In een lijndiagram worden de categoriegegevens regelmatig over de horizontale as verdeeld en worden alle waardegegevens regelmatig langs de verticale as verdeeld. Als algemene regel gebruikt u een lijndiagram als uw gegevens niet-numerieke x-waarden hebben.
Lijndiagram. Dit diagram wordt vaak gebruikt om te laten zien hoe iets zich ontwikkelt na verloop van tijd en om trends weer te geven. Let erop dat je de tijd op de horizontale as evenredig verdeelt. Andere eenheden kunnen ook op de horizontale as, zolang er maar sprake is van een natuurlijke volgorde.
Met een lijngrafiek kunt u eenvoudig de belangrijkste gegevenspunten markeren, zodat u gemakkelijker kunt zien hoe de gegevens in de loop van de tijd veranderen. Er zijn verschillende manieren om belangrijke gegevenspunten te benadrukken met lijngrafieken.
Van grafiek naar formule
De lijn gaat door een gegeven punt van de y-as en een ander punt. Omdat nu het snijpunt op de y-as gegeven is, weet je het getal b in de formule: y = ax + b. Met behulp van het andere gegeven punt van de lijn kun je nu de richting van de lijn bepalen (de richtingscoëfficiënt).
Een lijndiagram of lijngrafiek geeft in de regel de ontwikkeling van een variabele in de tijd weer. Dit diagram wordt vaak gebruikt om te laten zien hoe iets in de loop van de tijd ontwikkelt. Een lijndiagram ontstaat uit een kolommendiagram, door de middens van de opvolgende staven met elkaar te verbinden.
Een staafdiagram kan allerlei verschillende soorten informatie weergeven. Om te weten wat iedere staaf weergeeft moet je naar de (horizontale) x-as kijken of naar de legenda.Om te weten wat de waarde is van iedere staaf, kijk je naar de (verticale) y-as.
Formule bepalen van een lijn
Stap 1: Bedenk dat de vorm van de formule y = ax + b is. Stap 2: Bereken b door x = 0 in te vullen in de formule. Stap 3: Bereken a met behulp van de formule: richtingscoëfficiënt a=verticale afstandhorizontale afstand.
Een beelddiagram is een schematische weergaven van gegevens. Ieder figuurtje in het diagram staat voor een bepaald aantal. Dit staat altijd naast of in het diagram. In een bedrijf is, aan degenen die op vakantie gaan, gevraagd met welk vervoersmiddel zij op vakantie gaan.
De standaard lineaire formule is altijd y = ax + b. De a is de richtingscoëfficient en de b is de beginwaarde van de lijn. Dit gebruik je om de lijn in het assenstelsel te weergeven. De y waarde teken je op de y-as en de x waarde op de x-as.
Tabellen zijn geordende lijsten van gegevens. In een tabel wordt informatie op een overzichtelijke manier weergeven, waardoor je kind snel het gewenste antwoord vindt. Tabellen worden overigens niet alleen gebruikt om mee te rekenen. Persoonsgegevens zoals leeftijd kunnen bijvoorbeeld ook verwerkt worden in een tabel.
Het deel van een grafiek is stijgend als de lijn van het deel omhoog loopt.Het deel van een grafiek is dalend als de lijn van het deel naar beneden loopt. Het deel van een grafiek is constant als de lijn van het deel recht, dus horizontaal loopt.
Een lineair verband is een relatie die continu toe- of afneemt. Dit houdt in dat bij dezelfde stapgrootte in de x-richting dezelfde hoeveelheid toe- of afneemt in de y-richting. Als de grafiek een lineaire relatie heeft, is het een rechte lijn met een bijbehorende lineaire functie.
Een diagram is grafische voorstelling van een hoeveelheid meetgegevens.Een grafiek is een weergave van één meetserie. Een diagram kan dus meerdere grafieken bevatten. In de praktijk worden de woorden grafiek en diagram vaak door elkaar gebruikt.
We gaan nu samen kijken naar vier verschillende diagrammen waarmee informatie wordt weergegeven: een cirkeldiagram, een lijndiagram, een steelbladdiagram en een staafdiagram. Een cirkeldiagram is verdeeld in sectoren. Met een cirkeldiagram kun je verhoudingen van aantallen weergeven. Kijk maar naar het voorbeeld.