Bij een leerwerktraject ga je aan de slag bij een bedrijf of organisatie, terwijl je tegelijkertijd een opleiding volgt. Onder begeleiding leer je in de praktijk een nieuw vak en haal je een diploma. Werkgevers bieden een leerwerktraject aan omdat ze je tijdens het traject of daarna in dienst willen nemen.
Met een leerbaan (leerwerkplek) combineert u werken met een opleiding. Leerbanen zijn gekoppeld aan opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). In het hoger beroepsonderwijs (hbo) is werken en leren mogelijk via een duale of flexibele opleiding.
Het leerwerktraject (voor vmbo-leerlingen) geeft de leerling die niet in staat is het reguliere programma succesvol te doorlopen, de mogelijkheid het diploma te behalen door middel van een meer passende leerroute.
Een leer-werktraject is een variant op de basisberoepsgerichte leerweg. In een leer-werktraject volgen de leerlingen onderwijs en moeten ze stagelopen bij een door SBB erkend leerbedrijf. Deze stage moet ten minste 640 en maximaal 1280 uur omvatten.
Het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is er voor vmbo-leerlingen die extra hulp nodig hebben bij het behalen van hun diploma. Een deel van de scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs (vmbo) geven deze vorm van onderwijs. De school beslist of uw kind in aanmerking komt voor lwoo.
De kaderberoepsgerichte leerweg (kblw) is een opleidingsrichting binnen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Deze richting komt overeen met het voormalige voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). Deze leerweg is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen door met praktijk bezig te zijn.
Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) wordt gegeven op een reguliere vmbo-school en leidt op voor een gewoon vmbo-diploma dat toegang geeft tot het mbo (middelbaar beroepsonderwijs). Wel krijgen leerlingen met een lwoo-indicatie les in kleinere klassen (rond de 15 leerlingen) waar ze meer aandacht kunnen krijgen.
Het tempo en niveau van het havo is hoger dan van het vmbo. Leerlingen moeten bijvoorbeeld zelfstandiger werken en krijgen meer huiswerk. Bovendien is het onderwijsniveau theoretischer dan vmbo-t. In de onderbouw, de eerste, tweede en derde klas, volgen leerlingen algemene vakken op het havo.
In tegenstelling tot de andere vmbo-leerwegen heeft de theoretische leerweg geen beroepsgerichte vakken. Er worden alleen algemene vakken gegeven. Veel scholen nemen wel een praktijkgerichte activiteit op in het onderwijsprogramma, zodat leerlingen zich goed kunnen voorbereiden op het mbo.
Nadelen aan werken en leren
Wanneer je een BBL-opleiding of andere werken-leren opleiding volgt, ontvang je geen studiefinanciering en dus ook geen studenten OV. Aan de andere kant hoef je de opleiding niet zelf te betalen en is ook een reiskostenvergoeding altijd bespreekbaar, dus heel vervelend is dat niet.
Op een BBL opleiding krijgt je kind elk jaar 200 begeleide onderwijsuren. De meeste uren werkt je kind bij het erkende leerbedrijf. Dat zijn de uren beroepspraktijkvorming. Hierin leert je kind werken in de praktijk.
Ontdek het gemiddelde salaris als Bbl
Het gemiddelde bbl salaris in Nederland is € 27.184 per jaar of € 13,94 per uur. De aanvangsposities beginnen vanaf € 24.240 per jaar, maar meer ervaren werknemers verdienen tot € 34.120 per jaar.
Mavo, oftewel vmbo-t of vmbo-tl, is een theoretische leerweg. De afkorting mavo staat voor 'middelbaar algemeen voortgezet onderwijs' en duurt 4 jaar. Onze leerlingen volgen op de mavo voornamelijk algemeen vormende avo-vakken.
Het belangrijkste verschil tussen vmbo-basis en -kader is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met vmbo-basis kun je naar niveau 2 van het mbo.Met vmbo-kader kun je naar niveau 3 of 4 van het mbo.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Een vavo-opleiding is maatwerk in het behalen van deelcertificaten voor wie net niet een diploma heeft gehaald op de havo of vwo. Doordat je les krijgt in alleen die vakken waarin je je kennis moet bijspijkeren, is er meer kans van slagen op een volledig havo- of vwo-diploma.
Het vwo is niet veel moeilijker dan havo
De meerderheid vindt het vwo niet veel moeilijker dan de havo, al neemt de moeilijkheidsgraad wel iets toe naarmate je verder komt. Er wordt dieper op de stof ingegaan en je hebt meer inzicht nodig, ondervond Hugo.
In de theoretische leerweg krijg je alleen algemeen vormende theorievakken. Deze leerweg wordt soms ook mavo genoemd. De vakken zijn echter van hetzelfde niveau als in de gemengde leerweg. Aansluitend kun je verder leren op het mbo of doorstromen naar de havo.
De IQ‐score ligt in de range vanaf 75 tot 91. Bij een IQ-score vanaf 91 dient er een aantoonbare sociaal‐emotionele problematiek te zijn. Een leerling met een IQ-score van 120 of hoger valt buiten de criteria voor lwoo.
De VMBO kaderberoepsgerichte leerweg (KBL) is een praktische leerweg waarbij er veel ruimte voor leren in de praktijk. Het verschil met de basisberoepsgerichte leerweg (BBL) is dat er iets dieper op de leerstof wordt ingegaan. Bij ons op school krijg je theorievakken en groene praktijkvakken.
Het voortgezet onderwijs omvat het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo), het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en het praktijkonderwijs.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Het belangrijkste verschil tussen basis- en kaderberoepsgericht is het niveau. De lessen op kaderniveau zijn moeilijker. Met de basisberoepsgerichte leerweg kun je na de middelbare naar niveau 2 van het mbo. De kaderberoepsgerichte leerweg geeft je toegang tot niveau 3 of 4 van het mbo.
Kort samengevat, VMBO-basis legt meer de nadruk op praktische vaardigheden en bereidt leerlingen voor op MBO-opleidingen op niveau 1 of 2, terwijl VMBO-kader een iets hoger theoretisch niveau heeft en leerlingen voorbereidt op MBO-opleidingen op niveau 3 of 4.
Na de mavo kon je mbo doen, of havo, en daarna doorleren. Na 1999 heette de mavo officieel vmbo-theoretische leerweg.