In de vroege middeleeuwse literatuur was de genegenheid van een man voor een vrouw geen gebruikelijk motief: ware vriendschap, trouw en liefde bestond vooral tussen mannen, die samen aan een strijd deelnamen, een hechte groep wapenbroeders.
De term hoofse liefde werd in de 19e eeuw voor het eerst een gebruikte verzamelnaam voor 12e en 13e eeuwse opvattingen over de liefde tussen mannen en vrouwen uit de hogere standen. De hoofse liefde had betrekking op de bewondering van een edelman of ridder voor een onbereikbare, vaak gehuwde, vrouw.
Embed. De mensen in de Middeleeuwen waren schoner dan je denkt. Ze poetsen hun tanden met linnen, maakten tandpasta van zout, houtskool en munt en gebruikten een kippenbotje als tandenstoker. Ook gaan ze wekelijks naar het badhuis.
Middeleeuwen betekent letterlijk: tussenperiode. In deze tijd wordt in Europa de Christelijke godsdienst erg belangrijk. Er komen veel kerken en kloosters en de geestelijken krijgen veel macht. Ook de mensen van adel hebben een belangrijke positie.
De late middeleeuwen is in de geschiedenis van Europa de periode van ca. 1270 tot 1500. In Europa kenmerkt deze periode zich door een toenemende verstedelijking, zware economische crises, een heropleving van de geldhandel, en het afbrokkelen van het feodaal systeem, en daarmee ook van de macht van de adel.
Ziekten, epidemieën, slechte hygiëne en de vele oorlogen waren ongetwijfeld de grote boosdoeners en maakten van de dood een bijna dagelijkse gezel van de middeleeuwse mens. Stervensbegeleiding en de daarmee gepaard gaande doodsrituelen vormen een tweede thema.
De middeleeuwen was de periode tussen de oudheid en de renaissance in de geschiedenis van Europa. Deze periode liep ongeveer van 500 na Christus, ongeveer dezelfde tijd als de val van het Romeinse Rijk, tot aan ongeveer 1500.
Het Middelnederlands is een voorloper van de moderne Nederlandse taal. Het werd tussen 1200 en 1500 in het huidige Nederlandse taalgebied gesproken. Middelnederlands was de opvolger van het Oudnederlands. Het Noord-Middelnederlands wordt vooral door niet-taalkundigen ook wel Diets genoemd.
Vooral de rijke mensen, de koningen en de mensen van adel, woonden in kastelen. De ridders woonden vaak in landhuizen. Vaak kwamen veel mensen samen in de grote zaal van een kasteel. Daar werd met veel mensen gegeten of werden zaken geregeld.
Naast vlees en vis, waren brood en bier in de middeleeuwen het voornaamste eten.Men kende erwten, bonen, wortelen en knollen, maar berichten daarover zijn schaars.
In de boeken staat de edelvrouw bekend als een romantische vrouw die de hele dag schaakte en borduurde of ging jagen met haar valk, maar in het echt waren het vrouwen die best hard moesten werken, en hun man moesten kunnen vervangen , als hij er niet was. *de arbeidersvrouwen.
Bovendien werd er niet met goed geurende zeep zoals wij die vandaag kennen gewassen. De kleding werd eerst geweekt in loog (water dat door zwartgeblakerd hout sijpelde, vermengd met varkensvet) met een hoge alkalische waarde en vervolgens nog behandeld met urine of zure melk om de hardnekkigste vlekken weg te krijgen.
Mensen wasten zich meestal met koud water. Tot zo'n vijftig jaar geleden gingen kinderen één keer per week in bad. Eerst werd er water gekookt. Dat ging in een grote teil, die meestal in de keuken stond.
Als je verliefd bent dan stijgt de aanmaak van dopamine in je lichaam. Dopamine is een stofje dat signalen van genot en blijdschap aan je hersenen doorgeeft. Telkens als je je geliefde ziet of aanraakt, krijgen je hersenen een shotje dopamine, en krijg jij dat verliefde, zweverige gevoel.
Liefde is diepe acceptatie van en genegenheid voor, welgezindheid tot of toewijding voor een ander, of eventueel zichzelf. Het kan ook betrekking hebben op een dier, zaak of voorwerp. Eveneens kan liefde gevoeld worden voor handelingen, zoals een ambacht, vak, sport en bezigheid.
Voor de mensen die in de middeleeuwen leefden, waren twee dingen heel belangrijk: het geloof in God en trouw. In de middeleeuwen moest je trouw zijn aan de mensen die hoger in rang waren. Boeren, horigen en schildknapen waren bijvoorbeeld trouw aan ridders en de ridders op hun beurt aan koningen.
Toch dronken vroeger niet veel mensen alcohol, het was gewoon te duur en niet altijd te krijgen. Tot in de Middeleeuwen bleef dat zo. In die tijd maakten mensen wijn uit vruchten en bier uit gerst en honing. Het alcoholgehalte van die dranken was laag.
Vlees, melk en kaas
Een groot deel daarvan was van bekende landbouwdieren, zoals rund, varken, schaap, geit en paard. De bewoners van de nederzetting aten vooral rundvlees. Varken en schaap kwamen minder vaak op het bord, al hadden ze in de loop van de eeuwen wel steeds meer voorkeur voor schapenvlees.
De oertijd: graankorrels als kauwgom
Tijdens de jacht stilden onze voorouders hun honger door op korrels van wilde granen te kauwen. Ze kwamen toen op het idee om de korrels eerst te kneuzen, en dan te weken in water. Die brij vermengden ze met bloed van dieren, of gesmolten vet. Even koken, en de broodpap was klaar.
De middeleeuwse samenleving was ingedeeld in standen. Bovenaan stond de koning of keizer met daaronder de geestelijken. Daarna de edelen (graven, hertogen en ridders) en onderaan de boeren en burgers. Rond 800 behoorde Nederland tot het Frankische rijk, met Karel de Grote als koning.
Een kind werd beschouwd als een kleine volwassene en het kind werd ook zo behandeld. Ze werden gezien als extra handen die konden bijdragen aan de arbeid die nodig was om het gezin in leven te houden. Ze begonnen actief mee te doen in activiteiten zoals jagen, landbouw en opvoeding zodra ze competent genoeg waren.
Met de adel bedoelen we de rijke mensen die in de tijd van de Middeleeuwen leefden. Ridders, jonkvrouwen, kasteelheren, markiezen, koningen en koninginnen behoren tot de adel.
Vrouwen. De middeleeuwse vrouwen stierven gemiddeld rond het 39ste jaar. Een sterftepiek ligt tussen 30 en 39 jaar. Vrijwel zeker zal de dood in het kraambed bij een 'vrouw op leeftijd' hierbij een grote rol hebben gespeeld.
En uit mutaties blijkt dat steentijdmensen pas rond hun 30e kinderen kregen. In Nederland zijn vrouwen gemiddeld 30,1 jaar bij hun eerste kind, in België 29,2.