Bij motorische uitval is er spierzwakte, de spiermassa neemt af, en krijg je soms onwillekeurige spiersamentrekkingen. Bij volledige uitval van een zenuw treden verlammingen op.
Onder neurologische uitvalsverschijnselen verstaat men uitval van motoriek (verlamming), van het gevoel ('verdoofd gevoel') en van gehoor, gezichtsvermogen of spraak. De aard van het functieverlies hangt nauw samen met schade aan een specifiek deel van de hersenen (zie figuur).
Hoe kun je het herkennen? Naast spierzwakte en verlamming kan je ook last hebben van onhandigheid, ongecoördineerde bewegingen, onvrijwillige spiertrekkingen, verminderde of afwezige reflexen, verminderde of verhoogde spierspanning en afnemende spiermassa (spieratrofie).
Doordat de spier overbelast is, kan deze de onderliggende zenuw irriteren en kan dit leiden tot klachten in het been. U ervaart dan pijnklachten in de bil met uitstraling naar het been. Bij lang zitten ervaart u klachten in het been, wat kan doortrekken naar de kuit.
Bij periodieke paralyse, een herhaaldelijk terugkerende verlamming, treden plotselinge spierzwakte en -verlammingsverschijnselen op. Bij een aanval kunnen alle skeletspieren meedoen. Vooral de spieren van armen en benen zijn aangedaan. De ademhalingsspieren en hartspier doen in principe niet mee.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
Symptomen van spierzwakte
Slap gevoel in ledematen. Slappe spieren. Krachtverlies. Vermoeidheid.
Een beknelde zenuw in het bovenbeen geeft pijn aan de voor- en zijkant van uw bovenbeen. De pijn zit in één bovenbeen. Soms voelt u op die plek ook minder goed. De oorzaak kan zijn dat er iets op de zenuw drukt, bijvoorbeeld strakke kleding, een telefoon of portemonnee.
Een beknelde zenuw is eigenlijk een fysieke belemmering van het bedradingssysteem van het lichaam. De symptomen zijn onder andere een verdoofd gevoel, scherpe pijn, tintelingen, spierspasmen en spierzwakte. Meestal wordt een beknelde zenuw geassocieerd met scherpe pijn in het getroffen lichaamsdeel.
Bij zenuwpijn voelt u een tintelende, prikkelende, branderige pijn. U kunt heftige pijnscheuten hebben. Mensen beschrijven dit ook wel als 'elektrische' of 'schietende' pijn. De pijn blijft vaak lang: weken of maanden.
De oorzaak van loopstoornissen kan neurologisch zijn, bijvoorbeeld door een klapvoet bij een hernia. Maar ook een slechte bloedcirculatie of een aandoening aan het evenwichtsorgaan kan leiden tot een verstoord looppatroon.
Er kunnen verschillende lichamelijke klachten ontstaan, zoals spierzwaktes en moeite met praten. Zo kan een van de ledematen door stress 'uitvallen' of verlamd raken, zoals een been of arm. Je hebt hier dan geen gevoel meer in of kan deze niet meer gebruiken.
Een verlamming of spasme is het resultaat van het uitvallen van (delen van) het motorische zenuwstelsel. Hierbij maakt men onderscheid tussen paralyse (volledige (slappe) verlammingen) en parese (een gedeeltelijk verlies van kracht).
Vernauwingen in de beenslagaders (etalagebenen) ontstaan door slagaderverkalking. Door de vernauwing vermindert de bloedtoevoer naar de benen. De beenspieren krijgen minder zuurstof, en dit geeft pijnklachten bij het lopen. Etalagebenen ontstaan langzaam.
Door krachtsverlies in de spieren van uw bovenbenen ontstaan er problemen met lopen. Dit merkt u bijvoorbeeld met traplopen of opstaan uit een stoel. Vaak gebruikt u dan uw armen als hulpmiddel. De kracht in uw bovenarmen neem ook af.
U kunt bijvoorbeeld een warm bad nemen, een warme kruik leggen op de plek die pijn doet of gebruik maken van een warmtekussen. Door de warmte zullen de spieren zich ontspannen, wat de pijn kan verlichten. Het is begrijpelijk dat u rust neemt wanneer u door ischias pijn in uw rug, bil of been heeft.
Een zenuw kan tijdelijk uitgeschakeld worden door een verkeerde houding zoals bij een 'slapende' hand of voet of bij een gekneusde zenuw na een harde klap of hoge druk van buitenaf. Deze vormen van zenuwbeschadiging gaan na enige tijd vanzelf weer over.
Denk hierbij aan pijn in de bil met een eventuele uitstraling naar de heup en het been of zelfs lage rugklachten. Daarnaast kan het zorgen voor tintelingen in dit gebied, soms wel tot aan de voet. De klachten kunnen toenemen bij bepaalde houdingen en/of bewegingen.
Tintelingen en een 'voos' gevoel (een veranderd gevoel, bijvoorbeeld bij aanraking) in vingers en tenen. Verstoorde koude-warmtegewaarwording. Minder kracht hebben. Minder goed fijne bewegingen kunnen uitvoeren, zoals het sluiten van knopen of het vasthouden van een pen.
Bij acute klachten moet men denken aan een spierscheuring of een botbreuk. Progressieve klachten kunnen ontstaan door overbelasting (bijv. door sporten). Ook kunnen deze klachten ontstaan door een beenlengteverschil, of een afwijkende voet- en/of beenstand waardoor spieren verkeerd op spanning komen te staan.
De grote beenzenuw, die we ook wel nervus ischiadicus noemen. Deze zenuw begint in jouw ruggenmerg en loopt langs jouw bil via de achterkant van je been naar je voet.
De mate van de spierzwakte kan per periode wisselen. Spierstijfheid doet zich met name voor na een periode van rust en dan vooral in de bovenbenen en -armen, de handen en de nek. Kou kan de stijfheid verergeren. Veel voorkomende klachten zijn een stekende, zeurende pijn en vermoeidheid.
Als de druk in de loge toeneemt, kan de bloedtoevoer naar de spieren worden afgesloten. Het geheel van klachten die hiermee gepaard gaan, noemen we een spiercompartimentsyndroom of logesyndroom. Wordt er niets aan de klachten gedaan, dan kunnen de zenuwen en zelfs de spieren afsterven.
Stress zorgt ervoor dat je spieren zich aanspannen. Het bindweefsel om je spieren gaat daardoor strakker om de spieren heen te gaan zitten waardoor je spieren niet meer optimaal kunnen bewegen. Ze zitten als het ware “gevangen” in het bindweefsel. De spieren reageren hier vervolgens op door nog meer aan te spannen.