Een katheter is een soepele, holle slang waardoor urine uit de blaas kan aflopen. De katheter blijft vastzitten in de blaas door een ballonnetje dat wordt opgeblazen via dit slangetje.Aan het einde van de katheter is een zak bevestigd, die de urine opvangt.
Het inbrengen van de katheter is niet pijnlijk, maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens wordt de ballon via het slangetje langzaam met water gevuld. Het inbrengen van de katheter duurt ongeveer tien minuten. Daarna heeft u een gesprek met de verpleegkundige.
Het optreden van een erectie tijdens het katheteriseren kan ontstaan door een relex en is niet vreemd. Als deze reflexmatige erectie weggaat, is het moeilijker hier vlak na weer een erectie te krijgen. Wanneer u een reflexerectie stimuleer kan u deze erectie gebruiken voor het vrijen.
Inbrengen van katheter via de plasbuis
De verpleegkundige maakt de uitgang van uw urinebuis schoon met natte gazen. Hierna wordt een verdovende gelei in de urinebuis gespoten. Dit kan een branderig gevoel geven. De verpleegkundige brengt de katheter via de urinebuis in uw blaas.
De meest voorkomende reden om een katheter in te brengen is incontinentie, bijvoorbeeld door een vergrote prostaat of verzakking van de blaas, waarbij de plasbuis wordt dichtgedrukt. Een andere reden om een katheter in te brengen is het ontlasten van de urinewegen na een operatie in dat gebied.
De katheter kan de blaaswand irriteren. Hierdoor kan er wat bloedverlies optreden. Dit is niet erg en gaat vaak weer over na voldoende drinken. Wanneer u bloed in de urine blijft houden, neem dan contact op met de polikliniek Urologie.
Door het handmatig leegtrekken kunnen gerimpelde ballonrandjes (zie foto) ontstaan waardoor het uittrekken van de katheter gevoelig of pijnlijk kan zijn voor de patiënt.
Breng de katheter rustig in de plasbuis tot in de blaas, als de urine begint te lopen zit de katheter in de blaas. Schuif de katheter nu nog een klein stukje verder. en vervolgens weer naar beneden brengen (tekening 5). Ter hoogte van de overgang van de sluitspier naar de blaas kan de sluitspier wat aangespannen zijn.
4. Lengte. Als standaardlengte van de katheter voor mannen adviseert de richtlijn 41-45 centimeter.
De verblijfskatheter is meestal aangesloten op een urinezak waarin de urine opgevangen wordt. Een verblijfskatheter kan zo'n 4 tot 8 weken blijven zitten. Daarna zal de arts of verpleegkundige, indien nodig, een nieuwe katheter bij u inbrengen. Via de katheter loopt de urine uit de blaas in een urineopvangzak.
Doorgaans geldt als regel: als er 100- 200 milliliter (ml) urine achterblijft, moet u een keer per dag katheteriseren, bij 200- 300 ml twee maal, bij 300- 400 ml drie keer per dag en zo verder.
U kunt met uw katheter gewoon fietsen, sporten, zwemmen etc. Indien u twijfelt over een activiteit, dan kunt u dit altijd met een verpleegkundige op de polikliniek bespreken.
Als de katheter op de afdeling is verwijderd, moet u elke 2 uur gaan plassen. Pijn in uw onderbuik of flanken kan een teken zijn dat uw blaas vol is. Dan moet u eerder gaan plassen. Dit geldt zowel voor overdag als 's nachts.
Met een verblijfskatheter kunt u gewoon douchen. U hoeft niet bang te zijn dat de katheter er tijdens het wassen uit valt. Het is belangrijk dat u uw handen wast, voor en na het loskoppelen of het vervangen van de opvangzak.
Om verstoppingen van de katheter te voorkomen, adviseren we u 1,5-2 liter per dag te drinken. Als u voldoende drinkt, stimuleert u ook dat uw ontlasting regelmatig komt en niet te hard is. Bij harde ontlasting gaan veel mensen persen waardoor urine langs de katheter kan lopen. Veel drinken kan dat voorkomen.
Waar moet u op letten? Als u een katheter heeft is het belangrijk dat u goed drinkt, minstens 2 liter vocht per dag. Zo produceert u voldoende urine, worden de afvalstoffen met de urine uit uw lichaam afgevoerd en verminderen blaaskrampen en verstoppingen van de katheter.
Het grootste deel van de gebruikers van Curan-katheters geeft aan deze als pijnloos te ervaren. Wel kan het zijn dat je het inbrengen en verwijderen van de katheter in het begin onaangenaam vindt, omdat het misschien wat branderig aanvoelt. Jouw plasbuis is namelijk nog niet direct gewend aan de katheter.
Verzorging. Was dagelijks de insteekopening van de suprapubische katheter met een washandje met lauw water. U mag niet douchen of baden, totdat de hechting is verwijderd. Nadat de hechting is verwijderd, kunt u zich gewoon weer douchen, baden mag wel maar niet te lang.
Inbrengen van de sonde
Houd met één hand je penis omhoog om de kromming van de urinebuis te verminderen. Breng met je andere hand voorzichtig de sonde in de plasbuis tot deze de blaas bereikt en de urine begint te stromen.
Elke katheter heeft zijn eigen gebruiksaanwijzing. Deze wordt tijdens het aanleren met u besproken. In principe mag u de katheter gewoon vastpakken met uw schone handen en deze vervolgens inbrengen. De katheter zit goed als er urine uitloopt en mag verwijderd worden als er geen urine meer uitkomt.
Uw uroloog kan bepalen dat u vaker moet katheteriseren. Als de hoeveelheid achtergebleven urine 's ochtends èn 's avonds minder is dan 100 ml., mag u stoppen met zelfkatheterisatie na overleg met de uroloog. De techniek van zelfkatheteriseren Het zelfkatheteriseren gebeurt in staande houding.
Lukt het niet om spontaan te plassen of blijft er te veel urine achter in de blaas na het plassen? Dan kan u eventueel 1 keer gekatheteriseerd worden. Dit is 1 keer de blaas leeg maken met een katheter.
In de meeste gevallen kunt u gewoon uw leven blijven leiden met een verblijfskatheter. Toch kunnen er soms probleempjes ontstaan. Vaak kunt u die met een kleine handeling zelf oplossen. Daarom is het handig om te weten hoe u dat doet.
Deze studies lieten vrij consistent zien dat het 's avonds verwijderen van de katheter leidde tot een grote hoeveelheid urine tijdens eerste urinelozing (verschil van 95 ml), kortere tijd tot eerste urinelozing (1 uur verschil), korter verblijf in het ziekenhuis (0,71 dag), en minder rekatheterisaties (2 procent ...
Als u bloed in de urine heeft zal de huisarts controleren of er sprake is van een ontsteking. Als dit niet het geval is, wordt doorverwijzing naar een uroloog aangeraden. Vervolgonderzoek is met name belangrijk om kwaadaardige afwijkingen van de urinewegen uit te sluiten / op te sporen.