Een uitrit wordt gekenmerkt door de bestemming of de constructie ervan. Bij een zichtbaar beperkte bestemming, bijvoorbeeld de uitgang van een garagebox, een boerderij of een benzinestation, is vaak meteen duidelijk dat het een uitrit is.
U verlaat het erf altijd middels een uitrit. U kunt een uitrit herkennen aan diverse kenmerken. Het verlaten van een uitrit wordt gezien als bijzondere manoeuvre, u dient dus het overige verkeer voor te laten gaan. Dit is ook het geval wanneer er geen sprake is van een woonerf maar een ander soortige uitritconstructie.
Je hebt met een uitrit te maken als je over een doorgetrokken trottoirband moet rijden waar een eventueel trottoir ook is doorgetrokken. Dat zien we bij de Vrouwkensakker: het parkeerterrein is aangesloten met een uitrit die met schuine uitritblokken net zo is aangelegd als de meeste particuliere uitritten.
Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren zoals wegrijden, achteruitrijden, vanaf een uitrit de weg oprijden, van een weg een inrit oprijden en keren, moeten het overige verkeer voor laten gaan.
Een uitweg (ook wel inrit, uitrit en oprit genoemd) is een ingang of uitgang van een perceel voor motorvoertuigen om de openbare weg te bereiken, gelegen op gemeentegrond.
Of u uw auto mag parkeren op een oprit, hangt af van de verkeerssituatie. Soms is een oprit onderdeel van de openbare weg, bijvoorbeeld als de oprit over een stoep loopt.De oprit wordt dan niet beschouwd als 'eigen terrein' en u mag uw auto daar niet parkeren.
Een oprit als onderdeel van een woonkavel is als uitrit aangesloten op de openbare weg. De oprit zelf valt niet onder de openbare weg. Verkeer dat de oprit verlaat dient dus voorrang te verlenen aan het verkeer op de weg waaraan de oprit is aangesloten.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
Het einde van het woonerf wordt aangegeven met verkeersbord G6. Dit is het zelfde rechthoekige blauwe verkeersbord met een diagonale rode streep. Als een verkeersbord dat een gebied aanduidt als woonerf ontbreekt, dan gelden de gewone verkeersregels.
Bij het verlaten van een uitrit moet je aan het overige verkeer voorrang verlenen. In de film gaan we een uitrit naderen en afslaan naar links. ( het middenberm is te kort voor de hele auto om veilig voor te sorteren dus mogen wij daar niet staan! Anders blokker je het verkeer.)
Het is verboden om te parkeren voor een inrit of een uitrit. Dit staat letterlijk te lezen in artikel 24 RVV. De buur begaat met andere woorden een overtreding op de verkeersregels en kan daarvoor beboet worden. Hiervoor kan er dan ook contact worden opgenomen met de politie.
Daarbij dient de breedte van de oprit minimaal 3 meter te zijn. Een uitrit voor de voorgevel is niet toegestaan tenzij anders geregeld in het geldende bestemmingsplan. 3. De gemeente hanteert een standaardbreedte van maximaal 8 meter voor uitwegen bij bedrijven met grote voertuigen.
Verlaat u een woonerf? Dan moet u voorrang verlenen aan al het verkeer.
Als bestuurder moet je voetgangers voor laten gaan bij zowel het inrijden van een erf, op het erf zelf en bij het verlaten van het erf.
De snelheidslimiet op een erf is 15 km/uur (oorspronkelijk aangeduid als stapvoets). Met snelheidsremmende voorzieningen moet deze snelheid worden 'afgedwongen'; een sobere uitvoering is dus niet toegestaan.
Binnen een erf mag u uw motorvoertuig alleen parkeren op een daarvoor aangewezen plek. Als een erf ook een zone is waarbij een parkeerschrijf gebruikt moet worden, dan zijn de artikelen 25 en 26 van toepassing.
Net als 30km/uur-gebieden kent ook een erf geen fietsvoorzieningen en zijn eventuele kruispunten gelijkwaardig.
Volgens het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 mag binnen een erf niet sneller worden gereden dan 15 kilometer per uur.
Wat is de maximumsnelheid op een woonerf? Op een woonerf geldt een aangepaste maximumsnelheid. Juist omdat hier vaak smal en onoverzichtelijk is, mag je als bestuurder niet sneller rijden dan 15 km/u. Fietsers mogen dus ook niet harder!
Binnen of buiten de bebouwde kom
Een nieuw wegvak begint altijd na een kruispunt en buiten de bebouwde kom tref je de borden dus na het kruispunt aan. De borden buiten de bebouwde kom zijn vaak ook net iets groter dan de voorrangsborden binnen de bebouwde kom, zodat je ze ook goed kunt zien met een hogere snelheid.
Om je te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Dit kan zijn een voetgangersoversteekplaats, gevaarlijk kruispunt of een ander gevaarlijk punt.
Wat kunt u doen indien een voertuig dat zich op de openbare weg bevindt de toegang tot uw garage of oprit blokkeert? Aangezien het een overtreding is op de wegcode, zult u een beroep moeten doen op de politie opdat ze ter plaatse komt, de situatie opmeet en een proces-verbaal opstelt.
Want in het regelement verkeersregels en verkeerstekens staat dat dit soort stukjes grond te klein zijn voor een formele oprit. Dat is de reden dat ze gezien worden als onderdeel van de openbare weg. Dat betekent dat je daar dus niet mag parkeren, ook al is het eigen grond.
Begin of oprit van een autosnelweg. Einde of afrit van een autosnelweg. Op de twee linkerrijstroken maximaal 90 km/uur.Rechterrijstrook maximaal 70 km/uur.