Het doel bij de madison is simpel: samen met je partner probeer je zoveel mogelijk punten te verdienen in tussensprints. Voor de eerste 4 duo's zijn 5, 3, 2 en 1 punt te verdienen bij zo'n sprintje.
Bij de teamsprint strijden twee ploegen in de baan tegen elkaar. Als mannenploeg start je met drie renners, waarvan elke renner steeds één ronde op kop fietst. Een vrouwenploeg bestaat uit twee rensters die de openingsronde en tweede ronde verdelen. Ook de teamsprint werkt met een knock-outsysteem.
De koppelkoers wordt gewonnen door het team dat de meeste ronde voorsprong heeft of de eindsprint weet te winnen. De eerste zes teams verdienen daarmee punten voor het algemeen klassement: 20, 12, 10, 8, 6 en 4. Tijdens een koppelkoers is er door 1 team extra punten te verdienen tijdens de 'gouden tussensprint'.
De puntenkoers is een discipline binnen het baanwielrennen. Hierbij rijden alle renners tegelijk op de baan in een wedstrijd met een vastgesteld totaal aantal ronden. Het totale aantal ronden dat gereden moet worden, is afhankelijk van de baanlengte.
Een velodroom, ook wel wielerbaan of wielerpiste genoemd, is een ovale piste speciaal gebouwd voor baanwielrennen. Zomerbanen (in de openlucht) hebben een lengte tussen 225 en 550 meter, winterbanen (overdekt) zijn doorgaans 250 meter lang (de minimumafstand om als olympische baan gekwalificeerd te worden).
Het konijn in kwestie deze keer: de fiets. De Britse baanfiets, de Lotus x Hope HB. T, is een haast futuristisch ruimteschip(je), dat een lieve duit kost. Naar verluidt zou hij namelijk, als je de prijs van alle unieke onderdelen bij elkaar optelt, zo'n 35.000 euro kosten.
De baan is heel simpel. Je hebt een ovaal van 200 meter en je rijdt zo'n 40 kilometer per uur met 1 versnelling. Hoe harder je gaat hoe hoger je in de baan rijdt.
Een Flandrien is een renner die houdt van kasseien en korte, nijdige hellingen (zoals we ze vooral in Vlaanderen terugvinden). Een Flandrien herken je aan zijn gespierde dijen. Daarmee pijnigt hij de pedalen op de stenen, beukt hij de tegenstand kapot met de grote versnelling.
De ploegkoers (ook wel koppelkoers of madison genoemd) is het belangrijkste onderdeel van de zesdaagse, want in deze proef kan men de tegenstand op een ronde rijden door vooraan uit het peloton weg te rijden om vervolgens achteraan weer aan te sluiten. Zoals de naam aangeeft, wordt deze proef in ploegverband gereden.
Zoals de naam al doet zeggen duurt een 'zesdaagse' wedstrijd zes dagen. Op een overdekte baan komen teams van twee man tegen elkaar uit. Wie aan het eind de meeste ronden heeft gereden is winnaar (zie ook 'koppelkoers' hierboven).
Madison is een Engelse meisjesnaam die 'zoon van Maud' betekent. Van oorsprong was het in Engelstalige landen een achternaam.
Een scratch-race bestaat bij de mannen uit een gezamelijke race over 15 kilometer, en bij de vrouwen over 10 kilometer. Wie het eerst over de finish komt, is de winnaar, en veelal bestaat de tactiek eruit om een ronde voorsprong te pakken op het peloton.
Keirin. Keirin is een sprint onderdeel waarin ongeveer acht renners achter een Derny of andere gangmaker beginnen. De gangmaker versnelt langzaam tot ongeveer 50km/h en met nog drie rondes te gaan verlaat hij de baan. Voor de laatste drie rondes verloopt de wedstrijd verder als een korte scratch.
De laatste 10 minuten voorafgaand aan een fietssprint loopt het vermogen dat profwielrenners leveren op van ruim 300 W tot bijna 500 W op een minuut voor de sprint. Tijdens de sprint ligt het piekvermogen van de sprinters ongeveer rond de 1250 W waarbij de snelheid richting de 70 km/u gaat.
Je kan wel een gemiddelde nemen. Een prof is rond de 70 kilo en fietst 30.000 kilometer per jaar. Een gemiddelde amateur is een man van 85 kilo. Hij fietst niet het hele jaar door en als hij rijdt, doet hij dat gemiddeld twee keer per week.
De Brit Neil Campbell heeft het snelheidsrecord voor mannen op de fiets gebroken. Op zijn fiets haalde hij een snelheid van 280 kilometer per uur. Daarmee brak hij het record van de Nederlander Fred Rompelberg, die in 1995 270 km per uur fietste.
Elke derny heeft een 100 cc tweetaktmotor en is volledig automatisch gebouwd. Door meer gas te geven kan er traploos meer snelheid gemaakt worden. Verder is er de vaste pion, door deze vaste pion voelt de bestuurder de cadans van de wielrenner beter en kan hij bijsturen waar nodig.
Teamsprint: twee teams van 3 of 4 rijders starten gelijktijdig, elk aan een zijde van de baan op het midden van de rechte einden. Er wordt door het team geschaatst tegen de wijzers van de klok in. Er worden drie rondes gereden en na elke ronde moet één schaatser de baan verlaten.
Het omnium bestaat uit vijf wedstrijden in een vaste volgorde: de 200 meter tijdrit met vliegende start, de scratch, de individuele achtervolging, de puntenkoers en de 1 kilometer tijdrit. Wie aan het eind van deze vijf onderdelen de meeste punten verzameld heeft, mag zich tot winnaar kronen van het omnium.
De Cervélo waarmee Wout van Aert de Touretappe met twee beklimmingen van de Mont Ventoux wist te winnen, heeft maar liefst 16.250 euro opgebracht. Toch was dit niet de fiets die voor het meeste geld de deur uitging: de fiets waarop Van Aert dit voorjaar reed, ook een Cervélo R5, werd geveild voor 18.800 euro.
Een doorsnee sportzaak is voor de zesvoudig wereldkampioen geen optie. Met zijn maximaal vermogen van 2500 watt trekt hij normale wielerschoenen aan flarden.
Butterfly Trek Madone - € 380.000
De duurste fiets ter wereld heeft een prijskaartje van maar liefst € 380.000! Hij is ontworpen door Damien Hirst ter ere van Armstrongs comeback in het peloton. Hij is niet ondergedompeld in goud of gemaakt van diamanten…