Er zijn tussensprints na 4, 8 en 12 ronden met 3,2 en 1 punten. Bij de eindsprint zijn 60, 40, 20, 10, 6 en 3 punten. De beste acht per halve finale gaan door naar de finale. In de finale zijn er eveneens zestien ronden en gaan de medailles naar de eerste drie aan de finish.
Een massastart is te vergelijken met een (korte) wielerwedstrijd. Alle schaatsers beginnen samen aan de race en wie als eerste over de finish komt, is de winnaar. Net als in een wielerwedstrijd proberen sommige schaatsers het met een ontsnapping, anderen speculeren dan weer op een sprint.
De afstand is veel korter dan bij een gemiddelde marathonwedstrijd, er worden met ingang van het seizoen 2014/2015 namelijk 16 ronden van 387,36 meter gereden met een totale afstand van 6.197,76 meter. Bij de vrouwen was het eerder 15 of 25 en de mannen reden eerder 20, 25 of 35 ronden.
Massastart: een verkorte marathonwedstrijd. Er wordt met alle rijders tegelijk gestart. Er wordt geschaatst tegen de wijzers van de klok in en alle rijders dragen een helmcap met een nummer. Tijdens de wedstrijd zijn er meestal tussensprints, waar punten behaald kunnen worden.
Op zaterdag 19 februari vanaf 09:30 uur Nederlandse tijd starten we met de finale massastart voor de mannen.
In de halve finales worden er zestien rondjes gereden. De top 8 met de meeste punten gaan naar de finale. Er zijn tussensprints na 4, 8 en 12 ronden met 3,2 en 1 punten. Bij de eindsprint zijn 60, 40, 20, 10, 6 en 3 punten.
In totaal worden er 16 ronden gereden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de hele baan, dus ook de inrijbaan; de afgelegde afstand per ronde is dus minder dan 400 meter. Na de start moeten de rijders een ronde in startvolgorde blijven rijden.
Bij de massastart starten er veel meer rijders tegelijk en zijn er geen banen. Zowel de mannen als vrouwen rijden 16 rondes. Dat komt neer op 6,2 kilometer. Bij de Olympische Winterspelen zijn er 2 halve finales met elk 12 schaatsers.
Een standaardbaan voor hardrijden is een open, overdekte of gesloten ijsbaan, met dubbele wedstrijdrijbanen, maximaal 400 meter en minimaal 3331/3 meter lang, met twee gebogen einden van elk 180 graden, waarbij de straal van de binnenbocht niet minder dan 25 meter en niet meer dan 26 meter mag bedragen. 2.
De 1500 meter begint om 11.30 uur, de dweilpauze volgt na acht van de vijftien ritten.
"Schaats vier à vijf vlakke rondjes op 90% en klok deze. Dat is een mooie indicatie voor 12,5 ronde in de wedstrijd in schaatspak en op scherpe schaatsen." Uiteindelijk is het heel simpel: "De tien kilometer is een mentaal gevecht, hoewel dat eigenlijk voor elke afstand geldt.
De allrounders rijden op zaterdag de 500 meter en de 3 kilometer (vrouwen) of 5 kilometer (mannen). Op zondag vervolgen zij de titelstrijd met een 1500 meter en de langste afstand, de 5 kilometer bij de vrouwen en de 10 kilometer bij de mannen. Naast deze wereldtitels Sprint en Allround is er nog een titel te behalen.
De ploegenachtervolging is een officiële schaatsafstand bij het langebaanschaatsen. Een team bestaat uit drie personen. De mannen rijden acht ronden (3098,88 meter), de vrouwen zes ronden (2324,16 meter). Voor de historie van alle medaille winnaressen vanaf 2005 klik hier voor het eindklassement.
Er wordt in tweetallen gestart die gelijk beginnen aan de startlijn, waarna men vijfentwintig volle rondes van 400 meter moet afleggen.
Bij de teamsprint wordt er per rit gereden door twee teams van drie tot vijf rijders per team. Elk team rijdt samen een aantal rondes waarbij er elke ronde een rijder afvalt. In principe bij 3 rijders dus 3 ronden, bij 5 rijders 5 ronden etc. De eerste rijder rijdt een volledige ronde op kop.
Op allroundtoernooien worden voor mannen de 500, 1500, 5000 en 10000 meter gereden (grote vierkamp) of de 500, 1500, 3000 en 5000 meter (kleine vierkamp). Voor de vrouwen zijn dit de 500, 1500, 3000 en 5000 meter (grote vierkamp) of de 500, 1000, 1500 en 3000 meter (kleine vierkamp).
De meeste wedstrijdschaatsers dragen een bril ter vermindering van het uitdrogen van de ogen. Steeds meer schaatsers kiezen ervoor zonder sokken te rijden in zo nauw mogelijke schoenen. Dit vermindert de kans op schuiven van de voet in de schoen en dit zorgt voor meer 'contact' met het ijs.
Langebaan en marathon schaatsers schaatsen meestal met een ronding tussen de 21 en 25. Bij een gemiddelde ronding van 23 betekend dat, als je de lijn van het ijzer zou doortrekken naar een cirkel, de straal daarvan 23 meter zou zijn. Een ronding is belangrijk zodat je met de schaats kunt sturen.
De presentatie van de schaatsuitzendingen is in handen van Henry Schut. Hij krijgt hulp van analisten Mark Tuitert, Erben Wennemars, Annette Gerritsen en Rintje Ritsma.
Over Irene
Irene is zowel bij het marathonschaatsen als op de de langebaan een topper. Op de Olympische Winterspelen in Beijing beleefde ze haar sportieve hoogtepunt met een gouden medaille op de 3.000 en op de 5.000 meter.
De 5000 meter is geïntroduceerd op de Spelen van 1988.
Sinds de Olympische Spelen van Turijn staat de ploegenachtervolging op de olympische kalender. Landen leggen in teams van drie gezamenlijk een afstand af. Voor de mannen zijn dit acht rondjes (3098 meter), terwijl de vrouwen zes rondjes (2324 meter) schaatsen.
Er wordt gestart en gefinisht halverwege een van de rechte einden, dus op de start- of finishlijn van de 1000 meter. Er kan gestart worden met twee teams tegelijk in de baan, hoewel bij de wereldbekerwedstrijd van december 2011 steeds maar één team tegelijk reed.
Ireen Wüst had niet verwacht dat de coaches van Team Zaanlander en schaatsster Irene Schouten negatief over haar zouden praten. „Ik was verbaasd”, zei de schaatsster van Team Reggeborgh, vrijdag na haar eerste training op de olympische baan in Peking, over de videoserie die van de ploeg van Jillert Anema is gemaakt.
De startvolgorde van de paren dient tegenovergesteld te zijn aan de rangorde van de rijders. De als nrs. 1 en 2 geklasseerde rijders, na één afstand zullen in het laatste paar rijden in respectievelijk de binnen- en buitenbaan en de nrs.