Voor het stellen van de diagnose alvleesklierkanker wordt bijna altijd een CT-scan gemaakt. Een CT-scan is veel gedetailleerder dan een echografie. Soms wordt ook een MRI-scan gemaakt. Met een CT-scan of MRI-scan kan bepaald worden hoe ver de alvleeskliertumor is doorgegroeid en of er uitzaaiingen zijn.
Pijn boven in de buik is de meest voorkomende klacht bij chronische alvleesklierontsteking. De pijn kan uitstralen naar de rug, de zij en de schouders. De pijn kan continu aanwezig zijn. Mensen kunnen ook pijnaanvallen hebben en tussen die aanvallen door minder of geen pijn hebben.
U kunt zich misselijk voelen of last hebben van een opgeblazen gevoel. Ook kan de alvleesklierkanker leiden tot slikproblemen. Door de verminderde eetlust kan uw gewicht afnemen. Verschillende factoren kunnen leiden tot vermoeidheid en lusteloosheid.
Het pancreascarcinoom kan niet in het bloed aangetoond worden en tumormarkers in het bloed hebben helaas maar beperkte waarde bij het stellen van deze diagnose.
een opgeblazen gevoel en veel moeten boeren. minder zin om te eten. een moe en lusteloos gevoel. een zeurende pijn boven of midden in je buik of in je rug.
Bij meer dan de helft van de patiënten met alvleesklierkanker is de ziekte bij het stellen van de diagnose al zo ver gevorderd (stadium vier), dat een jaar later nog maar tien procent in leven is. Probleem is dat een tumor in de alvleesklier er vaak al een hele tijd zit voordat een patiënt er last van krijgt.
Hoe vaak komt het voor
Alvleesklierkanker komt de laatste jaren steeds vaker voor. Elk jaar krijgen ongeveer 2.400 mensen in Nederland te horen dat ze de ziekte hebben. De meeste van hen zijn ouder dan 60 jaar. Mannen krijgen iets vaker alvleesklierkanker dan vrouwen.
Een jaar na de diagnose alvleesklierkanker zijn ruim 6 van de 10 (60%) patiënten nog in leven als zij stadium I alvleesklierkanker hebben. Van de mensen die bij de diagnose stadium IV alvleesklierkanker hebben, is slechts 1 van de 10 (10%) patiënten na 1 jaar nog in leven en slechts 5% is nog in leven na 3 jaar.
Als alvleesklierkanker uitzaait, is dat meestal eerst naar de lymfeklieren die in de buurt van de alvleesklier liggen.Ook zaait alvleesklierkanker vaak uit naar de lever, de longen of naar de buikholte.
Als de alvleesklier minder alvleeskliersappen produceert, ontstaat er een tekort aan verteringsenzymen in de dunne darm. Hierdoor kan voedsel niet goed worden verteerd en kunnen belangrijke voedingsstoffen niet door de darmwand worden opgenomen in ons lichaam.
Er is geen duidelijke oorzaak van alvleesklierkanker. Sommige mensen hebben wel meer kans om alvleesklierkanker te krijgen. Meestal is het niet duidelijk waarom je alvleesklierkanker krijgt.
Jaarlijks krijgen bijna 3.000 mensen alvleesklierkanker. De meeste van hen zijn 60 jaar of ouder. Alvleesklierkanker wordt vaak laat ontdekt als er al uitgebreide groei en uitzaaiingen zijn. Dan is de ziekte niet meer te genezen.
De vijfjaarsoverleving van alvleesklierkanker is minder dan 5 procent. Daarmee heeft alvleesklierkanker, zeker in vergelijking met andere kankersoorten, een slechte prognose. Patiënten die de diagnose krijgen zijn vaak ouder dan 70 jaar. Bij meer dan de helft van de patiënten is de tumor al uitgezaaid tijdens diagnose.
De vooruitzichten bij alvleesklierkanker zijn niet goed. Dat komt omdat alvleesklierkanker vaak pas wordt ontdekt als je al uitzaaiingen hebt. Maar ook als je geen uitzaaiingen hebt, is de kans klein dat je beter wordt. Vijf jaar na de diagnose leven nog ongeveer 5 van de 100 mensen.
De gemiddelde leeftijd bij diagnose is 65 jaar; 80% van de patiënten is tussen 60 en 80 jaar. Op een leeftijd jonger dan 45 jaar is alvleesklierkanker zeldzaam, maar wel mogelijk. Alvleesklierkanker komt mogelijk iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij niet-rokers zijn deze verschillen echter gelijk.
Overlevingskansen. Alvleesklierkanker is zonder behandeling zeer dodelijk: de gemiddelde overleving na diagnose bedraagt zo'n 4 tot 6 maanden. Slechts 1 op 5 patiënten komt in aanmerking voor een behandeling om de kanker te genezen.
Bij een tumor in de buik zijn de eerste symptomen vaak een vol gevoel, darmklachten of een opgezette buik. Een andere aanwijzing zijn pijnklachten. U kunt pijn hebben doordat de tumor in een orgaan groeit of daar tegenaan drukt. Of doordat de tumor op een zenuw of bloedvat drukt.
Een reden waarom alvleesklierkanker zo dodelijk is, is dat het meestal geen symptomen veroorzaakt totdat het een vergevorderd stadium bereikt. Wanneer een patiënt symptomen ervaart zoals buikpijn, gewichtsverlies en geelzucht, is de kanker vaak uitgezaaid naar andere delen van het lichaam.
Zit de kanker in de staart of het lichaam van de pancreas, dan zijn de eerste tekenen rugpijn diep in de rug, samengaand met eetlustvermindering en gewichtsverlies. De patiënt voelt zich moe, lusteloos en depressief.
Het grootste deel van de galkleurstof dat zich ophoopt in de lever, wordt opgenomen in het bloed en komt onder meer terecht in de huid en het oogwit. Hierdoor kunnen een gelige, grauwe huid en gelig oogwit (geelzucht) ontstaan en jeuk over het hele lichaam.
Alvleesklierkanker en eierstokkanker zijn moeilijk te behandelen omdat ze vaak laat ontdekt worden. De tumor is dan te groot om te verwijderen. Of hij is al uitgezaaid. Omdat mensen met zo'n tumor vaak niet meer lang leven, is het moeilijk om daar goed onderzoek naar te doen.
Een aanval van acute alvleesklierontsteking kenmerkt zich vooral door hevige pijn boven in de buik. De pijn kan uitstralen naar de rug, linkerzij of linkerschouder. De pijn verergert meestal na een maaltijd. Ook koorts en een oppervlakkige en snelle ademhaling zijn veel voorkomende klachten.
Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland. Het is bovendien de enige kankersoort waarbij de overleving in afgelopen decennia niet of nauwelijks is verbeterd.
Acute en hevige buikpijn waardoor patiënten de neiging hebben om voorovergebogen te zitten met de knieën op de borst. Uitstralende pijn naar de rug, linkerzij en linkerschouder. Bijkomende klachten als misselijkheid, braken, koorts en een versnelde ademhaling. Na een maaltijd nemen de klachten toe.