Om de conditionnel présent te vormen, neem je de stam van de futur simple en je voegt er de uitgangen van de imparfait (-ais, -ait, -ions, -iez of -aient) aan toe!
Le conditionnel = zou (den) + hele werkwoord, en wordt net als de Futur Simple (zullen + hele werkwoord) gevormd met het hele werkwoord + uitgang. CONDITIONNEL ► Ik zou geven = Je donner -ais.
Leer hoe u werkwoorden vervoegt in Le Conditionnel Présent in het Frans. In Le Conditionnel Présent gebruik je altijd dezelfde stam als die gebruikt in Le Futur Simple (Indicatif), gevolgd door L'Imparfait (Indicatif) uitgangen (-ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient) .
Om de conditionnel passé te vormen, neem je de conditionnel présent van de hulpwerkwoorden avoir of être en je voegt er de participe passé aan toe. Pas op, bij être moet je wel een accord maken met je onderwerp of le sujet. Voor de vertaling stel je je best altijd eerst de vraag: 'Wat als?' .
Hoe kan je deze werkwoordstijd in het Frans het best vertalen? De voorwaardelijke wijs, zo kan je deze tijd noemen. Vertalen doen we met het woordje 'zou'. Je kan deze wijs gebruiken bij een voorwaarde, hypothese of beleefdheid.
De conditionnel lijkt (ook qua vormen) behoorlijk op de futur simple, het verschil is dat je bij de futur simple al vrij zeker bent dat je iets in de toekomst zal doen, terwijl er bij de conditionnel een voorwaarde is of je het in de toekomst zou doen.
Om de conditionnel passé te vervoegen gebruiken we de conditionele vorm van avoir/être gevolgd door het participe passé van het werkwoord . In ontkennende zinnen komt het voltooid deelwoord na het tweede deel van de ontkenning (pas). Voorbeeld: J'aurais rigolé.
De conditionnel in het Engels betekent meestal would, en met het werkwoord pouvoir:could of met het werkwoord devoir : should.De futur simple betekent will of shall .
Belangrijkste punten over de voorwaardelijke wijs in het Frans
De conditionele vorm wordt gebruikt om uit te drukken wat er zou, kon of zou moeten gebeuren . Het werkwoord vouloir (willen) wordt vaak in de conditionele vorm gebruikt om te zeggen: je voudrais (ik zou willen), tu voudrais (jij zou willen) en il/elle voudrait (hij/zij zou willen).
Bij het vervoegen van de meeste werkwoorden in de conditionele tijd, voeg je de uitgangen toe aan de hele infinitief . Een paar werkwoorden zijn onregelmatig in die zin dat de uitgangen worden toegevoegd aan een onregelmatige stamwortel in plaats van aan de infinitief. De uitgangen zijn hetzelfde als die voor de imperfecte tijd: ais, ais, ait, ions, iez, aien t.
In het Nederlands betekent plus-que-parfait 'voltooid verleden tijd'. Denk bijvoorbeeld aan zinnen zoals: 'ik had gegeten'. De plus-que-parfait werkt precies hetzelfde in het Frans: hulpwerkwoord être of avoir in de imparfait + het voltooid deelwoord.
Hoe vorm je de participe passé? De participe passé of het voltooid deelwoord vorm je door de stam van het werkwoord te nemen en daar de juiste uitgang aan te plakken. Parce que Maître Gims avait parlé à la serveuse, sa copine était jalouse. Omdat Maître Gims met de serveerster had gepraat, was zijn vriendin jaloers.
In het Nederlands wordt de futur simple de onvoltooid toekomende tijd (OTT) genoemd. Wij gebruiken het werkwoord 'zullen' om de OTT te vormen: 'Wij zullen na de lockdown een feestje bouwen. ' De OTT bestaat dus uit twee werkwoorden: 'zullen bouwen'.
Onpersoonlijke werkwoorden
bijvoorbeeld het veel voorkomende - il faut- dat ongeveer 'het moet' of 'je moet' betekent. Er bestaat alleen een -il- vorm van , in alle tijden: il fallait - il a fallu - il faudra. Il faut wordt daarom ook wel een defectief werkwoord genoemd.
Espaans - Ir (gaan)
In het Frans heet het le conditionnel en wordt het in het Engels meestal vertaald met would. De stam die wordt gebruikt om de conditionele vorm te vormen is dezelfde als de stam van de future (meestal de infinitief) . De conditionele uitgangen zijn -ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient (dit zijn ook de imperfecte uitgangen).
De imparfait wordt gebruikt om herinneringen en gevoelens te beschrijven . Quand j'étais enfant, je rêvais de devenir chanteur = Toen ik een kind was, droomde ik ervan om zangeres te worden. De conditionele is een tijd die een actie beschrijft die kan plaatsvinden als er een andere actie plaatsvindt.
Je vormt le passé composé met een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord. In het Frans gebruik je altijd een vorm van 'être' (zijn) of 'avoir' (hebben) als hulpwerkwoord. Dus: le passé composé = avoir/être + voltooid deelwoord. Bij de meeste voltooid deelwoorden gebruik je avoir als hulpwerkwoord.
Snelle samenvatting. De Franse conjunctief (of, stemming) wordt gebruikt om verschillende toestanden van onwerkelijkheid of onzekerheid uit te drukken . Denk aan: oordelen, wensen, mogelijkheden, twijfels, emoties of dingen die nog niet zijn gebeurd.
De meest voorkomende conditionnel passé wordt gevormd door de voorwaardelijke wijs van een van de hulpwerkwoorden (auxiliaire) être (zijn) of avoir (hebben) te combineren met het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord. Deze vorm bestaat uit de stam ser- of aur- met een van de volgende uitgangen: -ais. -ais.