Als er sprake is van een overstimulatie kun je de volgende klachten hebben: opgezette pijnlijke buik of een opgeblazen gevoel; na de punctie toename in gewicht van meer dan 1 of 2 kg per dag; misselijkheid; braken; kortademigheid; duizeligheid.
Als de overstimulatie laat optreedt, is er een grote kans dat je zwanger bent. Het lichaam maakt dan zelf hCG (zwangerschapshormoon) aan en veroorzaakt deze overstimulatie. De overstimulatie is dan heftiger en duurt vaak enkele weken.
Heeft u een ernstige vorm van overstimulatie, dan wordt uw buik dikker door vochtophoping. In korte tijd komt u een aantal kilo's aan en u heeft last van buikpijn. Door vocht achter uw longen kunt u benauwd en kortademig worden. Uw bloed wordt dikker en stroperiger, waardoor u meer kans heeft op trombose.
Van een overstimulatie spreekt men als er als gevolg van de groei van veel follikels (over het algemeen meer dan 20 follikels) een bepaald klachtenpatroon ontstaat. Dit klachtenpatroon bestaat uit een pijnlijke, opgezette buik, het vasthouden van vocht en aankomen in gewicht (1 kg per dag of meer).
Het overstimulatiesyndroom (OHSS) is een complicatie die kan ontstaan na het stimuleren van de eierstokken met hormonen. Bij deze aandoening komen tijdens de hormoonstimulatie bovengemiddeld veel eiblaasjes tot ontwikkeling, waardoor er verschilende klachten kunnen ontstaan.
Overstimulatie voorkomen
Dreigt een ernstige overstimulatie (op de echo zijn dan zeer veel kleine follikels te zien en in het bloed een heel hoog oestrogeen gehalte), dan kan uw behandelaar ervoor kiezen te stoppen met de stimulatie en daarmee deze behandelcyclus te staken.
Na de punctie
Als je je goed voelt, mag je naar huis. Je kan in de dagen erna nog lichte buikpijn, een opgeblazen gevoel en bloedverlies hebben. De verpleegkundige of arts geeft je wat leefregels mee voor de komende dagen.
Het is normaal dat u na de punctie enkele dagen last heeft van uw buik. Wij adviseren u de eerste dag te rusten. Daarna kunt u uw activiteiten uitbreiden. Het kan enkele weken duren voordat uw eierstokken hun normale grootte weer aangenomen hebben.
U mag dus ook niet zelf met de auto rijden. Vrijen na de punctie mag in principe wel, tenzij de arts dat afraadt. Het is wel beter om een drietal dagen vóór de inseminatie of de eicelpunctie niet te vrijen. Als de man die dag een vers staal moet produceren, zal dat van betere kwaliteit zijn.
Voor het starten van de behandeling
Tijdens de IVF/ ICSI-behandeling moet u beschermd vrijen. Vanaf de dag dat de punctie afgesproken wordt tot en met de terugplaatsing is het advies om geen gemeenschap te hebben.
De oorzaken van ascites zijn meestal hartafwijkingen, zoals hartfalen, lever- of nieraandoeningen of kankergezwellen. Het komt het meest voor bij de aandoening levercirrose. Ook een agressieve bacteriële buikvliesontsteking kan ascites veroorzaken.
Bij de behandeling is het de bedoeling ongeveer 10 eiblaasjes (follikels) te kunnen aanprikken uit de eierstok (ovarium), met als doel zo'n 8-10 eicellen (oocyten) te verkrijgen. Hiervoor is het nodig extra hormonen toe te dienen om zoveel mogelijk eiblaasjes te laten groeien.
Ovaleap is een follikel stimulerend hormoon (FSH). Het stimuleert de groei en rijping van eicellen en wordt onder andere toegepast bij vrouwen waarbij geen eisprong optreedt.
Een terugplaatsing kan op de 2de, 3de of 5de dag na de eicelpick-up. Voor de terugplaatsing is geen ziekenhuisopname nodig. De terugplaatsing gebeurt met een fijne katheter die via de baarmoederhals tot in de baarmoederholte wordt gebracht.
Bij de IVF-behandeling willen we de eisprong juist tegenhouden, totdat de rijpe eicellen 'opgepikt' kunnen worden via een punctie. Daarom krijgt u een middel dat een voortijdige eisprong voorkómt: Decapeptyl®. Decapeptyl® remt de afgifte van LH op een bijzondere manier. Het medicijn stimuleert de hypofyse.
Eicel. Een eicel is zo groot als een speldenknopje. De eierstokken herbergen samen zo'n 250.000 eicellen. Eén keer per maand laten de eierstokken een eicel vrij.
Na drie IVF-behandelingen is de kans op de geboorte van een kind gemiddeld 40 tot 50 procent. Bij ongeveer de helft van alle paren die IVF-behandelingen ondergaan, leidt IVF niet tot een zwangerschap.
Bij de terugplaatsing op dag 3 kan de arts u vertellen wat de kwaliteit is van het embryo dat teruggeplaatst wordt (of de twee embryo's die teruggeplaatst worden). Als er meerdere embryo's zijn ontstaan, groeien die in de broedstoof verder tot dag 5 of dag 6.
Ivf-traject is zwaar
Het gebruik van hormonen, de punctie, het terugplaatsen van het embryo en de tegenvallers als er geen zwangerschap ontstaat, kunnen zwaar zijn. Daarnaast zijn er ook gezondheidsrisico's voor zowel de vrouw als het kind.
De radioloog ontsmet de plek van de prik en neemt met een naald wat cellen of vocht weg. Dit gebeurt maximaal 3 keer, om zo voldoende materiaal te hebben voor een goede diagnose. De punctie kan even pijnlijk zijn. Na de punctie drukt de radioloog het wondje dicht en plakt het af met een pleister.
Een ivf-behandeling is niet altijd succesvol. Per behandeling is de kans op een zwangerschap ongeveer vijfentwintig procent. De belangrijkste oorzaak van het mislukken van de behandeling is het niet innestelen van het teruggeplaatste embryo.
Omdat je het aanprikken van de eicellen niet kunt verdoven, doet het pijn.
Rust na de behandeling : U krijgt meestal een tot drie dagen werkverlet na de pick up. Na de transfer dient u schokkende bewegingen en overmatige sportinspanningen te vermijden (dit om uw eierstokken te beschermen die nog gezwollen zijn).
Van alle ingevroren embryo's (ook wel cryo embryo's genoemd) overleeft ongeveer 90% het ontdooien en kan dus teruggeplaatst worden. De kans op een doorgaande zwangerschap na het terugplaatsen van een ontdooid embryo ligt in het Radboudumc de laatste jaren rond de 25%.