De kamerplanten welke altijd in vochtige grond moeten staan, krijgen water wanneer de bovenkant van de grond lichter van kleur wordt. Nog beter; steek een vinger in de grond, plakt er aarde aan je vinger? Dan is de grond nog vochtig genoeg. Wacht nog even met water geven.
De juiste hoeveelheid is 'net zoveel als de grond kan opnemen. ' Indien je de plant uit de pot tilt, en er is geen bodempje water, dan zit de hoeveelheid goed. Anders heb je misschien wat te veel water gegeven. Afhankelijk van je plant zelf, geef je ze om de zoveel dagen/weken water.
Type, formaat, leeftijd en gezondheid van je plant zijn allemaal van belang. Als vuistregel kun je aanhouden om je plant 5-10% van de capaciteit van zijn pot in water te geven. Er zijn meerdere manieren om te weten of het al tijd is om water te geven. Je zou bijvoorbeeld een vochtigheidsmeter gebruiken.
De meeste planten krijgen liever in één keer wat meer water dan elke keer een klein beetje. Zorg er wel voor dat je niet te veel geeft, dit merk je als de aarde altijd vochtig blijft. Je maakt dan kans op wortelrot en dan is het al snel gedaan met je plant. De juiste hoeveelheid is zoveel als de grond kan opnemen.
Hoe langer je weggaat, hoe meer je planten je zullen missen. Althans, de meeste van hen. Vetplanten vinden het bijvoorbeeld prima als je langer dan een week weggaat, maar bloeiende planten zullen daar minder blij mee zijn. Die kunnen namelijk echt niet langer een/twee weken zonder verzorging.
Water dat je hebt gekookt, bevat minder kalk. Het water is dus minder hard. Dit komt ten goede aan je (kamer)planten. Wij koken er niet speciaal water voor, maar er blijft toch best vaak water achter in de waterkoker.
Dan doe je er goed aan om 'm te dompelen: zet je vetplant dan met kluit en al in een bak met water (plant boven water houden), wacht twee uur tot de kluit helemaal lekker volgezogen is. Daarna kun je weer een à twee weken wachten met water geven.
Regenwater is beter voor planten omdat het minder kalk en mineralen bevat. Regenwater bevat van nature nauwelijks opgeloste stoffen, waardoor meststoffen beter in het water oplossen en de plant ze beter kan benutten.
Het is essentieel dat je plant in een pot met gaten onderin staat, anders kan het water niet worden opgenomen. Je kunt je plant op een schoteltje met water zetten. Laat je plant hier een half uurtje in staan en vul het water aan als het op is. Hierna kun je je plant even laten uitdruppelen en weer terug zetten.
De onderzoekers concluderen dat het geen kwaad kan om planten midden op de dag en in de volle zon water te geven. Sterker nog: de kans op verbranding is later op de middag of 's ochtends zelfs groter. De zon staat dan namelijk lager, waardoor de druppels beter als vergrootglas kunnen werken.
Planten met dikke en harde bladeren hoef je ook niet te sproeien, zoals cactussen en vetplanten. Ten slotte houden bloeiende kamerplanten, kamergeraniums en andere Begonia-soorten ook niet van een sproeibeurt.
Nieuwe aangeplante vaste planten, heesters en bomen moeten de eerste twee jaar na aanplant, regelmatig van water worden voorzien. Zeker in warme droge periodes is het beter om twee keer per week de sproeier ongeveer een uur op dezelfde plek te zetten, dan elke dag een beetje water te geven.
Hoe vaak moet je planten sproeien? Afhankelijk van de luchtvochtigheid in huis, bepaal je hoe vaak je de kamerplanten kunt besproeien. Als deze lager is dan 50-55%, dan kun je wel zeker 3x in de week deze planten besproeien. Planten die regelmatig besproeit worden, hoef je iets minder water te geven.
De sloot zorgt ervoor dat het te veel aan water kan worden afgevoerd en hebben we tekort aan water, dan kunnen we dat uit de sloot scheppen of pompen. Als de sloot goed wordt onderhouden dan levert dat ook een betere waterkwaliteit op voor de planten. In ieder geval veel beter dan kostbaar drinkwater.
Luchtplantjes houden van licht maar niet zo erg van zon. Geef de plantjes een plaatsje vlak bij het raam waar de zon niet direct op schijnt. Als je de plantjes ergens instopt (zoals een stolp of een hanger) zorg er dan voor dat er ook genoeg licht bij het plantje kan komen.
Luchtplanten verzorgen
Je kunt de luchtplantjes overal plaatsen aangezien ze geen wortels hebben. Ze houden van daglicht, maar direct zonlicht is dan weer iets te veel van het goede. Zet ze liefst op een plek met indirect zonlicht.
Tips voor het water geven
Het makkelijkste is het als u de hangplanten op een hoogte hangt of zet dat u er gewoon bij kunt. Is er een plek waar u er niet tegenaan loopt, plaats ze dan op ooghoogte. Wanneer u niet vanaf de grond bij uw hangplanten kunt, zorg dan dat het water geven veilig en zonder morsen kan gebeuren.
In de winter is het belangrijk dat de grond enkele dagen droog staat. Geef dus pas water wanneer de grond 3 dagen droog is. De laatste categorie krijgt pas water wanneer de grond in de zomer 3 dagen droog staat en in de winter 3 weken. Sansevieria's kunnen zelfs nog langer zonder water.
Flessenwater is niet gezonder dan water uit de kraan. Maar veel mensen verkiezen de smaak van flessenwater, omwille van het chloorluchtje van leidingwater. Flessenwater is wel veel duurder en de flessen zorgen voor een gigantische afvalberg.
Spa Rood of ander koolzuurhoudend water is wellicht nog het allerbeste voor je planten.
Als je plant al wat langer te veel water krijgt kan je dat zien aan de bladeren. Ze zullen lichtgroen of geel worden en uiteindelijk van de stam afvallen. Heeft je plant al wortelrot door een overschot aan water, dan is de kans groot dat de bladeren juist verdorren en van de plant afvallen.
De belangrijkste tip voor de meeste kamerplanten is: wacht tot de potgrond droog is voordat je water geeft. Zet de plant op een grote schotel of in de gootsteen, zodat het water kan weglopen. Geef water totdat alle potgrond vochtig is. Zet de plant terug in de sierpot wanneer er geen water meer onder uit de pot komt.
Eens per twee weken water geven
Veel planten kunnen normaal gesproken wel zonder extra water. Maar tijdens lange perioden van droogte hebben ze wel wat meer water nodig. Het is beter om een keer per twee weken een flinke hoeveelheid te geven dan wat vaker een klein beetje.