“Neurodivergente mensen hebben vaak kwaliteiten die bij anderen minder aanwezig zijn, zoals oog voor detail, een hyperfocus en een grotere sensitiviteit waardoor je de wereld anders, soms ook mooier, kunt ervaren.”
Wat is neurodiversiteit? Neurodiversiteit gaat er van uit dat mensen met, bijvoorbeeld, autisme een andere 'bedrading' hebben in hun hersenen. Dit maakt ze anders. Maar anders betekent nadrukkelijk niet 'minderwaardig' of 'ziek'.
Neurodivergent ~ nature
'Diagnoses' als autisme/Asperger, OCD, dyslexie, dyspraxie, dyscalculie, ADHD, hoogbegaafdheid vallen hieronder.
Bij een neurotypisch iemand wordt de neurologische ontwikkeling over het algemeen gezien als 'normaal' en aangepast. Een neurologische ontwikkeling met een afwijking (divergentie) van het gemiddelde wordt wel neurodivergent of a-typisch genoemd.
Het syndroom van Williams treft ongeveer 1 op de 10.000 mensen en wordt vaak de tegenhanger van autisme genoemd. Een kind dat maar niet kan ophouden mensen te omhelzen, niet bang is voor vreemdelingen en van iedereen evenveel houdt – klinkt toch prachtig? Niet altijd.
Het weinige onderzoek suggereert dat het risico op ADHD bij eerstegraads familieleden van individuen met bovengemiddelde intelligente (IQ > 120) en ADHD even hoog is (zo'n 4–5 keer verhoogd) als van individuen met een gemiddelde intelligente en ADHD.
Overeenkomsten tussen ADD/ADHD gedrag en hoogbegaafd gedrag
Bijvoorbeeld bij de instructie. Een kind met ADD/ADHD kan de instructie missen door gebrek aan concentratie, terwijl een hoogbegaafd kind er soms bewust voor kiest om niet te luisteren. Ook kunnen beiden problemen hebben in het contact met leeftijdgenoten.
Bij kinderen die problemen hebben met hun concentratie en/of hyperactief zijn, wordt al vaak gedacht aan ADHD. Rusteloosheid, onoplettendheid, erg energiek zijn of dagdromen zijn zaken die bij hoogbegaafde kinderen vaak voorkomen en tevens allemaal kenmerken zijn van ADHD.
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
Een HSP ervaart overprikkeling vaker door externe prikkels, waar ADHD dit voornamelijk door interne prikkels ervaren. Iemand met ADHD vindt het bijna altijd lastig om zich goed te concentreren, terwijl een hoogsensitief persoon zich in de juiste omgeving prima kan concentreren.
Overige ADD kenmerken bij volwassenen
moeite met snel en adequaat reageren op onverwachte gebeurtenissen door vertraagde informatieverwerking. dit moet niet verward worden met autisme omdat ADD'ers in tegenstelling tot mensen met autisme vaak prima verbanden kunnen leggen.
Out of the box: ADD'ers zijn vaak goed in het oplossen van raadsels. Hierbij komen ze vaak met niet voor de hand liggende, vindingrijke oplossingen. Ze zijn vaak goede brainstormers en beelddenkers. Hyperfocus: Mensen met ADD kunnen zich enorm focussen op een project.
Mensen met ADD blijven hangen in het overdenken van alles wat binnenkomt. Zij reageren niet impulsief, maar eerder wat langzaam. Ze voelen zich anders dan anderen. Mensen met ADD presteren vaak onder hun niveau terwijl ze wel dingen goed snappen en aanvoelen.
Attention Deficit Disorder (ADD) is een aangeboren aandoening die wordt gekenmerkt door een aandachtstekortstoornis en concentratieproblemen. Hierdoor kunnen patiënten last krijgen van depressies, angststoornissen en slechte school- en werkprestaties.
Hoogbegaafdheid is geen ziekte en het is geen afwijkend gedrag wat een diagnose behoeft. Hoogbegaafdheid is de constatering dat een mens veel sneller kan denken dan de gemiddelde mens. Via de IQ-test laat hij of zij zien dat hij of zij scoort bij de top 2%.
Mensen met ADD hebben bij onderwerpen die geen interesse wekken, juist meer moeite met in actie komen. Wel hebben ze vaak een hoofd vol gedachtes. Daarnaast hebben ze vaker moeite met plannen en organiseren, zijn snel afgeleid door irrelevante dingen en geluiden en hebben moeite met prioriteiten stellen.
Het onderzoek en de diagnose
Om ADD vast te stellen kijkt de behandelaar naar gedragskenmerken in verschillende omstandigheden. Hiervoor vraagt de psycholoog naar beschrijvingen van ouders en / of leerkrachten en natuurlijk het verhaal van het kind.
Het werd gezien als een stoornis waarbij mensen problemen hadden met aandacht en concentratie. Je kunt de naam ADD nog wel regelmatig tegenkomen. Tegenwoordig is deze stoornis officieel een soort binnen de diagnose ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder).
Is deze ziekte erfelijk? Erfelijke aanleg speelt waarschijnlijk een rol bij het ontstaan van attention deficit disorder. Maar hoe ADD overerft, is nog niet duidelijk.
Iemand met ADD wordt vaak omschreven als onhandig, lui, traag, in zichzelf gekeerd, ongemotiveerd en ongrijpbaar. Jammer, want van binnen schuilen er veel zinnige dingen. Waarschijnlijk leg je vaak verbanden die niemand anders legt, ben je heel creatief en voel je precies aan wat er speelt in je omgeving.
Mensen met ADHD uiten dat meer fysiek dan mensen met ADD. Daarnaast is iemand met ADD meer een dagdromer terwijl iemand met ADHD meer een doener is, meer met zijn ideeën daadwerkelijk aan de slag gaat. Uiteraard zijn er ook voldoende overeenkomsten tussen ADHD en ADD.
Onderzoekers gaan ervan uit dat ADHD voor ongeveer 80 procent bepaald wordt door erfelijkheid. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het wordt daarom gezien als een multigenetische aandoening.