Begin altijd met een inleiding, waarin staat wat het onderwerp is, en waarom juist dit onderwerp, en leg bijvoorbeeld uit wat er verder in het werkstuk nog aan bod komt. Maak daarna een paar hoofdstukken. Eindig met een conclusie (die mag ook persoonlijk zijn). Helemaal chic is het om daarna nog de bronnen te noemen.
Een werkstuk bestaat uit de volgende delen:
Omslag • Kaft met titel • Inhoudsopgave • Voorwoord • Kern • Slotwoord • Bronvermelding • Nawoord Deze delen moeten worden ingeleverd in bovengenoemde volgorde. Elk deel en elk hoofdstuk start op een nieuwe pagina.
Voorkant. Op de voorkant van je werkstuk komt de titel, eventueel met ondertitel, bijvoorbeeld: De bevolkingsdichtheid in Nederland. Het verschil tussen de Randstad en het Oosten van het land. De titel staat meestal op de bovenste helft van het titelblad, in grote letters.
De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en vormt hierbij het beginpunt van je onderzoek. In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
Je werkstuk eindig je met een slotwoord. Vertel hierin hoe je het vond om het werkstuk te maken, wat je ervan geleerd hebt en eventueel hoe je het hebt aangepakt.
De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Je werkstuk moet minimaal drie hoofdstukken hebben, tenzij je juf of meester iets anders vraagt. Ieder hoofdstuk bestaat, met plaatjes en tekst, uit minstens 1 bladzijde (A4). Denk aan tekeningen en plaatjes! Dan is je werkstuk leuk om naar te kijken.
In het voorwoord van je scriptie of essay geef je aan waarom je voor je onderzoeksonderwerp hebt gekozen, voor wie het onderzoek is bedoeld (doelgroep) en wat je ervaringen waren tijdens het schrijven. Ook is het voorwoord de plek om mensen te bedanken die je met je onderzoek hebben geholpen.
In het voorwoord beschrijft u waarom u ervoor hebt gekozen over het onderwerp te schrijven, wat u er moeilijk aan vond en wie u geholpen heeft bij het schrijven van uw boek of verslag. Het eerste stuk tekst dat de lezers van uw boek of verslag lezen, is het voorwoord.
Een goede manier om een inleiding te beginnen, is een persoonlijke anekdote die een direct verband houdt met je schrijfwerk. Vertel bijvoorbeeld hoe jouw eigen interesse voor het onderwerp is ontstaan, of op welk moment je op het idee bent gekomen om je boek of scriptie te schrijven.
In de inhoudsopgave neem je naast alle hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen in de basistekst, ook het voorwoord, de samenvatting, referentie- of literatuurlijst en bijlagen op. In de inhoudsopgave geef je bij alle bovengenoemde onderdelen ook de paginanummers weer, behalve bij het voorwoord en de samenvatting.
In de laatste alinea van de inleiding geef je een korte beschrijving van de opbouw van het document en de manier waarop je de centrale vraag gaat beantwoorden. Je maakt de lezer als het ware wegwijs in je document.
In de inleiding van je scriptie of afstudeeronderzoek (beroepsproduct/ portfolio etc.) introduceer je jouw onderwerp. Je beschrijft ook de aanleiding, doelstelling, probleemstelling en deelvragen (/hypotheses) van jouw onderzoek.
In je inleiding geef je algemene informatie over je onderwerp en baken je je onderwerp af zodat je lezer weet waar je onderzoek over gaat. Met die informatie beschrijf je jouw doelstelling, probleemstelling en presenteer je de hoofdvraag en deelvragen van je scriptie.
Antwoord. In gewone lopende tekst en bovenaan in een brief heeft 14 april 2011 de voorkeur. De verkorte notatie krijgt streepjes of punten: 14-04-2011, 14.04.2011. In een internationale context of wanneer er op de datum gesorteerd moet kunnen worden, is de volgorde omgekeerd: 20110414, 2011-04-14.
Bijgewerkt op 28 oktober 2021. Een hbo-scriptie is gemiddeld 15.000 woorden lang, een bachelorscriptie heeft tussen de 7.000 en 12.000 woorden en een masterscriptie is meestal tussen de 12.000 en 20.000 woorden lang. Je moet nagaan wat de eisen zijn van je opleiding om exact te weten hoeveel woorden je moet schrijven.
Het is gebruikelijk om het voorwoord te beginnen met een korte beschrijving of vermelding van de context (opleiding, onderwerp). Vervolgens bedankt je de mensen die op enigerlei wijze hebben bijgedragen aan jouw onderzoek of scriptie, zoals de scriptiebegeleider of stagebegeleider.
De inleiding van een essay is meestal niet langer dan een of twee paragrafen en maakt normaliter ongeveer 10 tot 20 procent uit van je tekst.
Het voorwoord komt voor de inleiding. Een voorwoord is in principe optioneel maar kan voor een scriptie of verslag wel duidelijkheid bieden. Daarnaast geeft het je de kans om degene die je geholpen heeft, te bedanken.