Je ziet, ruikt, hoort, proeft en voelt alles weer zoals toen het gebeurde. Je hebt nachtmerries en slaapt onrustig. Je hebt herinneringen aan de gebeurtenis die steeds weer terugkomen. Wanneer je aan de gebeurtenis denkt, krijg je hartkloppingen, ga je trillen en zweten en kun je niet goed meer ademhalen.
Onder de verschillende symptomen van PTSS vallen onder andere agressie en prikkelbaarheid, maar bijvoorbeeld ook emotioneel afgevlakt zijn. Deze klachten hebben ook invloed op het dagelijks leven. Ook op de relatie met de mensen om iemand met PTSS heen, die ermee om moeten leren gaan.
PTSS en triggers
Mensen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) , hebben vaak last van triggers . Triggers kunnen klachten die bij PTSS horen veroorzaken, zoals flashbacks , nachtmerries, heel erge angst en vermijdingsgedrag.
PTSS uit zich niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk. Dat merk je aan een verhoogde alertheid en spierspanning. Dit kan gepaard gaan met bijvoorbeeld hoofdpijn, misselijkheid of spierpijn.
Een trauma herkennen
Je hebt last van sombere gevoelens en/of huilbuien en vaak ben je voortdurend gespannen. Een traumatische ervaring kan leiden tot het hebben van flashbacks van de gebeurtenis, herbelevingen van de gebeurtenis overdag of in je slaap.
Niet iedereen reageert op dezelfde manier op trauma, maar dit zijn enkele veelvoorkomende signalen: Cognitieve veranderingen: opdringerige gedachten, nachtmerries en flashbacks van de gebeurtenis, verwarring, geheugen- en concentratieproblemen en stemmingswisselingen.
Het is belangrijk om te weten dat sommige mensen ook gewicht kunnen verliezen vanwege de schommelingen in hormoon- en cortisolniveaus die optreden bij PTSS en C-PTSS .
Vrouwen hebben meer kans dan mannen om PTSS te ontwikkelen. Bepaalde aspecten van de traumatische gebeurtenis en biologische factoren (zoals genen) kunnen ervoor zorgen dat sommige mensen meer kans hebben om PTSS te ontwikkelen.
Je voelt je angstig, onrustig of prikkelbaar.Het herbeleven van de nare gevoelens van toen, is de belangrijkste klacht van iemand met PTSS. Het bewuste moment dat je steeds herbeleeft is ook de aanleiding van PTSS klachten.
Luister aandachtig en oordeel niet. Het kost tijd om te herstellen van een trauma. Zeg dus niet “het gaat vast snel over” en schep geen valse verwachtingen. Iemand met een PTSS heeft geen vertrouwen in een veilige wereld.
Wanneer een persoon met PTSS een trigger tegenkomt, kan dit ervoor zorgen dat ze de traumatische gebeurtenis opnieuw beleven . Dit kan leiden tot een scala aan reacties, van flashbacks en paniekaanvallen tot gevoelens van verdriet en wanhoop. Het begrijpen van deze interactie is essentieel voor het omgaan met PTSS.
Dissociatie is een verstoring en/of onderbreking van het normale psychisch functioneren, die van invloed is op onder andere het denken, geheugen, identiteit, emotie, perceptie, lichaamsbeleving, motorische controle en gedrag. Dissociatieve symptomen kunnen ieder gebied van het psychisch functioneren verstoren.
Herbelevingen worden meestal uitgelokt (getriggerd) door een zogenaamde 'trigger'. Dit kan gaan om subtiele dingen, zoals een geur of de klank van iemands stem.
Wat maakt PTSS erger? Lang wachten met behandelen is de voornaamste reden voor toename van de PTSS klachten. Hoe langer je wacht, hoe erger de klachten worden. Een slechte leefstijl, waaronder ongezonde voeding, alcohol- of drugsgebruik, is een risicofactor voor toenemende klachten.
Als je iets engs of schokkends (een traumatische gebeurtenis) meemaakt en dat niet goed verwerkt, dan kun je PTSS (posttraumatische stressstoornis) ontwikkelen. Het voelt dan alsof de nare gebeurtenis je achtervolgt met nachtmerries en levensechte herinneringen (flashbacks).
Volgens de resultaten werd de eerste hypothese ondersteund. Doodsangst voorspelde PTSS, zoals ondersteund door eerder onderzoek [16-18]. De relatie tussen doodsangst en PTSS wordt bevestigd en biedt een interessante mogelijkheid om het pad te suggereren. Doodsangst was positief gecorreleerd met PTSS-symptomen .
De belangrijkste klacht bij psychotrauma of PTSS is het steeds weer opnieuw beleven van de traumatische gebeurtenis. Opdringerige beelden, gedachten en angstige dromen over het trauma blijven terugkomen. Soms voelt het alsof de gebeurtenis opnieuw plaatsvindt, vooral wanneer iets in de omgeving eraan herinnert.
PTSS-symptomen kunnen op een redelijk constant niveau van ernst blijven. Individuen kunnen periodes hebben waarin de symptomen niet erg intens zijn en andere momenten waarop de symptomen oplaaien . PTSS-symptomen kunnen verergeren in tijden van stress of wanneer trauma-overlevenden aan het trauma worden herinnerd.
Posttraumatische stressstoornis (PTSS) kan ontstekingen in het lichaam veroorzaken.Deze extra ontsteking kan in sommige gevallen bijdragen aan galbulten . Volgens een onderzoek uit 2019 kunnen emotiegerichte copingstrategieën de ernst van chronische galbulten bij mensen met PTSS verergeren.
Getraumatiseerde proefpersonen hadden een grotere kans om te melden dat ze wakker werden door kortademigheid en een hoestbui, vergeleken met deelnemers zonder blootstelling aan trauma. Vergeleken met proefpersonen zonder PTSS, had de PTSS-groep een significant hoger risico op bijna alle astma-gerelateerde symptomen.
Symptomen van onopgelost trauma
Gebrek aan vertrouwen en moeite met openstaan voor andere mensen 6. Dissociatie en een aanhoudend gevoel van gevoelloosheid 7. Problemen met controle, om te compenseren voor het gevoel van hulpeloosheid tijdens het traumatische incident 8. Laag zelfbeeld en gevoelens van waardeloosheid 9.
Complex trauma (type III) is een specifieke vorm van chronisch trauma. Dat komt voor als er verschillende traumatische gebeurtenissen zijn geweest die zijn begonnen toen een kind nog heel jong was en die veroorzaakt werden door volwassenen die voor het kind zouden moeten zorgen en het zouden moeten beschermen.
Fases in verwerking
Je hebt eigenlijk weinig behoefte om met anderen over de gebeurtenis te praten. Je ontkent dat er iets is veranderd en wil de situatie niet onder ogen zien. Je probeert gedachten aan de gebeurtenis te negeren. Ook heb je minder interesse in de dingen die je normaal wel interesseren.