Voor wetgeving van voor 1995 kunt u terecht bij grote (juridische) bibliotheken, de Koninklijke Bibliotheek of het Centraal Informatiepunt (CIP) van de Tweede Kamer. Op de website Staten-Generaal Digitaal vindt u alle documenten van de Eerste en de Tweede Kamer uit de periode 1814-1995.
Voor bijvoorbeeld het Burgerlijk Wetboek wordt de afkorting, 'BW', gebruikt. De verschillende afkortingen kan men vooraan in de wettenbundel vinden. Als een wet geen afkorting heeft, moet de wet voluit worden geschreven. De meeste regelingen zijn onderverdeeld in boeken, hoofdstukken, titels, afdelingen of paragrafen.
Het Burgerlijk Wetboek is een verzamelingen van wetboeken die regels bevatten over de verschillende (rechts)verhoudingen tussen personen. Het bestaat uit negen boeken.
De wet. De wet zelf bestaat uit verschillende wetboeken. Deze wetboeken zijn in twee delen gedeeld, het privaatrecht en het publiekrecht.
De nummering van de artikelen uit de Codex welzijn op het werk volgt de logica van de opbouw van het wetboek. De hoofdstructuur van de codex bestaat uit 10 boeken, opgedeeld in titels. De artikelen zijn doorlopend genummerd per titel. Dus niet over de volledige codex en ook niet per boek.
Wetsartikelen zijn opgebouwd uit verschillende rechtsvoorwaarden en rechtsgevolgen. In rechtsregels worden voorwaarden gesteld, wanneer er aan deze voorwaarden wordt voldaan dan wordt er een bepaald gevolg in actie gesteld. Deze voorwaarden noemt men, binnen het juridische jargon, rechtsvoorwaarden.
In het algemeen geldt dat internationale verdragen (VN/Europa) bovenaan de rangorde staan, gevolgd door landelijke wetgeving zoals de Grondwet, Algemene wet bestuursrecht, Wmo, ministeriële besluiten en regelingen en tot slot de provinciale en gemeentelijke verordeningen en beleidsregels.
Het aantal wetten en regels is de afgelopen tien jaar met ongeveer duizend toegenomen. Per 1 januari 2019 bedroeg het totale aantal regelingen 9.834.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
Op Overheid.nl vindt u wetgeving en regelgeving van de overheid. Zowel de landelijke als de plaatselijke, bijvoorbeeld van uw eigen gemeente. In de wetgevingskalender vindt u informatie over wetten die eraan komen en de inwerkingtreding van nieuwe wetten.
Wat betekent het eerste lid, artikel 1, titel 1, Eerste boek van Wetboek Van Het Strafrecht. Deze luidt als volgt: "Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling".
Alle besluiten van regering en Staten-Generaal via de grondwettelijke procedure zijn wetten in formele zin. Meestal bevatten deze wetten algemeen verbindende voorschriften, zodat ze tevens wetten in materiële zin zijn.
- In de tekst niet te veel aanduiden, probeer je te beperken tot kernwoorden. Je kan ook bv het belangrijkste woord in oranje aanduiden en dan een zinnetje in geel. Wanneer je heel je codex begint in te kleuren, kan je het overzicht niet meer bewaren.
Met codex wordt een samengebonden bundel losse vellen perkament of papier aangeduid, aan beide kanten handbeschreven met tekst, symbolen en/of illustraties, in de late oudheid en middeleeuwen.
Iedereen heeft het recht om samen met anderen een groep te vormen. Maar de groep mag de openbare orde niet in gevaar brengen. Dit artikel geeft inwoners van Nederland de vrijheid samen met anderen een groep te vormen. Bijvoorbeeld een politieke partij of een vakbond oprichten.
De oudste wet die sec voor Nederland gold, was de Grondwet van 1798, de 'Staatsregeling voor het Bataafsche Volk'.
In geval van veroordeling tot gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren, tot hechtenis, vervangende hechtenis daaronder niet begrepen, tot taakstraf of tot geldboete, kan de rechter bepalen dat de straf of een gedeelte daarvan niet zal worden tenuitvoergelegd.
Een wet in formele zin wordt door de hoogste wetgever, dat zijn de regering en Staten-Generaal gezamenlijk, vastegesteld en niet door enig ander overheidsorgaan. Opmerking verdient nog dat ook de Grondwet een wet in formele zin en tevens materiële zin is.
Wetten zijn geschreven rechtsregels. Elke wet is onderdeel van het recht, maar het recht is breder dan enkel wetten. Ook de rechtspraak (jurisprudentie), de rechtsleer en gewoonten zijn rechtsbronnen. De aankondiging van een wet wordt soms een edict genoemd.
De meeste plichten worden door middel van wetten opgelegd. Zo kennen we de leerplicht, de plicht om verkeersregels en andere voorschriften na te leven, de plicht om belasting te betalen en de plicht om voor de rechter als getuige op te treden.
De staatsmacht is in België verdeeld over drie machten: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Elke macht controleert en beperkt de andere machten. Dit principe van de scheiding der machten staat echter niet uitdrukkelijk in de grondwet en is ook niet absoluut.
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces. Hij moet elke wet ondertekenen om deze in werking te doen treden.