Eerst nog even over de systematiek van de belasting, als je op 1 januari 2022 niet meer dan € 50.650 (in 2021 € 50.000) aan spaargeld of beleggingen hebt, betaal je geen vermogensrendementsheffing. Voor stellen geldt dat in 2022 tot € 101.300. Dit heet het heffingsvrije vermogen.
U kunt op een aantal manieren uw box 3 vermogen verlagen, de belangrijkste opties zijn: Schulden aan de Belastingdienst vóór 1 januari betalen.Beleggen in buitenlands vastgoed.Beleggen in zaken die zijn vrijgesteld in box 3 (zoals kunst).
Daarnaast zijn er een aantal landen die geen vermogensbelasting kennen, de belangrijkste zijn Duitsland, Finland, Griekenland en Ierland.
Grondslag sparen & beleggen: € 200.000,- -/- € 50.000,- = € 150.000,- Rendementspercentage: € 5.700,- / € 200.000,- = 2,85% Voordeel uit sparen en beleggen: 2,85% * € 150.000,- = € 4.275,- Te betalen belasting in box 3: € 4.275,- x 31% = € 1.325,-
In 2023 gebruiken we fictieve rendementspercentages die dicht bij het werkelijke rendement van uw box 3-inkomen liggen. Daarom gebruiken we voor uw bezittingen 2 verschillende percentages: 1 voor uw banktegoeden, en een ander voor uw beleggingen en andere bezittingen. Voor uw schulden gebruiken we een 3e percentage.
Tijdens de behandeling van het Belastingplan heeft de Tweede Kamer besloten het belastingtarief in box 3 na amendering te verhogen van 32% naar 36% per 1 januari 2024. Het heffingvrije vermogen wordt niet aangepast. Dat blijft € 57.000 (€ 114.000 bij fiscaal partnerschap).
Hoeveel belasting betaal je over 100.000 euro spaargeld? Over een ton spaargeld betaal je dus belasting over het bedrag dat boven de vrijstelling uitkomt. Voor alleenstaanden is dit € 100.000 – € 57.000 = 43.000.
Grens vermogensbelasting 2023
Gelukkig hoef je niet gelijk belasting te betalen als je meer bezittingen dan schulden hebt. Er is namelijk nog een vermogensvrijstelling. Dit heet het heffingsvrije vermogen. Voor 2023 is de vrijstelling €57.000 (voor fiscale partners het dubbele, €114.000).
U hoeft niet al uw bezittingen aan te geven in box 3. Bezittingen die u al hebt aangegeven in box 1 of box 2, geeft u niet meer aan in box 3.
In 2024 blijft het heffingvrije vermogen € 57.000 en € 114.000 bij fiscaal partnerschap. Dit is het vermogen dat vrijgesteld is van box 3-belasting. Het belastingtarief box 3 over het inkomen uit vermogen wordt 36% (32% in 2023).
Tot een rendement van grofweg 4% is beleggen in box 2 voordeliger dan in box 3. Dit geldt dus sowieso voor bank- en spaartegoeden. Bij een OFGR met VBI-status bedraagt het omslagpunt in de derde schijf bijna 7%, zodat ook met beleggingen een (aanzienlijk) fiscaal voordeel kan worden behaald.
Box 3: sparen en beleggen
Het vermogen is de waarde van alle bezittingen min de schulden. Over een deel daarvan betaalt u geen belasting. Dit is het heffingsvrije vermogen. Het vermogen waarover u geen belasting hoeft te betalen is in 2024 € 57.000.
Ook de eigen woning valt in deze box. De hypotheekrente die u heeft betaald, trekt u af van uw inkomen. Het eigenwoningforfait, een percentage van de WOZ-waarde van uw woning, wordt erbij opgeteld. In box 3 belast de overheid vermogen.
Over spaargeld, beleggingen en ander vermogen (box 3) betaal je in 2024 meer belasting. Het belastingtarief gaat omhoog van 32% in 2023 naar 36% in 2024. Dit zou 34% zijn, maar is inmiddels verder verhoogd naar 36%. Daarnaast wordt het zogenoemde heffingsvrije vermogen niet gecorrigeerd voor inflatie.
Hebt u vermogen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Dan hoeft u de werkelijke inkomsten, bijvoorbeeld de rente op uw spaargeld, het dividend op uw aandelen of de huuropbrengst, niet aan te geven. Uw kosten, zoals betaalde rente, mag u niet aftrekken.
Een eigenwoningschuld in box 1 is daardoor niet langer zonder meer voordelig. Bij een relatief laag bedrag aan aftrekbare hypotheekrente in verhouding tot de fiscale bijtelling van het eigenwoningforfait kan een hypotheek in box 3 soms meer fiscaal voordeel opleveren dan een hypotheek met renteaftrek in box 1.
Op 1 januari 2024 wordt de omvang en samenstelling van jouw box 3-vermogen vastgesteld.
In het nieuwe box 3-stelsel wordt als hoofdregel het werkelijke rendement uit sparen en beleggen belast op basis van vermogensaanwas, dat wil zeggen dat jaarlijks zowel inkomsten uit vermogen als de waardegroei van het vermogen wordt belast.
Hoeveel spaart het gemiddelde Nederlandse huishouden? Een gemiddeld Nederlands huishouden had aan het begin van 2023 ongeveer € 50.000 aan spaargeld. Dit klinkt als een flinke som. Toch had 20% van de huishoudens in 2012 nog helemaal geen buffer en 20% een te kleine buffer voor hun salaris en leefomstandigheden.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.575, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.150 (bedragen voor 2024). Heeft u meer vermogen? Dan kunt u geen AIO-aanvulling krijgen.
In Box 3 vallen je bezittingen (behalve je eigen woning). Denk aan spaargeld, maar ook aan niet-vrijgestelde kapitaalverzekeringen en vorderingen tegenover derden. In Box 3 valt ook een woning waar je niet zelf in woont. De WOZ-waarde van de woning is dan bezit in Box 3.