Hoe wordt de diagnose slokdarmkanker gesteld? De huisarts doet vaak eerst een bloedonderzoek. Slokdarmkanker kan zelf niet worden aangetoond in het bloed. Maar de arts kan wel met een algemeen bloedonderzoek kijken hoe je conditie is.
SlokdarmkankerHoe herken ik het? Heb je het gevoel dat voedsel niet goed zakt of blijft steken in de slokdarm, onverklaarbaar gewichtsverlies en pijnlijk en/of vol gevoel in de buurt van het borstbeen? Deze symptomen kunnen met slokdarmkanker te maken hebben.
Om de juiste diagnose te kunnen stellen, moeten er onderzoeken worden uitgevoerd. Voor slokdarmkanker kunnen de volgende onderzoeken plaatsvinden: Lichamelijk onderzoek. Bloedonderzoek.
Slokdarmkanker begint in het slijmvlies dat de binnenkant van de slokdarm bekleedt. Vroegtijdige vormen worden meestal bij toeval ontdekt tijdens een inwendig kijkonderzoek. De tumor groeit zowel naar binnen toe als door de wand heen (door de spierlaag en bindweefsellaag) naar omliggende weefsels en organen.
blijvende pijn of een vol gevoel achter het borstbeen of in de bovenbuik. vaak de hik hebben.
Een pijnlijk of vol gevoel achter het borstbeen
Een tumor in de slokdarm kan een pijnlijk of drukkend gevoel geven achter het borstbeen. Ook kan het soms pijnlijk zijn als voedsel langs de tumor naar beneden zakt.
In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 2.650 mensen slokdarmkanker. Slokdarmkanker is moeilijk te genezen. Wel is de 5-jaarsoverleving in 30 jaar tijd gestegen van 7 naar 25% Dat was niet gelukt zonder onderzoek. Artsen onderzoeken - met steun van donateurs van KWF - hoe ze slokdarmkanker beter kunnen behandelen.
Leeftijd. Het percentage patiënten met slokdarmkanker dat ouder is dan 65 jaar bij diagnose is 69%. Bij maagkanker ligt dit percentage hoger: 76%. Bij slokdarmkanker is 8% van de patiënten jonger dan 55 jaar; bij maagkanker is dit 10%.
Goedaardige tumoren van de slokdarm zijn zeldzaam. Zij geven per definitie alleen lokale klachten en zaaien niet uit. Behandeling is alleen nodig wanneer er klachten zijn of wanneer er kans bestaat dat er in de goedaardige tumor kanker zal ontstaan.
Bij mensen met uitgezaaide slokdarmkanker gaat de situatie vaak snel achteruit. Van de 100 patiënten met slokdarmkanker in stadium IV zijn er na 1 jaar nog 20 in leven.Na 3 jaar leven er van de 100 patiënten met slokdarmkanker in stadium IV minder dan 5.
Slokdarmkanker komt de laatste jaren steeds vaker voor. Per jaar krijgen ruim 2.500 mensen in Nederland te horen dat ze de ziekte hebben. De meeste van hen zijn ouder dan 55 jaar. Mannen krijgen vaker slokdarmkanker dan vrouwen.
Slokdarmkanker komt redelijk vaak voor. Elk jaar krijgen in Nederland ongeveer 2500 mensen de diagnose slokdarmkanker. Na 5 jaar zijn gemiddeld nog 24 van de 100 mensen in leven. Voor de prognose maakt het veel uit in welk stadium de ziekte is als het ontdekt wordt.
Roken, alcohol en veel vlees eten verhogen de kans op slokdarmkanker. Overgewicht, vaak zeer hete drank drinken, en bestraling (bij bijvoorbeeld borstkanker) vergroten de kans op slokdarmkanker. Bij slokdarmkanker kunt u merken dat het eten niet wil zakken of er is pijn in de bovenbuik.
Klachten die ontstaan door een ontstoken slokdarm zijn bijvoorbeeld: Brandend maagzuur. Het opboeren van eten of drinken. Hierbij kan er zuur eten of drinken uit uw maag omhoog komen, wat pijnlijk kan zijn of een branderig gevoel kan geven in de keel.
Branderige of drukkende pijn achter het borstbeen of in de maagstreek.Pijn in de hals, rug of tussen de schouderbladen. Oprispingen waarbij de maaginhoud terugvloeit tot in de mondholte. Opboeren.
Slokdarmkanker is een van de meest agressieve kankersoorten die er is. De behandeling is dan ook niet niks: na chemotherapie en bestraling volgt vaak ook nog eens een risicovolle en ingrijpende operatie die veel invloed heeft op de kwaliteit van het leven van de patiënt.
Patiënten met niet-uitgezaaide slokdarmkanker krijgen meestal een combinatie van chemotherapie en bestraling, gevolgd door een operatie. Ongeveer 50% van alle mensen in Nederland die deze behandeling krijgt, is na vijf jaar nog in leven.
Hierdoor is een curatieve behandeling (gericht op genezing) vaak niet meer mogelijk. Van de patiënten die wel een curatieve behandeling kunnen ondergaan, is na 5 jaar ongeveer 50% nog in leven. Van de patiënten die geen curatieve behandeling meer kunnen krijgen, is na 5 jaar ongeveer 10% nog in leven.
Het risico neemt sterk toe als er meer dan 8 glazen alcohol per dag worden gedronken of als er meer (>25 sigaretten) of zwaardere tabaksproducten worden gerookt. Ook na het stoppen met roken blijft de kans op slokdarmkanker nog vele jaren hoger dan bij mensen die niet roken.
De belangrijkste risicofactoren van slokdarmkanker zijn: Roken en alcohol drinken. Brandend maagzuur (reflux) Overgewicht.
De standaard behandeling bij niet-uitgezaaide slokdarmkanker is een combinatie van chemotherapie en bestraling, gevolgd door een operatie. Afhankelijk van het effect van de voorbehandeling krijgen patiënten na hun operatie ook nog een nabehandeling met immuuntherapie (ook wel immunotherapie).
Kankeronderzoek (MRI en CT) Door middel van preventief kankeronderzoek kunnen tumoren in een vroegtijdig stadium worden ontdekt. Kanker is beter te behandelen en de kans op genezing stijgt, wanneer dit vroegtijdig wordt ontdekt.
Bij slokdarmkanker in een gevorderd stadium is genezing vaak niet meer mogelijk. Dit is het geval als er uitzaaiingen zijn gevonden. Of als de tumor te ver in omliggende weefsels of organen is gegroeid. De behandeling die je dan krijgt is gericht op het afremmen van de ziekte en het verminderen van klachten.
Leven zonder slokdarm is mogelijk, een manier van “vervangen” van de slokdarm is de buismaag.