Wanneer de spanningszoeker contact maakt met elektrische spanning licht het lampje in de spanningszoeker op. Contact met elektrische spanning wordt gemaakt wanneer de punt van de spanningszoeker in verbinding staat met een spanningsvoerend deel en wanneer iemand zijn vinger op het uiteinde van de spanningszoeker houdt.
Het is een kleine schroevendraaier met ingebouwd led-lampje. Steek de spanningszoeker in één van de polen van het stopcontact of houd de punt tegen het koper van de draad. Leg je duim op het metalen gedeelte van de spanningszoeker. Als het lampje gaat branden staat er spanning op het geteste punt.
Met een contactloze spanningszoeker wordt met een sensor, de elektrische veldsterkte op of rondom een materiaal of voorwerp dat elektrische stroom doorlaat opgespoord. Het helpt zoeken naar spanningsproblemen of onderbrekingen waardoor elektrische apparaten niet meer werken.
Met een tweepolige spanningstester kan bijvoorbeeld de spanning in een stopcontact gemeten worden wanneer deze is voorzien van een aardcontact. Met een tweepolige spanningstester kan niet alleen de grootte van de spanning worden gemeten, maar kan ook gezien worden worden of het om gelijk of wisselspanning gaat.
Tweepolige spanningzoeker
Bij metingen aan een wandcontactdoos voorzien van een aardcontact, kunnen eerst de beide spanningvoerende contactpolen worden gecontroleerd. Door vervolgens deze contactpolen beurtelings op de aarde te meten is te bepalen welke de fase voert en welke de nul.
Er zijn twee redenen waarom een duspol moet worden toegepast: 1) Een duspol is laagohmig en ontlaad (in tegenstelling tot een universeelmeter) de installatie nadat deze is gescheiden van de voeding. 2) Een duspol kan niet foutief worden ingesteld zoals een universeelmeter.
Met deze voltstick kun je op eenvoudige wijze 'zien en horen' of een kabel of wandcontactdoos onder spanning staat. Doordat de detector geen contact maakt met spanning voerende delen loop je geen direct gevaar. Als de voltstick spanning detecteert dan licht de voorzijde rood op en hoor je tevens een pieptoon.
Een eenpolige spanningszoeker kan wel door elektromonteurs worden gebruikt maar ze zijn niet toegestaan voor professioneel gebruik. Om de hierboven genoemde redenen wordt een eenpolige spanningszoeker onvoldoende betrouwbaar geacht.
De meetpennen houden we tegen de plus en massa aan om het spanningsverschil over de lamp te meten. Op het moment dat de schakelaar wordt geopend, is de stroomkring onderbroken. Er loopt geen stroom meer door het circuit, waardoor de lamp uit gaat. De multimeter geeft met deze verschilmeting 0 volt aan.
Het is een goed idee om een analoge multimeter altijd op een DC volt stand te zetten als deze niet gebruikt wordt. Het is namelijk minder waarschijnlijk dat de meter wordt beschadigd bij deze meetstand. En waarschijnlijk is het ook de stand die je het meeste gebruikt. Het meten van voltage en stroom met een multimeter.
Wanneer je elektriciteit aanraakt met de spanningszoeker en je houdt je vinger tegen de achterzijde van de zoeker, dan maak je contact met de spanning en bij elektrische spanning zal het lampje in de zoeker oplichten. Dan weet je dus dat de stroom er nog niet af is.
Een doorbeltest is een snelle test om te zien of een stroomkring onderbroken of gesloten is. Alleen een gesloten, volledige stroomkring (die is ingeschakeld) heeft doorgang. Tijdens een doorgangstest stuurt een digitale multimeter een geringe stroom door het circuit om de weerstand in het circuit te meten.
De bruine draad is de fasedraad en zorgt voor de stroomtoevoer. Hier staat altijd spanning op. De blauwe draad zorgt voor de afvoer van stroom.
Steek de tester in het stopcontact en de tester geeft door middel van het oplichten van een, twee of drie lampjes of het stopcontact geaard is en/of dat er iets anders aan de hand is. 3 lampjes: het stopcontact is geaard en de stroomdraden zijn goed aangesloten.
Als je 3-fase aansluiting hebt, dan meet je tussen elke fases 400v. Je meet 230v, dus je meet gewoon tussen de fase en de 0. Dat betekend dat je het vermogen gewoon bij elkaar kan tellen. Overigens ook dat er gewoon een N binnen komt.
Je kan een simpele test uitvoeren door de accu met een voltmeter te testen. Met deze test kan je zien of de accu nog voldoende voltage levert en met het juiste voltage wordt opgeladen. Met deze voltmeter kan je eenvoudig controleren of de accuspanning en laadspanning in de auto in orde zijn.
De stroom (A) is hoger omdat gelijkspanning met 12 V of 24 V lager is dan wissel-spanning met 230 V. Het (gevraagde) vermogen blijft gelijk, dus de stroom zal toenemen P = V x I. De onderstaande vuistregel kan gehanteerd worden: Voor 12 of 24 V DC systemen geldt 3 Ampère stroom per 1 mm² kabeldiameter.