Let op......die 32 graden is een richtlijn. Om de juiste temperatuur in de werpkist vast te stellen legt u bij voorkeur de thermometer op de bodem van de werpkist op de warmste plek, deze temperatuur wordt uw richtlijn waarna u uw pups gaat observeren.
Lichaamstemperatuur. Pups kunnen de eerste weken hun eigen lichaamstemperatuur nog niet regelen. Ze zijn hiervoor afhankelijk van de temperatuur in de omgeving. De lichaamstemperatuur van een pup moet op dag 1 ongeveer 35 graden zijn, stijgend naar 36 graden op dag 7.
In een goed geïsoleerde werpkist wordt dan ook meestal een temperatuur van 24-27°C aangehouden. Door middel van een warmtelamp in een deel van de werpkist, kan aan de behoefte van zowel pups als moeder voldaan worden. Hang de lamp op de juiste hoogte, zodat de pups het niet te warm of te koud zullen hebben.
Warmtelampen & Armaturen voor pups en honden
Het is belangrijk dat u hiervoor speciale lampen gebruikt zoals bijvoorbeeld een rode warmtelamp of juist een Keramische Donkerstraler lamp die veel warmte afgeven. Kijk ook een bij onze andere fokkersbenodigdheden zoals puppyschalen en trimtafels!
Pups moeten bij hun nestgenoten blijven totdat ze 8 weken zijn. Nestjes moeten regelmatig contact met mensen hebben vanaf 3 weken leeftijd. Pups moeten op 8 weken, als ze bij hun nestgenoten weggaan, meteen in een normale huissituatie geplaatst worden, en niet nog een tijd bij de fokker in de kennel blijven.
Rood licht heeft de voorkeur boven wit licht daar rood licht het dag-nacht ritme niet verstoord. Hang de warmtelamp om te beginnen op minimaal 50 cm hoogte boven de liggende teef. Controleer de temperatuur met een thermometer en bepaal dan of de lamp omhoog moet of niet.
Vanaf 3 tot 4 weken na de geboorte kunnen de pups bijgevoerd worden met puppyvoer, liefst met blikvoeding. Dit is zacht en daarom gemakkelijk te eten. Pups moeten 5 tot 6 keer per dag gevoerd worden.
De eerste weken van hun leven drinken pups uitsluitend moedermelk. Deze melk is zeer voedzaam en energierijk. De melk bevat meer energie, eiwitten, vet en calcium dan koemelk of geitenmelk. In deze moedermelk zitten ook beschermende stoffen (antilichamen), die de pups tegen infecties helpt beschermen.
Voorbereiding: Zorg dat er een werpkist klaar staat voor uw hond in een rustige, warme omgeving. Leg handdoeken, betadine, keukenweegschaal, een schaar, een emmer en navelklemmen klaar. Zorg dat u op voorhand wat puppymelk in huis heeft en een spuitje of fles met speen voor het geval de pups niet goed willen drinken.
De meeste kleine honden vertonen vanaf 8 °C verschijnselen van kou. Middelgrote honden kunnen beter tegen kou dan kleine honden, maar overschat ze niet. De eerste verschijnselen treden op rond de 5 °C. Blijf uw hond daarom goed in de gaten houden bij temperaturen die richting het vriespunt gaan.
De normale temperatuur van een hond ligt tussen de 38 en 39 °C. Dat cijfer kan oplopen bij inspanningen, maar door de kou ook snel dalen – zeker als je hond heeft gewandeld in natte sneeuw (die in zijn vacht blijft kleven) of in de regen. Je merkt dat je hond het koud heeft als hij rilt en zichzelf opkrult.
Puppy's. Jonge honden zijn minder goed bestand tegen de kou omdat ze in tegenstelling tot een volwassen hond nog niet voorzien zijn van een goede vetlaag en vachtopbouw. Hierdoor verliezen ze sneller en gemakkelijker hun warmte waardoor ze meer risico lopen op onderkoeling.
Let op de lichaamstemperatuur van uw hond
Iets lager is niet zo erg, maar wanneer de temperatuur beneden de 37.5 graden zakt en uw hond begint afwijkend gedrag te vertonen, dan raden wij aan om contact met ons op te nemen voor advies. Het is belangrijk dat u de lichaamstemperatuur goed meet.
We spreken van oververhitting als de lichaamstemperatuur 41 graden of hoger is. Symptomen van oververhitting (hitteshock) zijn, naast de te hoge lichaamstemperatuur en de symptomen die je ziet wanneer je hond het te warm heeft, de volgende: De hond heeft een te snelle hartslag en ademhaling. De slijmvliezen zijn rood.
Het bloed kan vervolgens niet goed worden rondgepompt, wat kan leiden tot schade aan de organen, hart en hersenen, of zelfs het overlijden van de hond. Het is moeilijk te zeggen bij welke temperatuur het buiten te warm is voor de hond, dit verschilt per hond. Het advies is om boven de 15 graden al alert te zijn.
Water en natvoer
In verhouding bestaat het lichaam van een pup uit meer water dan het lichaam van een volwassen hond, wat de kans groter maakt op uitdroging. Zorg er daarom voor dat je pup dagelijks vers drinkwater heeft. De vuistregel is dat een hond ongeveer 50 ml water per kilogram lichaamsgewicht drinkt per dag.
Risico's bij pasgeboren puppy's
Als ze piepend rondkruipen, duidt dit meestal op een probleem. Ze kunnen honger hebben of het te warm of te koud hebben. Als de pups door de moeder niet warm gehouden worden biedt een warmtelamp uitkomst.
De meeste teefjes blijven hun pups nog melk geven tot week 7, week 8 of nóg langer. De aanmaak van melk is een kwestie van vraag en aanbod. Zolang de pups melk blijven drinken, blijft de moeder melk aanmaken. En dat is geen enkel probleem.
Moederloze pups moeten in de eerst week minimaal acht keer per dag, dus om de drie uur gevoerd worden. Na drie weken hoeft minder vaak gevoerd te worden. Naast moedermelk gaan ze dan ook vast voedsel eten. Geef hiervoor een papje van puppy-voedsel met kunstmatige melk van goede kwaliteit.
Tijdens de geboorte en gedurende de eerste levensdagen moet de temperatuur in de ruimte, waarin de werpkist staat, 25°-28° C zijn. Dichtbij de pups moet de temperatuur 30°-32° C bedragen.Deze temperatuur kan geleidelijk worden verlaagd tot 25° C op tien dagen en 18°-20° C op 25-30 dagen.
Na de bevalling komt de melkgift van de teef goed op gang, en dit kost de teef veel energie. Zij moet daarom tot aan de speenleeftijd van de pups op energierijke voeding (puppyvoeding) blijven staan. Na de bevalling kan een teef nog tot 3 weken lang uitvloeiing hebben.
Laat je pup in het begin iedere 2 uur uit. Ga naar buiten voor en na iedere maaltijd, voor en na het slapen en na het spelen. Zet in het begin 's nachts de wekker. Hij kan zijn plas nog niet de hele nacht ophouden.
Fase 1 – vanaf 3 weken
Vanaf een leeftijd van 3 tot 4 weken begint u met de bijvoeding van de puppies, verdeeld over tenminste 5 maaltijden per dag.
Het beste kun je de puppy de eerste tijd een plekje in de slaapkamer geven. Dit kan bijvoorbeeld in een bench of hondenmand. Het is onzin dat je hiermee je hond zou 'verwennen', of dat hij dan niet meer kan leren alleen te slapen.