Vertrouwen ontwikkelt zich door interactieVertrouwen kan opgebouwd worden in een gesprek, door het uitwisselen van een blik of door als team samen te werken. Hoe vaker bepaalde interacties herhaald worden, hoe verder de connectie ontwikkelt en hoe groter de kans op een vertrouwensband voor de lange termijn.
Werken aan vertrouwen heeft namelijk alleen zin als je bereid bent om elkaar echt te ontmoeten. Als je verder durft te kijken dan het verleden, trouw bent aan hoe het voor jouw is en bereid bent de rouw (het verlies) te nemen als blijkt dat de werkelijkheid anders is dan jij had bedacht.
Vertrouwen is het geloof dat je hebt dat anderen jouw positieve verwachtingen van hen zullen waarmaken. Dat de ander wil (de intentie heeft), kan (de capaciteiten heeft) en doet (gedrag vertoont) wat je van hem of haar verwacht.
In de evangeliën betekent pisteuoo over het algemeen: het vertrouwen op de hulp van God en op zijn macht om wonderen te doen. Jezus spoort de mensen aan om op God te vertrouwen en zich geen zorgen te maken (zie Marcus 11:22 ).
Vertrouwen in jezelf maakt je zelfverzekerder. Je weet waar je voor staat, wat je kunt en wat je wilt. Als je zelfvertrouwen hebt, kan je ook beter met tegenvallers omgaan. Positief denken helpt daarbij.
Vertrouwen is het innerlijke gevoel dat een situatie goed (aan)voelt. Alles is in orde. Dit mechanisme speelt zich ook af binnen organisaties. Zoals een sporter op zijn of haar lichaam vertrouwt om steeds hogere hordes te nemen, zo vertrouwt de leider op de organisatie om steeds beter haar doelen te behalen.
De meest gebruikte therapie bij onzekerheid en een negatief zelfbeeld is cognitieve gedragstherapie. Cognitieve gedragstherapie richt zich op het veranderen van (onrealistische) negatieve denk- en gedragspatronen die je onzekerheid en lage zelfbeeld in stand houden.
De algemene betekenis van dit woord is 'vast zijn, zeker zijn, betrouwbaar zijn'. Het woord kan ook in specifieke zin gebruikt worden om aan te geven dat iemand op God vertrouwt. Wie zijn vertrouwen stelt op God, steunt op Gods standvastigheid en betrouwbaarheid (zie Genesis 15:6 ).
In het moderne woordgebruik is er een verschil tussen geloof en vertrouwen. Geloof wordt meestal gezien als een spiritueel concept. Het wordt beschouwd als een loyaliteit aan of geloof in een Opperwezen. Vertrouwen zou in feite betekenen dat een persoon volledig vertrouwen stelt in een andere persoon.
1 Een pelgrimslied. Wie op de HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar voor eeuwig blijft. 2 Rondom Jeruzalem zijn bergen, zo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in eeuwigheid.
Een zelfbeeld ontstaat in de loop van je leven door de ervaringen die je meemaakt, de omgeving waarin je opgroeit en de mensen waar je mee opgroeit. Als deze ervaringen negatief zijn geweest, omdat je bijvoorbeeld bent gepest of vaak bent buitengesloten, ontwikkel je hiermee vaak een negatief of laag zelfbeeld.
Onzekerheid kan worden veroorzaakt door lichamelijke, sociale, financiële en emotionele factoren en angst. Iemands persoonlijkheid en verleden hebben veel invloed op iemands zelfbeeld.
Een negatief zelfbeeld ontwikkelt zich niet vanzelf. Het ontstaat naar aanleiding van ervaringen waarbij je negatieve gedachten over je uiterlijk of gedrag had. Een negatief zelfbeeld ontwikkel je ook niet opeens: er gaat vaak een langere periode aan vooraf. Ook aanleg speelt een rol.
Je ziet mensen die zelfverzekerd overkomen, energie uitstralen, en weten wat ze doen en zeggen. Mensen met zelfvertrouwen kennen zichzelf en accepteren hun sterke en zwakke eigenschappen.Zij trekken zich weinig aan wat anderen denken of zeggen.
Wanneer je intuïtie sterk ontwikkeld is: Weet je snel of iets 'goed' of 'fout' is. Neem je zaken waar, terwijl de logica of redenering ontbreekt. Heb je een sterk onderbuikgevoel voor gevaar of voor zaken die verkeerd kunnen gaan.