In alledaagse teksten kun je vaak zien waar de inleiding stopt en waar de kern begint. Vaak is de inleiding namelijk schuingedrukt of is er een duidelijke scheiding. Bij eindexamenteksten is dit vaak wat minder duidelijk.
Inleiding
In de inleiding wordt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is. De inleiding van de tekst is bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken. De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt naar de rest van de tekst.
De inleiding is vaak één alinea. In het middenstuk geef je informatie over het onderwerp. Het middenstuk bestaat vaak uit meerdere alinea's. In iedere alinea lees je iets nieuws over het onderwerp.
In het slot kom je terug op de in de inleiding gestelde vraag of gegeven probleemstelling. Je kan een korte samenvatting geven, je conclusie geven, een afweging maken, een oproep of aanbeveling doen of je verwachtingen uitspreken. Kies de afronding die bij je tekst past.
Wat moet je niet doen? Stel in het slot niet een nieuw deelonderwerp aan de orde. Sluit niet af met clichés als 'De tijd zal het leren' of 'Het is een lastige kwestie en zal dat nog lang blijven. Zet geen 'Einde' onder de tekst.
In een beschouwing gebruik je geen 'ik' en aanverwante woorden. De structuur van de beschouwing moet de volgende zijn: Inleiding ● Alinea 1 Beschrijving van de actuele situatie of een algemeen geldend voorbeeld. Eindigen met vraag.
Hoe lang moet de inleiding zijn? De inleiding van een essay is meestal niet langer dan een of twee paragrafen en maakt normaliter ongeveer 10 tot 20 procent uit van je tekst. Het deel waar het in je essay om gaat is je argumentatie.
Een alinea mag nooit langer zijn dan een pagina. De gewenste gemiddelde lengte is ongeveer zes à zeven zinnen.
Slot: meestal is dit de conclusie of samenvatting. Het kan ook zo zijn dat je je eigen mening over het onderwerp moet geven of dat je terugblikt op het schrijven van het verslag. Wat heb je er van geleerd?
Een alinea is een stuk tekst van meerdere zinnen. Alinea's beginnen altijd op een nieuwe regel. In de basis heeft elke alinea één kerngedachte. Dit is de belangrijkste informatie in de alinea: een soort hoofdonderwerp.
Een inleiding van een tekst is een aandachtstrekker. De lezer wordt hierdoor nieuwsgierig gemaakt naar de rest van de tekst. Na de inleiding komt het middenstuk. Hierin wordt het onderwerp van verschillende kanten bekeken.
De uiteenzetting
Het is een objectieve tekst waarmee je feiten en uitleg geeft over een onderwerp. In een uiteenzetting geef je niet je mening. Je geeft feiten die waar en controleerbaar zijn. Meningen van anderen breng je neutraal, zonder je eigen mening erover te geven.
Hoofdstuk 1: Inleiding (met probleemanalyse en doelstelling)
Het eerste hoofdstuk is de inleiding van de scriptie. Studenten schrijven de inleiding nadat ze hebben bedacht wat het probleem van de opdrachtgever eigenlijk is en wat voor onderzoek daarbij hoort.
De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Inleiding. In de inleiding laat je de lezer weten hoe het werkstuk is opgebouwd. Dit doe je door eerst te vertellen wat de probleemstelling is die je hebt onderzocht. Daarna noem je stuk voor stuk de deelvragen van je onderzoek, en vertel je in welk hoofdstuk je welke deelvraag gaat beantwoorden.
Er zijn wat verschillen tussen een natuurlijke en een ingeleide bevalling. Vaak is de ingeleide bevalling een stuk heviger en pijnlijker. Maar de pijn en intensiteit hangt wel weer af van de reactie op het hormoon dat wordt toegediend, waardoor de reactie op de weeën voor iedereen anders is.
Het inleiden met een ballonkatheter of misoprostol werkt meestal goed. Mocht het met een ballonkatheter of misoprostol toch niet gaan, dan bespreekt de arts/klinische verloskundige de alternatieven met je. Het kan dan zijn dat de arts besluit dat wachten het beste is; er volgen dan een of twee dagen rust.
Wanneer u komt voor een inleiding middels ballon catheter is niet goed te zeggen wanneer u zal bevallen. De meeste mensen bevallen binnen 3 dagen, maar een enkele keer moeten we een rustpauze inlassen en een volgende afspraak voor inleiding afspreken.
Een inleiding heeft twee functies: – de aandacht van de lezer trekken, hem motiveren de hele tekst te gaan lezen; – het onderwerp van de tekst introduceren. Je moet ervoor zorgen dat de inleiding pakkend is. Je wilt immers bereiken dat de lezer verder leest.
Een nawoord is een terugblik op de periode van het schrijven van je scriptie of onderzoek. Je vertelt over je ervaringen en wat je hebt geleerd. In je nawoord kun je tevens mensen bedanken als je dit nog niet hebt gedaan in een voorwoord of dankwoord.
Bij een beschouwing geeft de schrijver voor- en tegenargumenten bij een stelling of onderwerp, en uiteindelijk geeft hij zijn eigen mening. Deze mening kan weliswaar de mening van de lezer beïnvloeden, maar de beschouwing laat ook ruimte voor de lezer om een eigen afwijkende mening te vormen.