Je kunt testen of je een eisprong hebt: door je temperatuur elke dag te meten of met een urinetest. De huisarts kan testen of je een soa hebt gehad. Daardoor kunnen je eileiders dicht zitten. Problemen met vrijen kun je met je partner en de huisarts bespreken.
Om erachter te komen of je daadwerkelijk ovuleert kun je in eerste instantie een ovulatietest doen. Bij de drogist kun je een ovulatietest halen waarmee je kunt testen of je op dat moment daadwerkelijk vruchtbaar bent. Deze test is meestal ongeveer 2 dagen voor de ovulatie positief.
Die innesteling vindt ongeveer 8 dagen ná de bevruchting plaats en sommige vrouwen ervaren hierbij een innestelingsbloeding. Vanaf dit moment kan je ook een zwangerschapstest doen omdat deze het zwangerschapshormoon meet dat vanaf het moment van innesteling wordt aangemaakt.
Sommige vrouwen voelen hun eisprong met een zeurend gevoel in de onderbuik, veroorzaakt door het openspringen van de follikel, ofwel het eiblaasje. Maar dan nog is het lastig om het exacte tijdstip van de eisprong te bepalen. Daarom is het verstandig om rondom dit tijdstip vaker te vrijen.
De zaadcellen blijven een paar dagen leven in de baarmoeder. Weet je wanneer je eisprong ongeveer is? In de 6 dagen vóór de eisprong is de kans om zwanger te worden het grootst. Je hebt de meeste kans om zwanger te worden als je een paar keer vrijt in deze 6 dagen.
Het is onwaarschijnlijk dat je zwanger wordt, maar niet onmogelijk. Je bent vruchtbaar op de dagen voorafgaand aan en rond het tijdstip van je ovulatie - door de levensduur van sperma - en als je een korte cyclus hebt, is het mogelijk dat je ovuleert net na je menstruatie.
Baarmoedermond wanneer je vruchtbaar bent
Je bent vruchtbaar als de baarmoedermond wat zachter aanvoelt. Je vindt hem dan wat hoger en hij staat een beetje open. Soms staat hij zelfs zo hoog dat je hem haast niet meer kunt voelen! Ook komt er rond deze periode steeds meer slijm eromheen te zitten.
Wanneer is de innesteling? De innesteling is het moment dat een bevruchte eicel zich in de baarmoederwand nestelt. Dit is het moment dat de zwangerschap echt begint. Meestal vindt de innesteling tussen de vijf à twaalf dagen na de eisprong plaats, met een gemiddelde van negen dagen bij een regelmatige cyclus.
Als je je vruchtbare dagen niet wilt berekenen (is tenslotte niet echt 'romantisch') maar toch zwanger wilt worden, kun je de regel aanhouden dat je ongeveer om de 2 à 3 dagen seks hebt.
Het transport van de eicel vanuit de eierstok naar het middelste, bredere deel van de eileider (ampulla) gebeurt in minder dan zeven uur. Nadien blijft de eicel ongeveer 72 uur in de ampulla en is gedurende 24 uur na de eisprong bevruchtbaar.
Een week na de bevruchting kun je je al moe voelen, je menstruatie is nog niet uitgebleven en je merkt nu al dat je eigenlijk alleen maar wilt slapen, de hele dag door. Het wordt veroorzaakt door het hoge niveau van het hormoon progesteron.
Zodra de eicel bevrucht is, vervolgt hij langzaam zijn weg naar de baarmoeder. Als het baarmoederslijmvlies voldoende dik is, kan de eicel innestelen. Sommige vrouwen krijgen als eerste symptoom wat bloedverlies, dit kan passen bij een innestelingsbloeding. Ook vermoeidheid kan een eerste signaal van zwangerschap zijn.
Na de ovulatie wordt de afscheiding weer wateriger en ondoorzichtig. En vlak voor de menstruatie kan je geen of bijna geen afscheiding hebben. Tijdens de zwangerschap kan zich ook een meer overvloedige en dikkere afscheiding vormen. Afscheiding heeft een zachte, neutrale geur.
Vrouwen die regelmatig, om de drie tot vijf weken ongesteld worden, hebben vrijwel altijd een eisprong en kunnen dus zwanger worden. Vrouwen met een cyclus die korter is dan 21 dagen, of langer is dan 42 dagen worden moeilijker zwanger.
Met behulp van vaginale echoscopie kan de gynaecoloog zien of de eisprong nabij is. Dit wordt bepaald aan de hand van de grootte van de eiblaasjes (follikels). Afhankelijk van de bevindingen tijdens de echoscopie wordt deze herhaald tot de eisprong heeft plaatsgevonden.
Kies het juiste standje tijdens het vrijen, liefst het standje waarin zaad het dichtst bij de baarmoeder komt en blijft. De klassieke “missionarishouding” (de man ligt boven en de vrouw onder) is daarom een goede positie. Na het vrijen blijf je als vrouw liever nog even liggen, met een kussen onder je bekken.
Vanaf je dertigste daalt die kans gestaag en tussen je 35 en 37 jaar heb je nog maar de helft zoveel kans om zwanger te raken, tussen je 38ste en je 40ste nog maar een vierde. Hoe ouder je wordt, hoe langer je dus moet wachten eer je zwanger wordt.
Ja, dat kan zeker! Als je zonder voorbehoedsmiddelen seks hebt met een jongen (waarbij zijn sperma in jouw vagina terecht komt) kun je altijd zwanger worden. Dus net zo goed als het de eerste keer is. Dit kan trouwens ook gebeuren als je alleen maar friemelt met elkaar.
30% binnen 1 maand zwanger. 59% binnen 3 maanden zwanger. 80% binnen 6 maanden zwanger. 85% is binnen het jaar zwanger.
De eerste signalen van je zwangerschap zijn: gevoelige en opgezette borsten, tepels die groter en donkerder zijn, misselijkheid, vaak moeten plassen, trek in eten op vreemde momenten en sneller moe zijn. Het komt allemaal door nieuwe hormonen!
De kans op zwangerschap is het grootst als je vrijt in de dagen voor de eisprong (ovulatie). Dat kan wel tot vijf dagen voor de eisprong zijn, omdat de zaadcellen ongeveer drie tot vijf dagen in leven blijven. De eisprong is meestal twee weken voor de menstruatie.
Dit slijm is helder en glanzend, als rauw eiwit, en soms ook draderig. Dan ben je vruchtbaar. Als de vruchtbare dagen voorbij zijn, verandert het slijm weer en wordt het heldere slijm witter en dikker. De slijmverandering duurt drie tot vier dagen.
Om te zorgen dat er genoeg sperma beschikbaar is, wordt rond de ovulatie om de dag geslachtsgemeenschap aanbevolen in plaats van elke dag.
Het zaad van je partner blijft ongeveer drie dagen in jouw lichaam in leven. Drie dagen na het vrijen kun je dus nog steeds bevrucht worden. Hierna heb je weer nieuwe zaadcellen van je partner nodig.