Het materiaal waarvan een vangrail gemaakt is, is relatief elastisch. Wanneer een auto tegen een vangrail botst, wordt de auto zonder een al te grote kracht stil gezet. De vangrail beweegt namelijk een beetje mee. De vangrail zorgt er zo voor dat de auto niet in een berm, ravijn of op een andere rijbaan terecht komt.
Vangrails zorgen ervoor dat voertuigen die van de weg raken worden opgevangen en voorkomen zo dat ze naast de weg belanden. Zonder vangrails is er gevaar voor aanrijding met objecten naast de weg, zoals bomen, gebouwen of personen. De vangrails vangen dus als het ware het voertuig op.
Geleiderails zijn meestal van thermisch verzinkt staal, maar er bestaan ook geleiderails die gebruik maken van andere materialen zoals hout en aluminium. Naast traditionele geleiderails worden regelmatig betonnen barriers toegepast.
Het is een plek waar de vangrails geopend kan worden (handmatig of automatisch), zodat hulpverleningsvoertuigen de rijbaan van de andere rijrichting kunnen bereiken om sneller bij een ongeval te komen. Met het cijfer weten de hulpverleners meteen over welke CADO-locatie het gaat.”
Lengte: 550 x 550 mm. Hoogte: 300 mm. Breedte: 80 mm. Gewicht: 10.9 kg.
Aan de hand van het nummer op de groene bordjes, kunnen zij precies bepalen waar je bent. De meldkamer laat de ambulance, politie of wegenwacht weten bij welk groen bordje ze moeten zijn. Zo kunnen zij je heel snel en makkelijk vinden. De groene bordjes heten hectometer paaltjes.
De letters CADO zijn een afkorting. En om maar meteen met de verklaring van die afkorting te komen: een CADO is een Calamiteitendoorsteek. Ofwel, het is een plek waar in geval van calamiteiten gebruik van kan worden gemaakt om van de ene rijbaan naar de andere door te steken.
Het is een plek waar de vangrails geopend kan worden (handmatig of automatisch), zodat hulpverleningsvoertuigen de rijbaan van de andere rijrichting kunnen bereiken om sneller bij een ongeval te komen. Met het cijfer weten de hulpverleners meteen over welke CADO-locatie het gaat.”
Het blauwe bord is in de binnenvaart een sein waarmee een schip aan een tegengesteld naderend ander schip kan aangeven dat het voorbijvaren stuurboord op stuurboord zal gebeuren. Midden in het blauwe bord bevindt zich een wit knipperlicht.
Voorrangsweg. Aan dit bord kun je zien dat je je op een voorrangsweg bevindt. Alle andere bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de voorrangsweg. Let op: Langs een voorrangsweg buiten de bebouwde kom mag je niet parkeren.
Deze borden zijn wit met 3 zwarte strepen erdoor. Dit bord betekent dat de maximale snelheid die van kracht was niet meer geldt. Er geldt nu een nieuwe maximale snelheid die gevolgd dient te worden. Dit wordt vaak duidelijk gemaakt door andere borden.
de rijbaanaanduiding voor de hoofdrijbaan: Re (Rechts) of Li (Links); de rijbaanaanduiding voor opritten, afritten, parallelbanen en verbindingsbogen. Dit is een zwarte letter op een gele achtergrond.
Een kleine 13.000 km. weg, zijnde de provinciale wegen en de rijkswegen (CBS 2010) Dan kom je op 13.000 x 10 = 130.000 hectometerpaaltjes.
Een afstandspaal is een paal die langs wegen staat en waarop de afstand tot een bepaald startpunt is aangegeven. Zo staat er in Nederland een hectometerpaal of hectometerbord op elke 100 meter op rijks- en provinciale wegen. De markering is tegenwoordig ook aanwezig langs de rijks- en provinciale vaarwegen.
In de avond en nacht (van 19.00 tot 06.00 uur), mag u op sommige snelwegen 120 kilometer per uur of 130 kilometer per uur rijden. De maximumsnelheid in de avond en nacht is dus op veel snelwegen hoger dan overdag.
De 3e of 4e rijstrook is een spitsstrook. Deze is smaller dan een normale rijbaan. Om die reden is de snelheid beperkt (vaak tot 100km/u) als de spitsstrook is geopend. Zonder spitsstrook kan er op de reguliere rijbanen weer 120 of 130 gereden worden.
De 32 kilometer lange A10, de ringweg rond Amsterdam, was met gemiddeld 4 754 gepasseerde motorvoertuigen per uur in 2018 de drukste rijksweg in Nederland.
Er moet parkeergeld worden betaald.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
De groene middenstreep geeft aan dat u op een autoweg rijdt, tenzij verkeersborden een lagere maximumsnelheid aangeven. Dat betekent dat u maximaal 100 km/uur mag rijden. De brede groene middenstreep maakt u extra alert op het gevaar van inhalen.
Rotonde. Dit bord waarschuwt dat je een rotonde nadert. Rotonde, verplichte rijrichting. Dit bord staat vaak vlak bij of op een rotonde en geeft de verplichte rijrichting aan.
Een bebouwde kom kenmerkt zich namelijk door langs de weg gelegen bebouwing van zodanige omvang en dichtheid dat een duidelijk verschil in wegkenmerken benadrukt wordt. Uit de algemene regels van een bebouwde kom komt voort dat de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom 50 km/h is, tenzij anders aangegeven.
De officiële betekenis bij dit bord luidt alsvolgt: 'verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting'.