Klik in het document op de plaats waarop u de bronvermelding wilt invoegen. Klik op het tabblad Documentelementen onder Verwijzingen op Beheren. Dubbelklik in de Lijst met bronvermeldingen op de bron die u wilt vermelden. De bronvermelding verschijnt in het document.
Dat heet citeren en doe je door na het overgenomen stukje tekst de achternaam van de auteur, het publicatiejaar en het paginanummer te vermelden. Let erop dat je leesteken ná het sluiten van de aanhalingstekens komt. “Deze zin heb ik letterlijk overgenomen uit een internetbron” (achternaam, 2021, p. 1).
Basisregel: Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiejaar of update). Titel van het document of de website. Geraadpleegd op dag maand jaar, adres website. Basisregel: Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiedatum).
Een verwijzing in de tekst voor een boek bevat de achternaam van de auteur, het jaartal en (indien relevant) een paginanummer. In de literatuurlijst begin je met de achternaam van de auteur, gevolgd door een komma en de initialen. Hierna komt het jaartal tussen haakjes te staan.
Een bron in de literatuur is een stuk tekst waar andere teksten op gebaseerd zijn. Een bron kan ook een persoon zijn. Hoe betrouwbaarder de bronnen zijn waar een tekst op gebaseerd is, des te betrouwbaarder is de tekst zelf ook. Het meest betrouwbaar zijn (in principe) wetenschappelijke bronnen/ artikelen.
Achternaam Auteur, Initialen.(Jaar).Titel scriptie of dissertatie [Ongepubliceerde type scriptie of dissertatie].Naam Universiteit.
De kruisverwijzing invoegen
Klik op het tabblad Invoegen op Kruisverwijzing. Klik in het vak Verwijzingstype op de vervolgkeuzelijst om het item te kiezen waarnaar u een koppeling wilt maken. De lijst met beschikbare items is afhankelijk van het type item (kop, paginanummer enzovoort) waarnaar u een koppeling maakt.
De bronnenlijst is een complete lijst van gebruikte publicaties. Bij de citaten en parafrases in je tekst verwijs je naar de bronnenlijst. Zie ook Citeren en Parafraseren. In de bronnenlijst sorteer je alle gebruikte referenties op achternaam van de auteur.
Alle bronnen die je gebruikt hebt om je profielwerkstuk te schrijven moet je opnemen in een bronnenlijst achterin het werkstuk. Oftewel titels van boeken, krantenartikelen, webadressen van gebruikte webpagina's, meetresultaten van eigen onderzoek en wetenschappelijke artikelen.
Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
APA-verwijzingen in de tekst bestaan uit de achternaam van de auteur en het jaar van publicatie.Wanneer je een specifiek deel van een bron aanhaalt, moet je ook het paginanummer of het bereik opnemen in je verwijzing. Voorbeelden zijn: (Benders, 2020, p. 70) of (Ayuk, 2021, pp. 39-41).
Een verwijzing in de tekst volgens APA-richtlijnen bestaat uit de achternaam van de auteur en het publicatiejaar.Als je naar een specifiek deel van een bron verwijst, moet je ook een plaatsaanduiding toevoegen, zoals een paginanummer of tijdstempel. Een voorbeeld is: (Habibi, 2021, p. 170).
Als je een scriptie schrijft, is het belangrijk dat je de gelezen literatuur zorgvuldig verwerkt. Je bronvermelding moet volledig zijn. Daarmee laat je zien dat je voortbouwt op kennis van anderen. Als je je bronnen niet vermeldt, maak je jezelf schuldig aan plagiaat.
Iedere bron schrijf je eenmaal op in de literatuurlijst, ook wanneer je meerdere malen in de tekst verwijst naar dezelfde bron.
Verwijzen naar een ongepubliceerde scriptie of dissertatie
Wil je een ongepubliceerde scriptie of dissertatie verwerken in de literatuurlijst, dan dien je achter de titel in blokhaken te vermelden dat het gaat om een ongepubliceerde bron. Achter de bronverwijzing in de tekst plaats je bij deze bronnen een voetnoot.
De eerste manier is door de bijlage tussen haakjes te noemen: 'Het volledige interview is te lezen in de bijlagen (zie Bijlage II)'. Een andere manier is om naar de bijlage te verwijzen in de tekst zonder haakjes te gebruiken: 'In Bijlage II vind je de volledig uitgeschreven interviews'.
Hoe verwijs je naar de bijlagen? Het is belangrijk dat je in de hoofdtekst minimaal één keer verwijst naar elke bijlage. Dit kan op twee manieren: door de bijlage tussen haakjes te noemen of door naar de bijlage te verwijzen in de lopende tekst. Verwijzen naar een specifiek onderdeel van een bijlage kan ook.
Een bijlage komt na de bronnenlijst. Wanneer een bijlage verwijzingen naar een bron bevat, wordt hier op dezelfde manier naar verwezen als in de tekst. De volledige verwijzing komt in de bronnenlijst te staan. Bij meer dan één bijlage worden deze aangeduid met Bijlage A, Bijlage B, Bijlage C, etc.