Een veilig gehecht kind heeft geleerd op zichzelf en op anderen te vertrouwen. Er is een goede balans tussen hechtingsgedrag (nabijheid van de ouders zoeken) en exploratiegedrag (zelf op onderzoek uitgaan). Het kind durft zelf dingen uit te proberen en opdrachten uit te voeren die bij zijn ontwikkelingsfase passen.
Bij een goede hechting ontwikkelt het kind basisvertrouwen en basisveiligheid. Een kind dat veilig gehecht is, zoekt de nabijheid van de opvoeder. Het kind voelt zich vrij om nieuwe dingen te onderzoeken en te leren. Het kind heeft er vertrouwen in dat de opvoeder beschikbaar is.
Een kindje is onzeker over de beschikbaarheid van de opvoeder en weet niet of hij op zijn ouders kan leunen. Kinderen met deze vorm van hechting wijzen hun ouders af en zoeken tegelijkertijd contact. Ze gaan nauwelijks op onderzoek uit en vertonen vaak aanhankelijk gedrag ten opzichte van de ouders.
Kinderen die onveilig gehecht zijn, zoeken niet direct contact met of de nabijheid van de ouder. Ze reageren bijvoorbeeld boos, angstig of gestrest op de ouder of ze vermijden de ouder. Het is belangrijk dat je als professional alert bent op de signalen van hechtingsproblemen.
Aan zijn gezicht kun je zien hoe je baby zich voelt, en aan zijn lichaamstaal kun je het merken. Als je baby zich niet lekker voelt, kromt hij zijn lijfje en trekt hij zijn beentjes op. Als je baby blij is, kruipt hij ook in elkaar, maar dan van plezier.
De eerste tekenen dat er een veilige hechting ontstaat, zijn enkele van de grootste beloningen voor ouders: na 4 weken zal uw baby reageren op uw glimlach, misschien met een gezichtsuitdrukking of een beweging. Na 3 maanden zullen ze terug naar u glimlachen. Na 4 tot 6 maanden zullen ze zich tot u wenden en verwachten dat u reageert als ze overstuur zijn.
wisselen snel van stemming, van heel vrolijk naar heel boos. hebben vaak het idee dat mensen hen oneerlijk behandelen. zijn vaak vluchtig in het contact naar anderen of 'vlinderen' lukt het niet om langdurige relaties zoals een vriendschap op te bouwen.
Hoe herken je huidhonger? Je baby of kind heeft huidhonger wanneer hij of zij erg onrustig is en/of ontroostbaar huilt en alleen het dicht bij jou zijn in combinatie met huidcontact helpt.
Kind zoekt weinig contact
Het kind vermijdt de opvoeder, omdat het weet dat die niet emotioneel of fysiek beschikbaar is. Het kind voelt dat het op zichzelf aangewezen is. Het kind vertrouwt alleen op zichzelf. Kinderen die dit gedrag laten zien, noemen we onveilig-vermijdende gehecht.
Veilige hechting is niet vanzelfsprekend: ongeveer 30-40 procent van de kinderen raakt onveilig gehecht. Een onveilige hechting kan allerlei oorzaken hebben, zoals problemen binnen het gezin, relatieproblemen tussen de ouders of problemen bij de baby.
Maak je geen zorgen, het is normaal dat je baby periodes heeft waarin hij andere mensen "liever" vindt dan jij . Het komt vaak voor. We weten dat dit je verdrietig maakt, maar er is geen ruimte voor ego! Dit is maar tijdelijk.
Hoe ziet gedesorganiseerde hechting eruit? Ouders herkennen gedesorganiseerde hechting bij hun baby of kind als ze constant op scherp lijken te staan . Ze kunnen constant hunkeren naar de aandacht van hun ouders of verzorgers, maar vervolgens angstig reageren op die aandacht.
Probeer zoveel mogelijk lichaamscontact met je baby te maken en praat hierbij ook tegen je baby. Onderzoek toont aan dat de hoeveelheid lichaamscontact die wij normaal vinden, eigenlijk te weinig is voor de baby. Een heel goed middel is een draagdoek. Hiermee draag je je baby een groot deel van de dag bij je.
Welke leeftijd is hechting belangrijk? Het hechtingsproces is al vanaf het het eerste levensjaar al belangrijk. De eerste relaties waarbij een kind bewust is van een persoon en diegene herkent, komt al voor tussen de 6 en 12 maanden.
Gehechtheidsrelaties kunnen onderverdeeld worden in vier categorieën: veilig, onveilig vermijdend, onveilig ambivalent en gedesorganiseerd.
Een goed gehechte baby voelt zich genoeg gehoord en gezien. Hij leert dat hij op anderen kan vertrouwen. Een veilige hechting zorgt er voor dat je kind zich veilig voelt. Zo durft hij ook te vertrouwen op zichzelf.
Een baby die in de wakkere tijd teveel indrukken (prikkels) heeft opgedaan, heeft vaak ook wat meer moeite om in slaap te vallen. Een overprikkelde baby wordt, soms al huilend, steeds drukker in zijn bewegingen en draait zijn hoofdje weg van licht, speelgoed en/of mensen.
Hongersignalen. Als je baby honger heeft dan huilt hij. Voordat hij gaat huilen geeft hij echter al signalen dat hij gevoed wil worden. Hij wordt bijvoorbeeld onrustig, sabbelt op zijn handjes of maakt smakkende geluiden.
Soms hebben moeders moeite om een band te scheppen met hun baby's als hun hormonen op hol slaan of als ze een postnatale depressie hebben . Hechting kan ook vertraagd worden als een moeder uitgeput is en pijn heeft na een lange, moeilijke bevalling.
Je baby geeft je kusjes
Je baby ziet namelijk hoe jij liefde geeft en wilt dat na doen. Baby's houden van liefde krijgen en geven. Daarom kan je veel natte pakkerds verwachten. Het is soms nog een beetje onhandig en het kan tot wat kopstootjes leiden, maar wat is het heerlijk om zo door je kleine verwend te worden.
Goed voelen
Als je kind zich goed voelt, zie je dat je kind nieuwsgierig, levenslustig, tevreden, ontspannen en evenwichtig is. En dat je kind zelfvertrouwen uitstraalt en doorzettingsvermogen heeft. Hoe je kind dit laat zien, is afhankelijk van de leeftijd, het karakter en de manier waarop je kind is opgevoed.
Kenmerken (en klachten) van hechtingsproblemen zijn: gedragsproblemen (druk, chaotisch, snel boos of agressief)gevoelig voor stress. faalangst.
Ten slotte gedroegen kinderen met gedesorganiseerde gehechtheid zich vreemd in de vreemde situatie. Ze bevriezen, rennen op een grillige manier door de kamer of proberen weg te rennen als de verzorger terugkomt (Main & Solomon, 1990). Dit type gehechtheid wordt het vaakst gezien bij kinderen die mishandeld of ernstig verwaarloosd zijn.
Hechting ontstaat door wederzijdse reacties tussen het kind en de ouders (verzorgers) en leidt tot een duurzame affectieve (emotioneel, liefdevolle) relatie. Dit hechten geeft een kind een veilig gevoel, een gevoel dat het kind weet dat er iemand is op wie ze kunnen terugvallen, iemand die van ze houdt.