De druif houdt van de zon en van niet teveel wind. Tegen een muur of schutting op het zuiden is daarom een prima plek. Druiven houden van kalkrijke, humusrijke en kleiachtige grond en niet van natte voeten. Geef de druif ook voldoende ruimte, want hij kan flink groeien!
Wat gebeurt er wanneer je in de lente zou snoeien? De reden dat je een druivenplant niet snoeit in de lente, is omdat het houtgewas dan zou gaan bloeden. Met het bloeden van planten bedoelen we groot vochtverlies uit de snoeiwonden. Dit bloeden kan zo sterk zijn dat de plant sterk verzwakt of zelfs doodbloedt.
Water geven
Geef de druif één keer per week water. Als je een druif gaat planten moet je de grond ook heel vochtig maken. Bij warme dagen kun je het beste twee keer per week water geven. Ook in de winter moet de grond vochtig blijven.
Een druif kun je het beste twee keer per jaar snoeien: in de zomer (inkorten van de lange scheuten) en in de winter. Wacht bij de wintersnoeibeurt tot al het blad is gevallen, meestal is dat rond begin december. Als het blad eraf is, kun je de structuur van de plant goed zien.
Zoals gezegd heeft de druif om de vruchten te laten rijpen veel zon nodig. Een plek pal op het zuiden tegen een muur, schutting, pergola of op een balkon is ideaal.
Plant de druiven op een plek in de volle zon, bijvoorbeeld bij een schutting op het zuiden of een pergola. Zorg voor een plek met goed gedraineerde grond, want een druivenstok kan er niet goed tegen als de wortels in het water staan. Het beste resultaat bereik je op kalkrijke, kleiachtige grond of humusrijke zandgrond.
Druiven houden van een kalkrijke grond. Deze voeding is uniek doordat er kalk in de korrels is verwerkt. Daarnaast hebben druiven behoefte aan veel kali. Kali zorgt voor stevige planten en een goede weerstand tegen ziektes, schimmels en vorst, ook dit is aan deze meststof toegevoegd.
Door druiven te snoeien en krenten krijgt deze mooie grote trossen. Snoeit en krent u niet, dan is de kans groot dat de vruchten klein blijven. Als u een druif in de tuin hebt, zullen de trosjes in juni al goed te zien zijn en zullen de druiven snel opzwellen.
- Te natte en/of te koude grond in het voorjaar. - Verzwakte plant door onvoldoende voedingsstoffen of door een aantasting van de pokkenmijt. - Slechte standplaats. Een noorden en westenmuur zijn voor de meeste druivenrassen niet bruikbaar.
Op de Etna op Sicilië staan planten van meer dan 200 jaar oud. Lang had een druif in Alto Adige het record in handen. In kasteel Katzenzungen bij het plaatsje Prissiano staat een struik van meer dan 350 jaar oud. Nu is er naar alle waarschijnlijk een nog oudere gevonden in Slovenië.
Vermijd moerasgrond en schaduw
Een druif in de grond planten kan bijna overal. Enkel een overmaat aan schaduw en een te natte standplaats zijn te mijden. Druivelaars staan helemaal niet graag met hun voeten in het water.
Vermoedelijk is het aantal trossen voor de jonge planten nog iets te veel. Een te droge grond of grond die teveel meststoffen (o.a. patentkali) bevat kan dat ook veroorzaken.
Net zoals tomaten, moet je ook druiven 'dieven'. Dat betekent dat je scheuten uit de bladoksels verwijdert. Met de voorjaarssnoei heb je de druiven op een specifiek punt gesnoeid. In de 'oksel' van het blad dat aan het eind overblijft, komen nieuwe scheuten.
Er zijn verschillende mogelijkheden om het bloeden van je druivenplant te laten stoppen. Een van de mogelijkheden is om er as op de wrijven. Dit kan as zijn van de open haard of bijvoorbeeld van een sigaar. Dit kun je op de wond smeren en enkele keren herhalen totdat het bloeden stopt.
Bij een enkele draad geleiding voor u druif dienen de balken of palen een lengte te hebben van 2 meter. Om de vijf of zes meter kan een paal geplaatst worden. De dikte van de palen mag 10 tot 15 cm zijn. Waar vervolgens 3 druivenstruiken tussen gepoot kunnen worden.
De druif houdt van de zon en van niet teveel wind. Tegen een muur of schutting op het zuiden is daarom een prima plek. Druiven houden van kalkrijke, humusrijke en kleiachtige grond en niet van natte voeten. Geef de druif ook voldoende ruimte, want hij kan flink groeien!
Plant de druif schuin in de grond zodat de ent 10 cm vanaf de muur staat en de wortels 30 cm. De ent moet net boven de grond uitkomen, zorg voor een ruim plantgat zodat de wortels gelijkmatig kunnen worden uitgespreid. Bij pergola's of andere ornamenten kunt u de druivenplant 10 cm van de paal plaatsen.
Kalk voor je druiven
De ideale zuurtegraad (pH-waarde) bedraagt 6,5 tot 7. Is de pH van je grond lager, dan is een jaarlijkse gift DCM Zeewierkalk Poeder als onderhoudsbekalking zeker aangewezen. Bekalken doe je het best in het voorjaar.
Druiven snoeien in de zomer
Snoei telkens twee bladparen boven de druiventros, zodat deze nog wat schaduw krijgt en beschermd is tegen de volle zon. Deze zomersnoei is ongeveer elke 3 weken nodig, omdat telkens nieuwe ranken ontstaan die hard groeien.
Bemest een druif ieder jaar, vanaf het eerstvolgende jaar nadat u geplant heeft. Het eerste jaar hoeft u dus niet te bemesten, omdat de plant dan toch maar rustig wortelt (dit moet je niet opjagen). Bekalken mag dus in januari/februari, bemesten in begin maart.
Doet je druif het niet zo goed? Geef je druif een extra groei boost. In mei kan je de druif extra water geven en hem daarmee flink laten groeien. Iedere dag een emmer.
Het is een blauwe druif met een fijne en zoete smaak die al vroeg rijp is. Deze druivenplant groeit snel. De zijranken kunnen in één jaar wel zeven meter lang worden.
Druiven hebben veel mest nodig voor een optimaal resultaat. Wanneer je ze bemest, komt niet heel precies; al is begin maart wel een mooi tijdstip. Dan gaat het om druiven in de volle grond. Staat je druif in een kas, dan begint die iets eerder te groeien en moet je hem dus ook iets eerder bemesten.
Een handje vol voor een druivenplant of struik is voldoende. Strooi het kalk zo'n 20 cm bij de stam vandaan, want de meeste wortels groeien naar de zijkant. Je druif bemesten is essentieel tijdens het voorjaar. Je kan het best eind maart doen, maar niet te snel na het bekalken.
De druiven die bruin worden hangen zowel in het zonlicht als in de schaduw. De trossen worden niet volledig bruin, maar enkele druiven worden bruin. Sommige trossen hebben enkele bruine druiven,sommige trossen hebben een 10-tal bruine druiven, de meeste trossen hebben nog geen aangetaste druiven.