De vorm van de cel lijkt enigszins op een klein pantoffeltje.Het lichaamsoppervlak is bedekt met trilharen die zorgen voor de voortbeweging. Door de asymmetrische vorm draait het diertje zich om zijn lengteas rond als het zich met behulp van de trilharen verplaatst.
Het pantoffeldiertje eet vooral bacteriën, die het door beweging van zijn trilhaartjes in de mondgroef naar binnen veegt. In de cel kapselt het diertje de bacteriën in voedselblaasjes in, waarna ze worden verteerd. Zelf is het pantoffeldiertje voedsel voor dierlijk plankton, kleine vissen en andere waterdiertjes.
Het water krioelt van deze kleine beestjes, die maar uit één cel bestaan. Ze hebben de vorm van een pantoffel. Daarom heten ze pantoffeldiertjes.
Het voortplanten gaat bij pantoffeldiertjes meestal heel eenvoudig. Dit pantoffeldiertje krijgt in het midden een insnoering. Een paar minuten later zie je dat het diertje zich doormidden deelt. Er loopt een lijn midden over de cel,waar de cel zich in twee zal splitsen.
Pantoffeldiertjes zijn bacterivoor: ze voeden zich met van afgestorven plantenresten levende bacteriën. Het milieu waar de pantoffeldiertjes leven is zuurstofarm tot praktisch zuurstofloos door het rottingsproces dat door de bacteriën veroorzaakt wordt.
Zwemmen kunnen pantoffeldiertjes goed en snel. Met de trilharen slaan ze zich door het water. Die haren staan in regelmatige rijen schuin over het lichaam. In een regelmatige cadans worden ze bewogen om vooruit en achteruit te komen.
Bacteriën vormden het eerste leven op aarde. Het waren organismen die maar uit één celletje bestonden. Ze zijn waarschijnlijk ontstaan bij diepzeevulkanen (Black Smokers), waar warmte en voedingsstoffen vrijkwamen. Ze bestaan al heel lang: zeker 1,9 miljard jaar, maar misschien wel meer dan 4 miljard jaar.
Een eicel is de grootste cel die we kennen van het menselijk lichaam (op de zenuwcellen na). Deze is ongeveer 0,2 mm groot en daarom zichtbaar met het blote oog. Een eicel is dus ongeveer 60.000 keer groter dan een spermacel. Een zenuwcel kan wel tot 1,5 meter lang zijn, van de ruggegraat tot onze tenen.
Buiten de celkern komt in sommige organellen ook DNA voor. Vrijwel alle eukaryote cellen hebben mitochondriën met eigen DNA en bij planten wordt in plastiden zoals bladgroenkorrels DNA gevonden.
pantoffeldiertje kweken
Pantoffeldiertjes leven van dode resten van organismen. Pantoffel- diertjes zijn gemakkelijk te kweken door slootwater in een open bak met dode plantenresten of hooi gedurende enkele weken te bewaren bij een temperatuur van 20o. Pantoffeldiertjes vermenigvuldigen zich snel bij deze temperatuur.
Schimmels planten zich voort door middel van sporen. Dit zijn microscopische deeltjes die door de lucht vervoerd worden. Om tot nieuwe schimmels uit te groeien zijn voldoende vocht, een geschikte temperatuur en voedingsbodem (organisch, vaak houtachtig, cellulosehoudend materiaal) essentiële voorwaarden.
Amoebes zijn klein – zo'n 30 tot maximaal 800 µm (één µm is een duizendste van een millimeter). Dat is zo klein dat je ze met het blote oog niet kunt zien.
Eencellige organismen hebben geen organen waarmee ze ademhalen. Deze organen hebben ze ook niet nodig omdat ze voldoende zuurstof op kunnen nemen via het celmembraan. Grotere meercellige organismen hebben wel ademhalingsorganen nodig om voldoende zuurstof op te kunnen nemen.
De supergroep Amoebozoa bestaat uit eukaryote organismen die geen vaste vorm hebben, en ook voortdurend van vorm kunnen veranderen. Amoeben zijn eencellig, maar niet altijd klein. Sommige slijmzwammen, ook Amoebozoa, kunnen uitgroeien tot een blob van tientallen vierkante centimeters.
Met behulp van deze schijnvoetjes, pseudopodia, beweegt de amoebe zich voort en voedt zich. Hij sluit voedselpartikels in met zijn schijnvoetjes. Zo wordt een voedselvacuole gevormd. Deze versmelt vervolgens met een lysosoom waardoor het partikeltje verteerd wordt.
DNA molecuul
De mens heeft 3.200.000.000 verschillende DNA letters. Per cel bevat het DNA van de mens ongeveer 2 meter DNA en ons lichaam 74 miljoen km DNA, dat is meer dan 240x heen en terug naar de zon.
Het menselijk lichaam bestaat uit lichaamsdelen, met als hoofdindeling het hoofd, de romp, de armen met handen en vingers en de benen met voeten en tenen. Er zijn organen waarvan sommige, zoals de huid, zich uitstrekken over meerdere van deze lichaamsdelen. Andere organen zijn de hersenen en de maag.
Het grootste bot uit het menselijk lichaam is het dijbeen. Het kleinste is de stijgbeugel, een van de drie gehoorbeentjes.
1. Paradijsvogel. De paradijsvogel is de mooiste vogel ter wereld en tegelijk het mooiste dier. Er bestaan ruim 70 soorten van.
De schildpad. Het is al bekend dat schildpadden veel langer kunnen leven dan mensen. Zij kunnen honderden jaren leven, zonder dat hun organen verslechteren. Sommige mensen beweren zelfs dat als zij niet ziek zouden worden of opgegeten, dat ze onsterfelijk zouden zijn.
Het langstlevende dier op aarde is nog altijd de Noordkromp, een weekdier dat meer dan 500 jaar oud kan worden. Het langstlevende gewervelde landdier is de Galapagos reuzenschildpad (één van deze schildpadden wist een leeftijd van 177 jaar te bereiken).
Tot de eencellige eukaryoten behoren de protozoa zoals amoeben, veel soorten schimmels, veel soorten algen (behorende tot de rood-, bruin- en groenwieren) en pantoffeldiertjes. Veel eukaryote parasieten hebben een gereduceerde bouw en zijn eencellig. Niet altijd zijn alle organellen bij deze parasieten aanwezig.
Ze bewegen zich voort via uitsteekseltjes (flagellen of pilli) [1]. Er leven ontzettend veel verschillende bacteriën in onze omgeving, tot wel 5*1030.
Pantoffeldiertje: Celmembraan bevat trilhaartjes om voort te bewegen. Bevat celmond (instulping in cel) om voedsel op te nemen en voedingsvacuole te vormen. Celanus om onverteerde resten te verwijderen.