Wat is dat precies? Centrale Sensitisatie kun je als het volgt definiëren: een versterkt pijnsignaal binnen het centrale zenuwstelsel, terwijl er geen sprake meer is van weefselschade. Het pijnsysteem is overgevoelig geworden. Dit verhoogde pijngevoel (hypersensitiviteit) is niet in verhouding met de aandoening.
De zenuwen worden geprikkeld en geven een signaal af. Als de pijn zich ontwikkeld tot chronische pijn, dan verdwijnt de signaalfunctie en kan de zenuw continu pijnsignalen afgeven of is deze gevoeliger geworden. Als de zenuw gevoeliger is geworden (dus sneller reageert op prikkels), spreken we van sensitisatie.
Bij hevige of langdurige pijn is er soms een neiging om veel minder te gaan bewegen. Wij horen vaak in de praktijk dat mensen de angst hebben om hun lichaam verder te beschadigen. Maar één van de beste manieren om sensitisatie te verminderen is bewegen. Ook is bewegen goed om het lichaam gezond te houden.
Sensitisatie hoeft zich niet te beperken tot één plek in het lichaam (perifeer), maar kan ook een heel lichaamsdeel of het hele lichaam betreffen (centraal). Bij langdurige klachten raakt het pijnpatroon (de activiteit in het pijnnetwerk) als het ware ingeslepen in het zenuwstelsel.
Dat kan komen doordat de pijn (nociceptie) tijdens de acute fase zeer ernstig of langdurig was. Verder kunnen ook gedragsmatige en/of psychologische factoren een rol spelen. Denk hierbij aan angst, depressie of negatieve associatie van eerder ervaringen van pijn.
De fysiotherapeut helpt u om rustig in beweging te komen én te blijven. In veel gevallen zal de arts ook een pijnstiller voorschrijven. Omdat paracetamol vaak goed werkt, is dat de eerste keus. Vermindert paracetamol de pijn onvoldoende, dan krijgt u een sterkere pijnstiller.
Bij zenuwpijn helpen pijnstillers vaak minder goed. Andere medicijnen helpen wat beter tegen de pijn. Bewegen is goed, ook bij pijn. Wordt de pijn erger, stop dan.
Als de poort van een onschadelijke prikkel open gaat, dan gaat de poort van de pijnlijke prikkel dicht, zodat deze niet meer naar de hersenen gaat en de pijn niet gevoeld wordt. Daarom heet dit ook wel de poorttheorie.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen het centraal en het perifere zenuwstelsel. De hersenen en de ruggengraat vormen het centrale deel. Het perifere deel is de verbinding tussen het centrale stelsel, de spieren en de organen. Het bestaat uit zenuwen en kleine concentraties grijze stof.
Angst en pijn: beide zijn waarschuwingssystemen
Angst en pijn zijn allebei waarschuwingssystemen van ons lichaam. Deze onbewuste systemen proberen ons de hele dag te waarschuwen voor bepaalde zaken. De systemen hebben het echter niet altijd bij het juiste eind en zijn vaak juist té beschermend.
Als je een pijnprikkel voelt, voel je deze met de sensorische zenuwen. Deze sturen dan een signalen door naar de hersenen. De hersenen sturen dan signalen terug naar de spieren om te bewegen (bijvoorbeeld je hand wegtrekken van een kokende waterketel).
Pijn waarschuwt het lichaam voor gevaar (bijvoorbeeld pijnlijke hitte van vuur) of verdere beschadiging (bijvoorbeeld pijn bij steunen op een gekneusde of gebroken voet) in het lichaam. Pijn is niet alleen lichamelijk onplezierig, maar heeft ook invloed op hoe we ons voelen.
We spreken over chronische pijn wanneer er pijn blijft bestaan na het herstel van de oorspronkelijk weefselschade. De oorzaak van de pijn (bijvoorbeeld de wond) is verdwenen maar de nocireceptoren geven nog steeds signalen door. Er geen fysieke schade meer zichtbaar maar je voelt nog steeds pijn alsof er nog schade is.
Onze hersenen ontvangen signalen van weefsels in het ruggenmerg en daardoor voelen we pijn. Neuromodulatie is een behandeling waarbij we de zenuwbanen in het ruggenmerg met elektrische pulsen beïnvloeden. Hierbij plaatsen we een elektrode tegen de achterzijde van de epidurale ruimte.
Het is een natuurlijk beschermingsmechanisme om te overleven. Het pijnsysteem bestaat uit zenuwen, het ruggemerg en de hersenen. In het hele lichaam zitten pijnsensoren die pijnsignalen kunnen vervoeren. Het pijnsysteem kan verschillend reageren en zich daarmee aanpassen aan de situatie.
Pijn is vervelend, maar soms ook heel nuttig. Pijn kan betekenen dat iets in het lichaam beschadigd is of wordt. Zoals bij een wond, ontsteking, ziekte of gebroken been. Pijn zorgt ervoor dat we iets doen om (meer) schade te voorkomen en het lichaam te laten genezen.
Pijn is immers een onmisbaar onderdeel van ons afweersysteem. Als ons lichaam iets abnormaals detecteert zoals een slag, een snee of een brandend gevoel, zet het een pijnsignaal in gang om ons te doen reageren en ons te beschermen tegen de bron van het gevaar.
Nociceptieve pijn ontstaat door schade aan weefsel, bijvoorbeeld bij een wond of ontsteking. Deze pijn noemen we ook wel weefselpijn. Bij schade aan het weefsel komen er stoffen vrij die kleine nociceptoren (pijnzenuwvezels) prikkelen. Deze pijnzenuwvezels geven een sein aan de hersenen waardoor we pijn ervaren.
Gunstig effect magnesium
Wout zegt hierover: “Hoogstwaarschijnlijk doet magnesium ook veel positiefs bij typische diabetescomplicaties zoals slecht zien, nierproblemen en neuropathie (pijn, tintelingen, gevoelloosheid in handen en voeten).
Kijk uit met hoge temperaturen. Veel mensen hebben meer last van de neuropathie bij warm weer of wanneer hun voeten niet goed worden geventileerd en te warm worden door te dikke sokken en niet-ventilerende schoenen. Controleer regelmatig uw handen en voeten op verwondingen of blaren (omdat u dit mogelijk niet voelt).
Limiteer of vermijd ook de inname van fastfood en suiker.
Kies voor water in plaats van frisdrank, en kies voor gezonde snacks zoals een stuk fruit, groente, of magere yoghurt. Probeer meer thuis te koken en minder af te halen.
Soms zit de pijn aan 1 kant van uw lichaam, dus links of rechts. Zenuwpijn gaat vaak samen met 'gewone' pijn. De pijn is heel vervelend, maar niet gevaarlijk.
Het effect van codeïne en tramadol is dan ook minder sterk dan morfine zelf, vandaar dat ze zwakwerkende opioïden worden genoemd. De pijnstiller codeïne zorgt ervoor dat de pijnprikkels de hersenen niet of bijna niet bereiken. Codeïne wordt soms ook in lichtere dosis voorgeschreven bij een kriebelhoest.
Tramadol is een sterke pijnstiller. Morfine, fentanyl en oxycodon zijn heel sterke pijnstillers. Bijwerkingen zijn suf zijn, moeilijk poepen, duizelig zijn en verslaving.