De lavendel is één van de makkelijkste planten om te snoeien, want het enige wat je hoeft te doen is takjes met de dode, uitgebloeide bloemetjes weghalen. Dat mag vrij rigoureus: je kunt met een heggenschaar alle dode takjes wegknippen tot een hoogte van ongeveer 15 tot 20 cm. Na de bloei snoei je dus tot ⅓ terug.
Lavendel snoeien in het najaar (na de bloei)
Het wordt ook wel vormsnoei genoemd. Je knipt daarbij de uitgebloeide bloemen af met een heggenschaar en neemt een klein stukje van de bovenkant van het groen mee. Zo krijgt hij weer vorm. Het 'echte' snoeien doe je pas in het voorjaar.
Het is erg goed mogelijk om uw lavendel hetzelfde jaar nog een keer te laten bloeien. Door in het najaar de uitgebloeide bloemen af te knippen (lichtelijk snoeien; bekijk hiervoor de video), stimuleert u de lavendel om nog een keer te bloeien.
Het is echt wel nodig om de planten mooi in vorm te houden. Niet gesnoeide lavendel zal snel verwilderen en de groei zal zich verplaatsen van de binnenzijde van de plant naar de buitenzijde. De plant groeit dan enkel nog aan de toppen terwijl de rest van de twijgen sterk gaat verhouten en kaal wordt.
Wij adviseren om de lavendel tweemaal per jaar te snoeien. De eerste keer na de bloei, waarbij je alleen de uitgebloeide bloemtakken wegsnoeit. De tweede keer na de winter (begin maart), waarbij de 1-jarige scheuten van vorig jaar tot bijna op het oude hout teruggesnoeid mogen worden.
Plant lavendel nooit in bemeste tuinaarde. Bemeste tuinaarde is namelijk dodelijk voor de plant. Lavendel bemesten is sterk af te raden, de plant kan hiervan doodgaan. De plant bloeit het beste in kalkrijke grond.
Het is wel belangrijk om de Lavendel ieder voorjaar kort te snoeien (ca. 15 cm boven de grond) zodat er vanuit het hart steeds weer jonge scheuten groeien. Wordt de plant niet kort geknipt dan zal de Lavendel snel verhouten en uit elkaar vallen.
In de periode eind maart-april kun je voor het eerst snoeien, steeds zo diep als er nog scheuten of uitlopers aan de plant zitten en nooit daaronder. Hoe later je snoeit, hoe later de struik gaat bloeien. De tweede snoeibeurt geef je als de lavendel is uitgebloeid, in augustus, uiterlijk september.
Lavendel is een heerlijk geurende én groenblijvende heester. Ideaal voor in de border maar ook leuk in een pot op het terras.
De lavendel heeft niet heel veel water nodig. Lavendel in pot kun je het beste, als het niet geregend heeft, 2x per week water geven. Wanneer de lavendel in de tuin staat geef je hem alleen water als het erg warm en droog is. Let wel op dat je bij aanplanten in het begin ruim water geeft.
Lavendel mag je (bijna) nooit water geven. Zelfs in droge periodes in de zomer vindt de plant zelf nog zijn water. Enkel bij nieuwe aanplantingen moet je water geven in droge lentes en zomers. Lavendel zal zelden afsterven vanwege te weinig water, echter wel bij teveel water.
De heerlijk geurende plant is al tijden een populaire plant om meerdere redenen. Naast de heerlijke geur en de mooie paarse kleur, trekt de lavendel vlinders aan. Daarnaast bloeit de plant lang, van juni tot ver in de nazomer.
De hoofdsnoei valt eind maart/begin april nog voordat lavendel gaat groeien. Knip terug tot boven jonge scheutjes. Snoei de plant niet helemaal kaal, of te ver in het oude hout, u loopt dan het risico dat de takken niet meer uitlopen.
Lavendel houdt absoluut niet van vochtige grond, dus 1 x per week (en bij heel veel droogte/warmte 2x per week) een beetje water is ruim voldoende. Liever ze te droog houden dan te nat. Zeker met deze temperaturen is om de dag water geven niet voldoende, en moet je elke dag wateren.
Het snoeien van verwaarloosde lavendel
Hij is misschien nog te redden. Duw de takken opzij en kijk of er nieuwe scheuten te vinden zijn. Deze vind je meestal in het midden van de plant. Knip de kale, verhoute delen van de lavendel ver terug met de heggenschaar, zodat het zonlicht de nieuwe scheuten kan bereiken.
In deze fase (augustus tot oktober) kunnen de uitgebloeide bloemen worden afgeknipt. Die kun je bijvoorbeeld laten drogen en in zakjes stoppen, om de geur nog een beetje langer te bewaren. Snoei nu vooral niet te diep, zodat de plant zich nog kan verweren tegen de vorst.
Na de bloei: zodra de eerste scheuten verdwijnen, insnoeien 10 tot 15 cm boven de grond. Lavendel zal dan opnieuw bloeien op de nieuw gevormde scheuten. Een oudere, verhoute lavendel snoei je best 20 - 25 cm boven de grond in. Dit doe je best met een snoeischaar of haagschaar.
Reacties. lavendel gaat jaren en jaren mee, als je zowel in voor- als najaar de plant een beetje snoeit, zodat hij zich kan verjongen. doe je dit niet, dan gaat de struik verhouten, en wordt hij armetierig.
De plant krijgt te weinig zonlicht
Lavendel is een plant die van veel zon houdt. Het liefst staat de plant de hele dag in zon, waardoor de plant ook beter gaat groeien en bloeien. Eén van de meest voorkomende oorzaken waarom een Lavendel niet bloeit, is dat deze te weinig zonlicht krijgt.
Kuiflavendel (Lavandula stoechas) 'Anouk' bloeit vroeger in het jaar dan de 'gewone' lavendel (Lavandula angustifolia) en bloeit bovendien langer door: van vroeg in het voorjaar tot laat in de zomer. De meest intense bloeitijd is mei-juli.
Lavendel zijn groenblijvende planten die hun bladeren zelfs tijdens de vegetatierust behouden. Dit vraagt om een lichte plaats in de kas, serre of voor het raam. De temperaturen moeten bij voorkeur laag blijven, omdat hoge temperaturen de plantengroei tijdens de rustperiode stimuleren.
Wat zon betreft is de volle zon de meest ideale standplaats voor jouw Lavendel. Maar halfschaduw of een schaduw standplaats is ook geen enkel probleem. Wel moet je rekening houden met het feit dat jouw Lavendel minder uitbloeit zoals die dat wel doet in de volle zon. Ook zal de Lavendel minder bloemen bevatten.
Voeding. Lavendel heeft geen mest nodig. Plant lavendel dan ook niet in bemeste tuinaarde, daar gaat het in dood. Kalk is wel een must, vooral in herfst, winter en voorjaar.
Bemeste tuinaarde is namelijk dodelijk voor de plant. Het is dus sterk af te raden om lavendel te bemesten.
Lavendel heeft minimaal 6-8 uur dagelijkse blootstelling aan de zon nodig en geeft de voorkeur aan warme en matig droge klimaten, milde winters en zonnige zomers.