Het meewerkend voorwerp staat in het Duits in de derde naamval, ook wel datief genoemd. Voor dit zinsdeel kun je bijna altijd 'aan' of 'voor' zetten of denken. Toch zie je deze woorden nooit staan in Duitse vertalingen. Dit komt doordat 'aan' en 'voor' in het Duits niet vertaald worden.
De datief of derde naamval gebruik je voor het meewerkend voorwerp in een zin. De controlevraag bij de datief is: aan wie of voor wie + onderwerp + gezegde? De datief volgt dwingend na de voorzetsels: mit, nach, bei, seit, von, zu, aus, außer.
De Duitse regels voor zinsstructuur dicteren dat het meewerkend voorwerp vóór het lijdend voorwerp komt . → Jacqueline [ONDERWERP] gibt [WERKWOORD] Jenny [INDIRECT VOORWERP] die Haarbürste [DIRECT VOORWERP]. Het meewerkend en lijdend voorwerp worden echter omgedraaid wanneer het lijdend voorwerp een voornaamwoord is.
Als in de zin een meewerkend voorwerp zit, is er ook heel vaak een lijdend voorwerp aanwezig. Dat zie je ook wel aan de vraag die je stelt om het meewerkend voorwerp te vinden: Aan/voor wie/wat + gezegde + onderwerp (+ lijdend voorwerp)? Het lijdend voorwerp staat niet voor niks tussen haakjes.
uitdrukt, dan volgt de vierde naamval. Indien het werkwoord + keuzevoorzetsel geen van deze uitdrukt, dan geldt de 7/2 regel: an, hinter, neben, in, unter, vor en zwischen krijgen de derde naamval en auf en über krijgen de vierde naamval.
De accusatief is voor directe objecten. Het directe object is de persoon of het ding dat de actie ontvangt. Dus in "het meisje schopt de bal", is "de bal" het directe object. De datief is voor indirecte objecten.
Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt of verneemt of van wie iets wordt afgenomen. In de zin 'De zon geeft ons energie' is ons het meewerkend voorwerp. Het meewerkend voorwerp is vaak de 'ontvangende partij'. Het gaat om een bepaald soort indirect object.
Zoals we hebben geleerd, wordt de datief gebruikt om het meewerkend voorwerp van het werkwoord aan te geven: Sie kauft ihm ein Geschenk.(Ze koopt hem een cadeau.)Ich antworte dem Mann.Ik antwoord de man.
Wat is een meewerkend voorwerp? Een meewerkend voorwerp is een zinsdeel dat meewerkt aan een handeling. Vaak gaat het om een persoon, maar een meewerkend voorwerp kan ook een ding zijn. Er kan maximaal één meewerkend voorwerp in en zin staan, maar niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp.
Een meewerkend voorwerp in het Frans, of de COI, vorm je door de vraag te stellen 'voor wie' of 'aan wie'. Hoe vorm je het meewerkend voorwerp in het Frans? à + personne OF pour + personne!
Het gezegde in een zin geeft aan wie of wat het onderwerp is of doet. Als een gezegde alleen uit werkwoorden bestaat, is er sprake van een werkwoordelijk gezegde. Wanneer het gezegde gevormd wordt door één of meerdere werkwoorden en een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord, gaat het om een naamwoordelijk gezegde.
Net als bij het lijdend voorwerp geldt dat niet alle zinnen een meewerkend voorwerp hebben. De vraag die je stelt om het meewerkend voorwerp te vinden is: aan/voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Een lijdend voorwerp kan een zelfstandig naamwoord zijn (bijvoorbeeld fiets, een meisje, Anna), een woordgroep met een zelfstandig naamwoord als kern (haar nieuwe kleren) of een persoonlijk voornaamwoord (mij, je, haar, hem, het, ons, jullie, hen).
Lichtwaarde , in fotografie. Lichtschip, een schip dat als vuurtoren fungeert. Livermorium, symbool Lv, een chemisch element. Lage spanning.
zelfstandig naamwoord. In de zinnen "She bought him a present," "He gave all four walls a new coat of paint," en "Ask me a question," zijn "him," "all four walls," en "me" indirecte objecten en zijn "a present," "a new coat of paint," en "a question" directe objecten.
Een meewerkend voorwerp is dat zinsdeel dat meewerkt om de handeling te verrichten. Zonder het meewerkend voorwerp zou een zin met geven bijvoorbeeld niet compleet zijn. Voor een zinsdeel dat meewerkend voorwerp is kan aan of voor worden geplaatst. Staat aan of voor er al voor, dan kun je deze woorden weglaten.
Onderstreep het werkwoordelijk deel en zet er de juiste afkorting onder: wwd. Onderstreep het naamwoordelijk deel en zet er de juiste afkorting onder: nwd.
De "accusatief" wordt gebruikt wanneer het zelfstandig naamwoord het lijdend voorwerp in de zin is . Met andere woorden, wanneer het het ding is dat wordt beïnvloed (of "verbed") in de zin. En wanneer een zelfstandig naamwoord in de accusatief staat, veranderen de woorden voor "the" een klein beetje van de nominatief. Kijk of je het verschil kunt zien.
De vierde naamval
Ook wordt het gebruikt na bepaalde vaste voorzetsels , namelijk: durch, für, ohne, um, bis, gegen en entlang.
auf en über (in de betekenis 'over'): vrijwel altijd 4e naamval. alle andere voorzetsels uit deze categorie: 3e naamval.