Het Roermonds (Remunjs) is het stadsdialect van Roermond.
Iemand moet de laatste zijn.
Dit keer: 7 typisch Limburgse uitdrukkingen. Aomzeike (mieren), sjwelmensje (aardappel), pompestein (aanrecht) en kammezeualke (gilet) zijn woorden die steeds minder worden gebruikt in het dialect. Om ons geheugen op te frissen neemt Chapeau het Limburgs dialect nog een keer door.
Het Limburgs valt uiteen in meerdere varianten met eigen kenmerken, zonder dat sprake is van een aanvaarde overkoepelende standaardvorm. De dialecten worden gesproken in het overgrote deel van zowel Belgisch als Nederlands Limburg.
En om deze lijst mooi af te sluiten: hajje! Met deze uitdrukking neem je gepast afscheid in het Limburgs.
In Limburg wordt er eigenlijk op dezelfde manier gegroet als in de rest van Nederland, alleen uiteraard met gebruikmaking van die typisch Limburgse woorden. Goedendag wordt dan goojendaag. Hallo blijft hetzelfde. Hoi wordt vooral gebruikt tussen mensen die elkaar al kennen en natuurlijk tussen en door jongeren.
Haije - regionale Limburgse afscheidsgroet. In Noord-Limburg en rondom Nijmegen wordt meestal Houje gebruikt, als mengvorm tussen Brabants en Limburgs. Hallo - Dag (Daag), Hoi, Hé - Minder formeel. Harre en Agoeie - in delen van Friesland.
Ocherm! Een uitdrukking van oprechte medeleven, die blijkbaar buiten Brabant als sarcastisch en wat overdreven ervaren wordt.
De Leuf is een restaurant in de Nederlandse plaats Ubachsberg. Het restaurant stond vanaf 1988 tot aan zijn overlijden op 10 april 2014 onder leiding van chef-kok en eigenaar Paul van de Bunt. Van de Bunt presenteerde een traditionele Franse cuisine met een moderne artistiek vormgegeven gerechtopmaak.
7. Haije! Waneer je weggaat zeg je: 'Haije! ' Beter bekend als: Doei en Hoije hé!
Van alle inwoners van de provincie Limburg van 18 jaar en ouder spreekt ruim driekwart (78%) één van de dialecten van de Limburgse taal. 67% daarbinnen spreekt het Limburgs naar eigen zeggen vloeiend en de andere 11% spreekt het wel, maar gebrekkig.
(Noord-Nederland): /prost/ (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /prost/
Kenmerken. Typerend voor het Roermonds zijn onder meer de woorden det en hert, waarvan de Zuid-Limburgse tegenhangers dat en hart zijn. Een ander typisch kenmerk van het Roermonds is het ontbreken van tweeklanken die in de naburige dialecten wel voorkomen.
Zwoel = 'drukkend warm, broeierig'
Zwoel kan ook in figuurlijke zin 'broeierig' betekenen. In een zwoele blik of een zwoele stem betekent het dan 'sensueel, zinnelijk'.
Voor algemene teksten gebruiken we het Algemeen Geschreven Limburgs, ook wel bekend als AGL. Dit is een poging om een soort Limburgse standaardschrijftaal te creëren die boven de dialecten staat en waar kenmerken van meerdere Limburgse dialecten in verwerkt zijn.
In de regio Parkstad is dat woord helemaal ingeburgerd. Waar dat 'tuup' ooit een beetje denigrerend bedoeld was, is het tegenwoordig uitgegroeid tot een geuzennaam. Wie echt trots is op zijn streek, draagt dit soort dialectwoorden tegenwoordig pontificaal op z'n kleding.
Deze uitroep is niet uniek voor Limburgers. Ook Brabanders hoor ik (och) germ zeggen. Etymologisch gezien vrij makkelijk te verklaren: och arme wordt och erme, en al samengetrokken krijg je dan (och) germ. Je gebruikt het dus als je medelijden hebt met iemand.
Het woord Limburger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Iech haw vaan diech.
Ik hou van je.
Enne? Ja, dit is misschien wel het meest gebruikte woordje in Maastricht. Als iemand dit aan je vraagt, zeg je maar gewoon terug auch enne. Het betekent eigenlijk zoiets als: hoe gaat het met je en wordt vaak gebruikt om een gesprek met iemand aan te knopen.
In Limburg zeggen ze 'Haje'. Dan heb je nog doei, doeg, dag enz.
De Franse katholieken zouden elkaar begroeten in de naam van de vader, de zoon en de heilige geest, waarbij ze elkaar 3 keer een kus op de wang geven. Deze vorm zou overgewaaid zijn naar Nederland waar de begroeting de Brabantse drieklapper wordt genoemd.
Natuurlijk zijn er omstandigheden, dat men aan dit voorschrift niet strikt de hand kan houden. Jongere personen groeten ouderen het eerst op straat. Lager geplaatsten groeten hun chefs, werkgevers e.a. hooger geplaatsten het eerst. (Dit geldt ook voor vrouwelijke kantoor- en fabriekspersoneel e.d.).