Het gen wat overheersend is bepaald of bij het kind de eigenschap van dit gen ook zichtbaar is. Zo overheerst het gen voor bruine ogen over het gen voor blauwe ogen. Als jij bruine ogen hebt dan kan het zijn dat je 2 genen hebt voor bruine ogen, maar ook dat je 1 gen hebt voor bruin en 1 voor blauw.
Wetenschappers van de UNC School of Medicine hebben aangetoond dat er evenveel DNA van vaders als moeders in kinderen belandt, maar dat de genen van de vader dominant zijn.
Op de chromosomen zitten de genen. Een gen is een stukje DNA. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe je er uit ziet, hoe je lichaam werkt of hoe je bent.
Is karakter genetisch bepaald? Uit onderzoek is gebleken dat de helft van ons karakter genetisch bepaald is (en dus wordt overgedragen door onze ouders), terwijl we de andere helft ontwikkelen terwijl we opgroeien. Als het om een jonge baby gaat, speelt erfelijkheid een belangrijkere rol.
Erfelijke eigenschappen zijn bijvoorbeeld de kleur van je huid, je haar en je ogen. Maar ook de vorm van je neus en andere lichaamsdelen. Erfelijkheid zorgt er dus voor dat je op je ouders lijkt. En niet alleen aan de buitenkant.
Je erft je genen van je ouders. Van elk gen erf je twee kopieën: één van je vader en één van je moeder. Ook de genen van je grootouders en verre voorouders hebben invloed op de kleur van je huid. Binnen een gezin kan de huidskleur dus verschillen.
Wil je als man een slim kind? Dan is het zaak om een intelligente moeder te vinden. Intelligentie hebben kinderen namelijk vooral te danken aan de genen die zij van hun moeder hebben geërfd. Dit blijkt uit een recent onderzoek gepubliceerd in Psychology Spot, waarover Ouders van Nu schrijft.
Genen van ouders bepalend
Je vader en moeder geven ieder één kopie van het bloedgroep-gen aan jou door. Dit kan een A, B of O zijn. De kopie van je vader bepaalt samen met de kopie van je moeder welke bloedgroep jij krijgt.
De chromosomen in elk van haar paren hebben vóór je geboorte al genen met elkaar uitgewisseld, maar het resultaat verandert niet – de helft van je chromosomen krijg je van haar. De andere helft komt van je vader. Dat geldt ook voor je broers en zussen.
Als deze ouder een kind krijgt van een vader die NIET ziek is, is de kans 50% dat het kind ziek wordt. Immers, de zieke ouder heeft 2 genen voor deze ziekte, 1 ziek gen en 1 gezond gen. De kans is 50% dat de ouder het zieke gen overdraagt op zijn kind.
Genen die zowel de structuur als het functioneren van het brein beïnvloedden, vormen een verklaring voor de gemeten IQ-verschillen. Posthuma zegt in haar proefschrift dat verschillen in IQ voor wel tachtig tot negentig procent aan erfelijke factoren liggen.
Ons eigen DNA is een combinatie van het DNA van onze ouders. De ene helft komt van je vader, de andere helft van je moeder. Maar in het DNA van iedereen zitten al bij de geboorte variaties die je bij geen van de ouders terugvindt. Dit zijn de novo mutaties; 'nieuwe' mutaties (veranderingen) die alleen het kind heeft.
De DNA-databank neemt DNA profielen op in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM geeft ook opdracht om uw DNA-profiel uit de DNA-databank te verwijderen en het daarvoor gebruikte celmateriaal te vernietigen. Een bevestiging van een opname en/of verwijdering van een DNA profiel wordt naar het OM gestuurd.
Hoe snel je kunt sprinten is naast een kwestie van training voor een groot deel afhankelijk van je genen. Zo is explosieve spierkracht, die je bijvoorbeeld gebruikt tijdens krachttraining en sprinten, voor meer dan 70% erfelijk bepaald. Een van de genen die hier een rol in spelen is het ACTN3-gen.
Genetische opbouw
Minstens twee genenparen sturen de kleur van menselijk haar. Eén gen, het bruin/blond-paar, heeft een dominant bruin allel en een recessief blond allel. Als iemand drager is van het bruine allel, dan zal deze persoon bruin haar hebben; zo niet, dan is hij blond.
Als het om pure spierkracht gaat, dan winnen mannen het nog altijd van vrouwen. Maar toch stellen wetenschappers - na vele onderzoeken - dat vrouwen tóch het sterke geslacht zijn. Want als het gaat om langer leven dan verslaat de vrouw duidelijk de man.
Onderzoek heeft aangetoond dat het belangrijkste gen dat met kaalheid in verband wordt gebracht op het X-chromosoom zit. Omdat er vijftig procent kans is dat dit X-chromosoom door je grootvader aan je moeder is doorgeven, is de kaalheid van je opa aan moederszijde een goede voorspeller van jouw toekomstige kaalheid.
De additieve genetische relatie tussen volle broers en volle zussen is 0.5, omdat ze gemiddeld 50% van hun DNA delen. De additieve genetische relatie tussen twee dieren is de hoeveelheid DNA die ze gemeenschappelijk hebben omdat ze familie van elkaar zijn.
Iedere ouder draagt een bepaald gen van een oogkleur bij zich. Dit bepaalt de oogkleur van jouw kindje. Sommige genen zijn dominanter dan de ander. Zo is de kans dat een kindje geboren wordt met blauwe ogen heel erg klein als zijn ouders allebei bruine ogen hebben.
Het AB0-bloedgroepensysteem
Het A-allel geeft bloedgroepantigeen A, het B-allel geeft bloedgroepantigeen B en het 0-allel is een recessief allel, dat niet in een bloedgroepantigeen resulteert. De allelen A en B zijn dominant ten opzichte van 0 en co-dominant ten opzichte van elkaar.
Familieleden delen genetisch risico op agressie
Gelijkenissen in agressie tussen familieleden kunnen vooral worden verklaard door genetische overeenkomsten, oftewel door het delen van genetisch risico. Er zijn geen aanwijzingen dat omgevingsinvloeden de overeenkomsten in agressie binnen families verklaren.
Gedrag is deels erfelijk, deels door de omgeving bepaald en voor een groot deel onverklaarbaar. Ouders vinden het vaak moeilijk om te gaan met vervelende karaktereigenschappen van hun kinderen die ze herkennen van zichzelf of hun partner.
Je bent nieuwsgierig naar de wereld
Slim zijn gaat over nieuwsgierigheid naar van alles en nog wat. Volgens experts stellen intelligente mensen vaak vragen als wie, wat, wanneer, hoe, waarom en wat als. Ze vinden het leuk om te leren over andere mensen, culturen, dieren, geschiedenis en de wereld als geheel.
Het ontstaan van hoogbegaafdheid zit hem voor een deel in de genen en voor een ander deel in de opvoeding en het onderwijs (zie ook bij het kopje wat is hoogbegaafdheid). Daarbij is het opvallend dat de invloed van erfelijkheid toeneemt met de leeftijd. De positieve en negatieve kenmerken van hoogbegaafdheid.