Grote (5 cm en groter) plant je 15 cm diep en kleine (2,5 - 5 cm) 7 tot 10 cm diep. Zet de bloembollen zachtjes in de grond met de punt naar boven. Duw hierbij niet te hard want dan beschadigen ze. Grote hebben een afstand van 7 tot 20 centimeter nodig en kleine 3 tot 7 centimeter.
Bollen in de grond laten
De bloembollen van de meeste voorjaarsbloeiers kun je in de grond laten zitten, als je de laatste bladerresten hebt verwijderd. Je hoeft ze maar een keer in de grond te stoppen en je hebt er jaren plezier van. Voorbeelden hiervan zijn het sneeuwklokje, de narcis en de sterhyacint.
In het najaar, van september tot december, plant u voorjaarsbloeiende bloembollen.In het voorjaar, vanaf maart tot mei, plant u zomerbloeiende bloembollen. Lees hier meer over hoe en wanneer u bloembollen plant.
Over het algemeen kun je stellen dat uitgebloeide voorjaarsbollen gewoon in de grond kunnen blijven. Alleen tulpenbollen houden niet van de vorstperiode en zijn gevoelig voor ziektes. Het is dan ook slim om deze tijdig uit de grond te halen als je er meerdere jaren van wilt genieten.
Bollen pellen
Na het rooien pelt men de bollen door de kleine broedbolletjes onder de bollen te verwijderen. Deze broedbolletjes kun je net als de volwassen bloembollen bewaren en het volgende jaar opnieuw planten. Je zult zien dat deze bollen ieder jaar een stukje groeien en zich uiteindelijk ook gaan vermeerderen.
Bloembollen zijn levende planten, geen zaad, waardoor ze uitdrogen als je te lang wacht.
Belangrijk is om de grond eerst goed los te maken voordat je de bollen poot. Hoe diep je de bollen poot is afhankelijk van de grootte. De veelgebruikte vuistregel voor het poten van bollen is twee keer zo diep als de bol hoog is. Kleine bollen poot je op ongeveer 10 cm diepte en de grote bollen 20 cm diep.
Plant de bloembollen in de potgrond. Voor een kleurrijk resultaat gebruik je extra veel bloembollen. Ze kunnen dichter op elkaar geplant worden dan in de tuin; maximaal een boldikte uit elkaar.
Plant de bollen nooit op een dag dat het heel hard regent of als het vriest. De kans dat de bollen hierdoor verrotten of bevriezen is dan vrij groot en dat zou zonde zijn.
Bewaar uitgebloeide bloembollen in een kartonnen doos
Je kunt de bloembollen van eind september, oktober tot zelfs in november weer planten. De meeste van de voorjaarsbloeiers uit een bol plant je in september. Denk aan sterhyacint, sneeuwklokjes, dwergiris en de krokus.
Verwilderingsbollen zoals lenteklokjes, krokussen, narcissen, sneeuwklokjes en sterhyacinten, lijken een beetje op meerjarige bollen. Je hoeft ze ook maar een enkele keer te planten en dan komen ze ieder jaar terug. Daarbovenop vermeerderen deze bollen zich ook, zonder dat je er iets aan hoeft te doen.
Geef ze geregeld – één tot twee keer per week - een slokje water, maar ook niet meer dan dat. Bij te veel water gaat de bol rotten. Als de aarde lichtjes vochtig aanvoelt, doe je het goed. Extra voeding hebben bollen-op-pot niet nodig; alle maaltijden voor enkele weken groei en bloei zitten in de bol opgeslagen.
Bollen die vroeger bloeien zoals crocussen of iris reticulata worden daar in lagen bovenop geplant. Bollen kunnen probleemloos boven elkaar staan. Ze bloeien dus als gewoonlijk, na elkaar, maar dan op dezelfde plek. Zo creëer je afwisseling en kun je een pot of bak wekenlang laten bloeien.
Er is een ezelsbruggetje om te onthouden hoe diep en hoe ver uit elkaar je bloembollen plant. Houd voor de plantafstand 3x de breedte van de bol aan, en houd voor het planten ook 3x de hoogte van de bol aan. Tulpen van 5 centimeter moeten dus 15 centimeter diep en 15 cm uit elkaar worden geplant.
gebruik je 15-25 per m2. Van nóg hogere soorten (zoals tulpen, narcissen, zomerklokje) kunnen 12 tot 15 bollen per m2 gebruikt worden, en voor de grootste kanjers (grootbloemige Allium, indianenbloem bijv.) 3 tot 5 per m2.
In februari is het vaak nog te koud om de bollen, die in het najaar in de tuin geplant zijn, vanuit de grond omhoog te zien groeien en bloeien. Maar daar is een oplossing voor: Voorjaarsbollen op pot. Hiermee vervroegt u het voorjaar in de tuin en in de huiskamer.
Verzorging. Bloembollen-op-pot hebben behoefte aan voldoende water, dus geef ze 1 tot 2 keer per week wat water.
Onthoud ook dat de meest bloembollen houden van goed afwaterende grond. Heb je zware grond, zoals klei, plant dan bollen die daarvan houden, zoals kievitsbloemen, of verbeter de drainage met zand en compost.
U kunt de bloembollen na de bloei opgraven en bewaren of ze 2-3 jaar laten zitten. Tulpenbollen die in de grond blijven bloemen produceren. De tulpen zullen wel elk jaar kleiner worden.
Vermeerdering door deling
Gelukkig vermeerderen de meeste bolgewassen zich gemakkelijk door het afsplitsen van kleine bloembollen van de hoofdbol. Het grote voordeel van deling van de ouderplant is dat alle geselecteerde eigenschappen in de nieuwe bloembollen behouden blijven.
De bollen verwijderen en volgend jaar nieuwe aanschaffen, de bollen in de grond laten zitten óf de bollen uit de grond halen en volgend jaar weer planten. Laat je de bollen nadat je ze gekopt hebt in de grond zitten, dan heb je kans dat ze het volgende jaar weer bloeien.