Ga dan na of je baby slaperig genoeg is én niet overprikkeld is. Je kunt letten op slaapsignalen als in de ogen wrijven, wegkijken, veel met de ogen knipperen, aan de oren trekken, gapen en 'mopperen'. Leg je je baby in bed als hij nog niet slaperig genoeg is, dan kan hij gaan huilen omdat inslapen nog niet lukt.
Als je baby begint te huilen als het in bed ligt, doe dan eerst even niets. Je baby leert dan om zelf in slaap te vallen. Probeer voor een rustige omgeving te zorgen: blijf op de kamer en doe geen licht aan. Wordt het huilen harder en langer, zonder onderbrekingen, troost je baby dan.
De onrust is vaak het gevolg van de vele prikkels die een baby moet verwerken tijdens de slaap. Je kleintje huilt dan bij het inslapen en wordt sneller terug wakker door het overprikkeld en oververmoeid zijn. (verborgen) reflux kan ook een oorzaak zijn van het steeds wakker schrikken en huilen.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten. Je baby lang laten huilen is namelijk niet goed. Hij kan overstuur raken en gaat dan al helemaal niet meer slapen.
Wanneer uw kind in bed ligt gaat u na 5 - 10 minuten naar uw kind toe. Als het nog wakker is zegt u dat uw kind lekker moet gaan slapen, een aai over de bol, terugleggen, knuffel of speen geven en weer weggaan. Blijf dit herhalen tot uw kind slaapt. 's Nachts niet teveel praten en geen drinken als troost geven.
Als je baby 's nachts huilend wakker wordt, kun je hem eventueel troosten door hem te knuffelen, een liedje te zingen, een speen te geven of hem te voeden.
4 maanden: De eerste slaapregressie is voor veel baby's ook meteen de meest heftige. Tijdens deze slaapregressie is je baby 4 maanden oud en verandert de slaapcyclus van je baby permanent.
Huilen bij het wakker worden kan verschillende redenen hebben, zoals honger, ongemak, vermoeidheid of gewoon behoefte aan aandacht. Ga je baby niet gelijk 'redden', maar neem de tijd om de behoeften van je baby te begrijpen.
Vanaf 2-3 maanden slaapt je baby 's nachts meer dan overdag. Vanaf 4-5 maanden kan een ritme ontstaan. Dat ritme gaat vaak zo: je baby wordt wakker, je geeft een voeding.
Volgens experts kun je het beste vanaf 3 maanden een babyslaapzak gebruiken. Zo rond de 3 maanden worden kinderen namelijk beweeglijker en rollen ze eerder om. In een babyslaapzak kan je kindje minder snel omrollen of verstrikt raken. Dat maakt een babyslaapzak veiliger voor kleintjes dan bijvoorbeeld een dekentje.
Gaat uw baby huilen als u hem in bed legt, dan kan dit komen door de verwerking van prikkels. Daarna zal hij in slaap vallen. Als uw baby na vijf minuten nog huilt, ga dan rustig naar hem toe en stel hem gerust door tegen hem te praten.
Geleidelijke verandering: Als je baby sterk gehecht is aan een specifieke slaapassociatie, probeer dan geleidelijk af te bouwen. Bijvoorbeeld, als je gewend bent je baby in slaap te wiegen, wieg je hem of haar eerst zachtjes en vermindert dan geleidelijk de intensiteit en de lengte van het wiegen.
Bij deze methode laat je je baby net zo lang huilen totdat hij of zij stopt en zelf in slaap valt. Je laat je kind, ongeacht de leeftijd, letterlijk uithuilen. Vroeger werd de cry it out methode veelvuldig toegepast, maar inmiddels zijn er ook veel andere manieren om je baby zelfstandig in slaap te laten vallen.
Baby huilt in zijn slaap
Mogelijk zit je baby in de overgang van een lichte naar een diepe slaap, waardoor hij even onrustig is. Ook tijdens de diepe slaap kan een baby gaan huilen. Dat heet een confusional arousal. Lijkt je kind in paniek en is hij niet te troosten, dan kan dit een night terror (nachtangst) zijn.
Dit komt doordat de slaapcyclus van een baby korter is dan bij een volwassene. Een slaapcyclus van een baby duurt ongeveer 45 minuten. Dit betekent dat de baby vaak 'wakker wordt' na 45 minuten. Hierbij kan het lijken dat uw baby echt wakker is en niet verder wil slapen.
We spreken van een 'valse start' van de nacht wanneer je kindje na 45 minuten of een uur weer wakker wordt of de eerste uren na het inslapen frequent wakker wordt. Heel veel baby's en peuters doen dit en het kan best voor wat frustraties zorgen bij ouders.
De lastige fase van sprong 4: verandering brengt weerstand
Wanneer sprong 4 begonnen is zul je merken dat je baby meer huilt, hangeriger en humeuriger is. Dat noemen we de lastige fase van de sprong.
Tijdelijk slechter slapen is een veelvoorkomend bij-effect van de mentale groei spurts van jouw baby. Die worden ook wel slaapregressies genoemd. Misschien sliep je baby eerst goed, maar merk je rond de 4 of 5 maanden dat er wat verandert. Je baby slaapt minder goed en wordt vaker wakker.
De 4 minutenmethode
De vier minuten pauze tussen het roepen van je kind en ernaartoe gaan, is de tijd die nodig is om de koppeling tussen wakker worden en aangeleerde gewoontes te doorbreken. Door deze ontkoppeling kan je kind ook binnen een redelijke termijn (ongeveer een week) een nieuwe slaapstructuur ontwikkelen.
Het is even twijfelen of je je baby wel of niet moet troosten als hij huilt in zijn slaapt. Als hij nog slapend of half slapend lijkt, kun je hem het beste met rust laten, anders maak je hem alsnog wakker. Vaak slaapt je baby gewoon weer verder in de volgende slaapfase, waardoor hij vanzelf weer stil wordt.
De 5 S-en van dr. Karp helpen je wanneer je een huilbaby hebt, maar zijn ook te gebruiken door iedere ouder om troost te bieden aan je kindje. De vijf stappen zijn: inbakeren, de zijligging, sussen, wiegen, en laten zuigen (speen).