Een goede toilethouding is dus belangrijk, goed zitten en rustig wat bekken kantelen aan het einde van het plassen kan helpen (of zelfs een keer even gaan staan en weer gaan zitten). De bekkenbodemspieren een keer aanspannen en weer loslaten helpt ook.
Laat je schouders loshangen en adem ontspannen. Ontspan je bekkenbodem zoveel mogelijk. Hoe meer je je bekkenbodem ontspant, hoe gemakkelijker de urine uit je blaas komt. Neem de tijd om je blaas volledig leeg te maken.
De prostaat ligt om de urinebuis heen. Als de prostaat groeit kan deze de urinebuis dichtdrukken. Dit leidt tot een vernauwing of afsluiting van de blaasuitgang (obstructie). Hierdoor kan de urine moeilijk uit de blaas en ontstaan plasproblemen.
De blaas van een volwassen mens kan (theoretisch) zo'n 1500 ml urine bevatten, in de praktijk zal bij de meeste mensen de blaas nooit voller dan 800 ml worden (gemiddeld tussen 300-500 ml).
Urineretentie wordt omschreven als het onvermogen om de blaas volledig of gedeeltelijk te legen. Retentie betekent vasthouden. Als u last heeft van urineretentie, kunt u misschien niet beginnen met plassen. Of als u wel kunt beginnen met plassen, bent u misschien niet in staat om uw blaas helemaal te legen.
De helft is weg na een week
Van een glas water dat je nu drinkt, zal de helft over iets meer dan een week je lichaam verlaten hebben. Van de helft die overblijft, zal na nog een week weer de helft verdwenen zijn. En zo verder. Een klein beetje van het glas dat je nu drinkt, zal dus nog heel lang in je lijf blijven.
Mogelijke oorzaken van plasklachten
Veel mannen krijgen op een gegeven moment problemen met plassen door een vergrote prostaat. In enkele gevallen worden plasklachten veroorzaakt door andere ziekten, zoals een prostaatontsteking of prostaatkanker. Dit komt gelukkig minder vaak voor dan goedaardige prostaatvergroting.
Er wordt aangeraden om 1,5 tot 2 liter water per dag te drinken. Bij deze vochtinname gaat een volwassene gemiddeld 5 tot 8 keer per 24 uur naar het toilet. Plast u 8 keer of minder op een dag? Dan wordt dat gezien als een normale plasfrequentie.
“Dat verschilt van persoon tot persoon. Bij de een begint de blaas al na honderdvijftig milliliter te piepen, bij de ander gaat er zevenhonderd milliliter in. Sommige mensen moeten daardoor acht keer per dag plassen, anderen maar twee keer.”
Een volle blaas zorgt ervoor dat de organen van de onderbuik beter in beeld te brengen is. Dit bereikt u door: 2 uur voor het onderzoek te plassen. na het plassen drinkt u binnen 30 minuten 5 glazen water (1 liter)
De nieren zijn belangrijke organen. Ze kunnen meten of het lichaam voldoende, te veel, of te weinig vocht heeft. Is er te veel vocht in het lichaam, dan maken ze veel urine en als er een tekort is, dan maken ze maar weinig urine aan. Veel drinken betekent dus ook veel plassen.
Veel plassen 's nachts komt vaak voor
Als u 's nachts een keer opstaat om te plassen, is dat eigenlijk vrij normaal. Hoewel 's nachts de urineproductie terugvalt tot 25 %, moet meer dan de helft van de mensen ouder dan vijftig minstens eenmaal per nacht naar het toilet.
Wat is het? Als het niet lukt om de blaas goed leeg te plassen, blijft er urine in de blaas achter. Dit heet blaasretentie. Doordat je blaas niet goed doorspoelt, kan er een blaasontsteking ontstaan, die zelfs tot een ontsteking van de nierbekkens kan leiden.
Ja, dat kan. Dit heeft watervergiftiging als gevolg en kan zelfs voor acuut overlijden zorgen. De nieren kunnen per dag zo'n 8 tot 10 liter water verwerken. Als iemand veel meer drinkt, of bijvoorbeeld heel veel water in een kort tijdsbestek drinkt, kan het lichaam dat niet meer aan.
Al het vocht dat er in gaat gaat er ook ooit uit. Een volwassene heeft gemiddeld 1,5 tot 2 liter per dag aan vocht nodig in de vorm van dranken. Dan gaat het langzaam er via een paar manieren er weer uit: ongeveer 1.400 milliliter plas je er uit.
tolterodine. Tolterodine ontspant de spieren van de blaas. Artsen schrijven het voor bij urine-incontinentie.
Vermijdt teveel zout in het eten ook daardoor houdt u meer vocht vast. Steunkousen dragen overdag indien u dikke benen heeft kan al een keer plassen in de nacht schelen.
Elizabethziekenhuis in Tilburg, voegt daar nog aan toe: "Vier uur ophouden zou moeten kunnen, maar niet als je al moet plassen, dus als er al plas in je blaas zit. Zeker als je 50 jaar of ouder bent, dan wordt je blaas kleiner." Sowieso is het belangrijk je blaas niet te ver op te rekken, waarschuwt Wijsma.
De voordelen van zittend plassen
Bij het zittend plassen ontspannen de bekkenbodemspieren zich beter dan wanneer men blijft staan en duurt het urineren over het algemeen langer. Hierdoor kan de blaas zich beter legen.
Een zwakke urinestraal betekent dat je minder krachtig kan plassen. Bij mannen is de oorzaak meestal een vergrote prostaat bijv. door een goedaardige prostaatvergroting. Bij vrouwen is doorgaans een verzakking (prolaps) van de baarmoeder en/of van de blaas het probleem.
Chronische retentie is doorgaans pijnloos. Het kan leiden tot recidiverende infecties, incontinentie, overactieve blaas en beschadiging van de m. detrusor.
Staand plassen is ook een goede plasmethode voor dames. Onderzoek heeft aangetoond dat vrouwen die staand plassen hun blaas net zo goed legen als wanneer zij zittend plassen. In veel Afrikaanse landen wordt door vrouwen alleen staand geplast en is dit de reguliere methode. Mannen doen het al eeuwen: staand plassen.
Ons lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water. Het verliest vocht via urine en zweet, maar ook tijdens het ademen raakt het vocht kwijt. Om het vochtniveau op peil te houden, moeten we circa 2 liter water per dag drinken.
Hoe vaak je het toilet bezoekt, is afhankelijk van verschillende factoren, zoals je vochtinname - de gemiddelde vrouw moet streven naar acht glazen water per dag - evenals de maat van je blaas, zegt Fara Bellows, MD, een uroloog aan het Wexner Medical Center van de Ohio State University tegen onze collega's.
Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer 's nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.