebouwd in het epd. Het systeem maakt onderdeel uit van het verpleegkundig proces. Verpleegkundigen benoemen op systematische wijze een verpleegkundig probleem (NANDA) en stellen doelen (NOC) en interventies (NIC) vast.
Pijn is in de palliatieve, terminale fase vaak een van de grootste problemen. Omdat bij terminale patiënten de pijnproblemen vaak complex zijn en gepaard gaan met andere lichamelijke klachten en ook met psychosociale en spi- rituele problemen, verdient dit thema ons inziens speciale aandacht.
In het zorgplan leg je de voorkeuren, vragen, behoeften of doelen van de cliënt vast. Hierbij heb je als zorgverlener niet alleen aandacht voor de persoonlijke verzorging maar kijk je naar alle aspecten die belangrijk zijn voor kwaliteit van leven van een cliënt.
Sinds 1 januari 2008 is het wettelijk verplicht om met elke cliënt een zorgplanbespreking te houden. De verzorgings- en verpleeghuizen en de thuiszorg moeten verplicht een zorgplan opstellen in overleg met de cliënten.
Het zorgleefplan is geordend volgens vier levensdomeinen. - Woon- en leefomstandigheden; - Participatie; - Mentaal welbevinden; - Lichamelijk welbevinden en gezondheid. 2.1. Wat is de bedoeling van zo'n levensdomein?