Ook voor knieblessures geldt: voorkomen is beter dan genezen. Zorg voor een goede techniek bij het springen, pas op voor tegenstanders die onder het net door komen zeilen, zorg dat je bij het blokken niet gaat zeilen en: een goede warming-up zorgt voor een betere coördinatie van de spieren.
De verstuikte enkel is de meest voorkomende volleybalblessure. Meestal veroorzaakt wanneer er wordt geland op de voet van een andere speler. Maar ook verrekkingen van vingers, ellebogen, schouders en rug blessures komen vaak voor. Bijvoorbeeld wanneer een strak geslagen bal net ongelukkig aankomt op de blokkering.
Het vele springen dat bij volleybal noodzakelijk is, verhoogt de kans op enkel-, kuit- en knieblessures. Volleybal is een balsport met veel 'bovenhandse' technieken. De smash, de service en de set-up. Bovenhandse technieken vergroten de kans op een overbelastingsblessure rond het schoudergewricht.
Bij volleybal zit die kracht vooral in je heupen, romp en je bovenbeenspieren. Die spieren train je bijvoorbeeld met squats en deadlifts. De explosieve kracht voor je sprong train je vooral door veel te springen, soms met extra weerstand of gewichten. Een volleybal hard op de grond meppen is een heerlijk gevoel.
Ja, volleybal kan een intensieve sport zijn, vooral als je speelt op een hoog niveau of als je een wedstrijd speelt. Het vereist snelle reflexen, behendigheid en een goede fysieke conditie.
Volgens de normen zoals die worden gesteld door onder meer de NeVoBo ligt de diameter tussen de 65 en de 67 centimeter, het gewicht varieert van 260 tot 280 gram. De volleybal voor wedstrijden moet verder zijn opgepompt met een spanning tussen de 0,30 en 0,325 kilo per vierkante centimeter.
Rugklachten tijdens volleyballen hebben nauwelijks positieve correlatie met absentie van volleybal door rugklachten. Deze correlatie is statistisch significant. Hieruit kan worden geconcludeerd dat een toename in het aantal rugklachten tijdens volleyballen zorgt voor een toename in de absentie van volleybal.
De basisvoeding van een volleyballer is belangrijk, maar er zijn daarnaast nog aantal punten in voeding die ook extra aandacht verdienen. Koolhydraten zijn voor volleyballers erg belangrijk, koolhydraten zijn namelijk de snelste, gemakkelijkste en belangrijkste energiebron voor het lichaam.
Dat kan je op veel verschillende manieren doen. Conditietraining, krachttraining, techniek en tactiek training zowel binnen als buiten het veld vormen de basis van jouw spel als volleyballer. Deze training is natuurlijk ontzettend belangrijk, maar niet minder belangrijk is de juiste begeleiding en feedback.
Feitelijk gezien ontstaat een blessure door een verkeerde beweging te maken of, zoals eerder gezegd, overbelasting van het lichaam. Een blessure heeft altijd één of meer oorzaken, zoals bijvoorbeeld een slechte conditie, overgewicht, bekkenscheefstand, en verkeerd materiaal bij het trainen.
Ja, volleybal is goed voor je. Het is een sport die helpt om je hart- en longfunctie te verbeteren, je spieren te versterken en je coördinatie en behendigheid te verbeteren.
Je mag de bal niet vangen en/of gooien. Twee speeltechnieken zijn bovenhands en onderhands spelen. Er zijn drie fouten bij het spelen van de bal: • viermaal spelen binnen je team, • vasthouden van de bal, • tweemaal achter elkaar aanraken door één speler.
Volleybal is een sport met veel verschillende handelingen, waarbij je bij iedere handeling een andere spiergroep gebruikt. De drie belangrijkste spiergroepen om als volleyballer te trainen zijn de benen, het bovenlichaam en de core ofwel romp.
Als je echt hoog wil springen moet je je benen en kuiten goed trainen zodat je veel sprongkracht ontwikkelt. Je kunt hiervoor verschillende oefeningen doen zoals de box jump. Je gaat voor een bank of een box staan en gaat door je knieën, je springt op de bank en komt weer neer door je knieën.
Hoeveel calorieën verbrand je met volleybal? Als je een wedstrijd of training van volleybal volgt, verbrand je ongeveer 630 tot 730 calorieën. Dit is afhankelijk van je intensiteit en gewicht. Een rustig potje beachvolleybal verbrandt iets minder, namelijk ongeveer 400 calorieën.
Maar je mag alleen het speelveld van de tegenstander aanraken met je hand en/of voet en alleen indien dit lichaamsdeel zich deels nog op of boven de middellijn bevindt. Een hele voet en/of hand of ieder ander lichaamsdeel mag dus niet het veld van de tegenstander aanraken.
Bij volleybal maak je veel verschillende bewegingen (voorwaarts, zijwaarts en achterwaarts) en spring en land je veel. Goede schoenen zijn nodig om blessures te voorkomen. Goede volleybalschoenen beschikken over voldoende demping of schokbestendige capaciteiten en een dunne zool.
Elk team mag tot drie balcontacten gebruiken om de bal terug over het net te spelen.
Rugzwemmen is ideaal omdat het de rugspieren versterkt terwijl de wervelkolom mooi recht blijft tijdens de training. Crawl is, mits een correcte techniek, ook aan te raden. School- en vlinderslag zorgen voor een holle houding van de lage rug en zijn daarom minder geschikt als u al last hebt van lage rugpijn.
Risico's op een blessure bij volleybal
In 2019 liepen zo'n 2.500 (1.700-3.400) volleyballers een sportblessure op (0,08-0,15 SEH-bezoeken per 1.000 sporturen). Van alle Spoedeisende Hulp bezoeken betrof het in 600 gevallen een ernstige blessure (26%).
De A-jeugd bestaat uit spelers en speelsters van 16 tot 18 jaar oud. Dit zijn vaak al gevorderde volleyballers die competitief willen spelen en zich verder willen ontwikkelen op technisch en tactisch vlak. De B-jeugd omvat spelers en speelsters van 14 tot 16 jaar oud.
Het op één na hoogste niveau is Nationale 1, daarna komt Nationale 2 (vroeger 1ste divisie).Het laagste landelijke niveau is Nationale 3 (vroeger 2de divisie). Nationale 2 en 3 zijn zowel bij de mannen als de vrouwen nog opgedeeld in verschillende groepen A, B tot maximaal C.