Een 30 km weg of zone zal worden aangegeven door een 30 km bord, al dan niet met de toevoeging zone. Hierop kan vervolgens worden gehandhaafd. Een 30 km straat bestaat uit een rijbaan en een aparte stoep. Een 30 km straat heeft zowel de functie van doorrijden als die van bijvoorbeeld speelruimte.
Het begin en einde van een 30km/uur-gebied moeten duidelijk herkenbaar zijn door een poortconstructie: met borden, ondersteund door een in- en uitritconstructie. Binnen een 30km/uur-gebied heeft verkeer van rechts voorrang; er zijn in beginsel geen voorrangswegen of -kruispunten.
Een 30km/uur-gebied wordt ook wel een 'zone 30' of 'verblijfsgebied' genoemd. Het gebied ligt meestal binnen de bebouwde kom en bestaat uit aaneengesloten erftoegangswegen met een snelheidslimiet van 30 km/uur. De gebieden hebben een verblijfsfunctie waar langzaam en gemotoriseerd verkeer mengen.
- Erftoegangsweg, een erf of woonstraat waar maximaal 30 km/uur geldt, iedereen op dezelfde rijbaan rijdt en geen belijning aanwezig is. Op kruispunten geldt: bestuurders van rechts gaan voor.
Een erf kan binnen een 30km zone liggen. Het betekent alleen dat in dat specifieke gebied, binnen die 30km zone, maar 15 gereden mag worden. Bij het verlaten van het erf, rijd je nog steeds in die 30 zone. Verlaat je vervolgens die 30 zone, ben je nog steeds binnen de bebouwde kom, dus mag je dan 50km/u.
Oorspronkelijk is een woonerf een doodlopende weg, waar alleen auto's komen die het erf als bestemming hebben. Tegenwoordig zijn vaak ook doorlopende wegen omgebouwd tot erf. De in- en uitgangen zijn dan verhoogd. Je herkent een erf aan zijn eigen verkeersborden.
Artikel 66. Als boven een verkeersbord het woord "zone" staat en een aanduiding van het gebied van de zone is toegevoegd, dan geldt het bord in het aangegeven gebied.
Hoe zie ik hoe hard ik mag rijden? Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster.
Je herkent de autoweg hier aan het blauwe bord met de witte auto. Dit zijn vaak de N-wegen. Een N-weg waar 100 kilometer per uur gereden mag worden is herkenbaar aan een dubbele doorgetrokken streep met een groene vulling. Let wel: de borden zijn maatgevend!
Binnen of buiten de bebouwde kom
Binnen de bebouwde kom staat het bord vóór het kruispunt en buiten de bebouwde kom erna. Op deze manier kun je bepalen of de maximumsnelheid die voor jou geldt op dat moment 50 km/u of 80 km/u is.
Voor parkeren binnen 30 km- zones bestaan geen speciale regels. Parkeren is dus toegestaan, tenzij dit uitdrukkelijk is verboden via bebording of voortvloeit uit de verkeerswetgeving.
Veel mensen denken dat voetgangers hier overal voorrang hebben. Dit is echter niet juist. Binnen een zone 30 gelden dezelfde verkeersregels als erbuiten, alleen is de toegelaten snelheid beperkt. Wel wordt een zone 30 ingericht zodat voetgangers er op een veilige manier gebruikmaken van de gehele publieke ruimte.
Plaats de borden niet te dicht tegen de weg aan, houdt binnen de bebouwde kom bij voorkeur minimaal een afstand van 0,60 m aan, en houdt buiten de bebouwde kom bij voorkeur minimaal 1,80 m aan.
Een zone 30 is een gebied waar je niet sneller mag rijden dan 30 kilometer per uur. Zone 30 is ingevoerd omdat de woonfunctie daar belangrijker is dan de verkeersfunctie. Chauffeurs rijden traag waardoor de verkeersleefbaarheid stijgt en de straten veiliger worden.
Asverspringing (eenzijdige wegversmalling)
Negatief effect van deze maatregel is de mogelijkheid tot het klemrijden van fietsers en een vermindering van het aantal parkeerplaatsen. De nadelen van deze maatregel zijn dus vaak groter dan de voordelen.
Een fietsstraat is een straat die ingericht is als fietsroute, maar waarop tevens auto's zijn toegestaan. Dit autogebruik wordt echter beperkt door het karakter en de inrichting van de fietsstraat.
50 km/h is de standaard binnen de bebouwde kom. Zoals aangegeven merk je dat aan het plaatsnaambord dat je voorbij rijdt. De rijbaan wordt vaak aangegeven door middel van een onderbroken of doorgetrokken streep tussen jou en de tegenligger.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
In de avond en nacht (van 19.00 tot 06.00 uur), mag u op sommige snelwegen 120 kilometer per uur of 130 kilometer per uur rijden. De maximumsnelheid in de avond en nacht is dus op veel snelwegen hoger dan overdag.
Kortom: verlaat men de bebouwde kom dan is vaak sprake van N-weg; de maximumsnelheid bedraagt 80 kilometer per uur. En hoe zit het met de snelheid op autosnelwegen, herkenbaar aan bord G1? Daar varieert de maximumsnelheid van 100 tot maximaal 130.
Provinciale wegen hebben over het algemeen de nummers 175 en hoger en kunnen zowel N- als A-wegen zijn. De nummers 1 t/m 174 zijn gereserveerd voor interprovinciale wegen. 175 t/m 399 zijn voor de provinciale wegen.
Uit jurisprudentie blijkt dat langer dan 10 minuten stilstaan inhoudt dat er sprake is van parkeren. Kiss and Ride is dan gelimiteerd tot maximaal 10 minuten stilstaan.
Waarschuwingen. Een driehoekig wit bord met een rode rand waarschuwt je voor mogelijke gevaren op de weg. Op het bord wordt aangegeven waar voor wordt gewaarschuwd.
In een parkeerverbodzone geldt overal een parkeerverbod. Er mag alleen geparkeerd worden op parkeerplaatsen. De zone stopt na het verkeersbord dat het einde van de zone aangeeft.