Kakkerlakken verspreiden zich snel; ze reizen bijvoorbeeld mee met bagage of tweedehands artikelen. Ze kunnen je huis binnenkomen via kieren, ventilatiekanalen of cv-leidingen. Vooral in flats is de verspreidingskans van de ene naar de andere woning groot.
Kakkerlakken verspreiden zich snel. Overal waar ze komen leggen ze eitjes en planten ze zich voort. Kakkerlakken vermenigvuldigen zich in korte tijd, waardoor een kakkerlakkenplaag binnen no-time gevormd is. Het is daarom vaak best lastig om zelf kakkerlakken te bestrijden door middel van een kakkerlakkenval.
Voortplanting kakkerlakken
Kakkerlakken planten zich voort door middel van een eipakket die ze bij zich dragen. De hoeveelheid nimfen in een eipakket verschilt per soort. De Duitse kakkerlak heeft zo'n 30 eitjes in het eipakket zitten en in nog geen half jaar tijd zet een kakkerlak wel 4 tot 8 eipakketten af.
Kakkerlakken komen naar binnen als ze voedsel ruiken. Onderzoek heeft uitgewezen dat kakkerlakken vaak in groepen op voedselbronnen afgaan. In ieder huis zitten wel kleine kieren en spleetjes, cv-leidingen en ventilatiekanalen. Hier kunnen de kakkerlakken met gemak doorheen.
Kakkerlakken komen 's nachts uit hun schuilplaatsen om voedsel te zoeken. Vinden ze niets, dan kunnen ze je een bezoekje komen brengen als je in bed ligt. Ze kunnen je in je gezicht, mond, vingers of handen bijten, mogelijk omdat ze vooral op deze plekken voedsel kunnen ruiken.
Als je één kakkerlak ziet, betekent dat helaas dat er waarschijnlijk meer zijn. Veel meer. Kakkerlakken verstoppen zich in scheuren en spleten in de buurt van voedselbronnen, en ze leven in groepen.
Waarschijnlijk heb je weleens gehoord dat je een kakkerlak nooit mag doodtrappen. Bij het doodtrappen van kakkerlakken zou er namelijk een geur vrijkomen die andere kakkerlakken aantrekt. Daarnaast zouden bij het doodtrappen een heleboel eitjes vrijkomen, welke enkele maanden later uitkomen. Dit is een fabel!
Overdag verschuilen kakkerlakken zich op warme donkere plekken, bij voorkeur achter de koelkast in de keuken. Daar kun je ook de sporen vinden die duiden op een kakkerlakbevolking: eierschalen, uitwerpselen (hele kleine zwarte stofjes) en afgevallen huid.
Kakkerlakken haten bijvoorbeeld de geur van laurierblaadjes en de geur van kattenkruid. Een eenvoudig huismiddeltje tegen kakkerlakken is dus het plaatsen van gemalen laurierblaadjes in de omgeving van de schuilplaatsen van de kakkerlakken in jouw huis. Je kunt ook wat kattenkruid in je huis rond strooien.
Typische schuilplaatsen zoals hoekjes van plafonds of muren, afvoerputjes, achter plinten enz. moeten nauwkeurig nagekeken worden. Ook het ventilatiesysteem in de keuken en in de badkamer en het toilet zijn plaatsen waar kakkerlakken zich vaak verstoppen.
De kakkerlak heeft kannibalistische neigingen als het voedselaanbod schaars is. Natuurlijke vijanden: o.a. kikkers, hagedissen, slangen, spinnen, mieren.
Ze staan erom bekend een groot aantal verschillende ziektekiemen, bacteriën en ziekteverwekkers op hun lichaam te dragen. Ook kunnen ze ziektes als salmonella overbrengen via hun ontlasting, urine, braaksel en soms speeksel. Deze ziekten kunnen worden overgebracht door geïnfecteerde open wonden of inademing.
De eitjes van kakkerlakken zitten in eipakketjes. Een eipakket ziet eruit als een klein kokertje met ribbeltjes. Het is bruin tot zeer donkerbruin van kleur en dient om de eitjes tegen allerlei invloeden van buitenaf te beschermen.
Over het algemeen komen kakkerlakken je huis binnen omdat ze op zoek zijn naar fijne schuilplaatsen die, als het even kan, ook nog in de buurt liggen van plekken waar wat te eten valt. Het gebeurt ook wel eens dat kakkerlakken met mensen meereizen uit verre, exotische oorden, in de koffer.
Kakkerlakken kiezen donkere, warme, vochtige en goed verstopte plekken uit om hun eipakketjes te leggen. Ze zoeken naar kieren of spleten en openingen die moeilijk bereikbaar zijn voor een mens. Kakkerlakken moeten veel water drinken en kiezen dus graag een plekje uit in de buurt van waterleidingen of riolering.
Vul een spuitflesje met 1 deel azijn, 4 delen water en doe er 15 druppeltjes tea tree olie bij. Verstuif alle plekken waar kakkerlakken komen en herhaal dit ook iedere dag. De kakkerlakken zullen razendsnel de pootjes nemen.
Bovendien zijn kakkerlakken uitstekende klimmers. Dankzij een soort zuignapjes op hun poten kunnen kakkerlakken verticaal naar boven klimmen en zelfs ondersteboven lopen.
Kakkerlakken bewegen zich voort met hun krachtige poten. Hiermee kunnen de kakkerlakken zeer goed sprinten en zelfs springen. Kenmerkend aan de Duitse kakkerlak zijn de donkere strepen op het halsschild en lange antennes die veel in beweging zijn.
Er zijn voldoende voorbeelden op het internet te vinden die Dubia-kakkerlakken voeren aan hun dieren: zoals aan kikkers, Schorpioenen, tarantulas sommige insectenetende vogels, (waaronder kippen) salamanders enz. Een dubia kakkerlak is een insect en alle dieren die insecten eten, kunnen ze dus eten.
Kakkerlakken zijn erg snelle kruipers, ze halen snelheden tot wel 5km/u of ongeveer 83 meter per minuut! Dit maakt hen de tweede snelste loper onder de insecten. Kakkerlakken zijn heel erg sterke diertjes: ze kunnen tot wel 2 maanden zonder eten, maar slechts 1 à 2 weken zonder water.
- Er bestaan kakkerlakken die geluid maken : Dit is waar. Niet alle kakkerlakken maken geluid, maar sommige kunnen een tjirpend of sissend geluid produceren.
Kenmerken. Op de rug gezien hebben de Kakkerlakken vaak een eirond en verticaal afgeplat lichaam. Ze hebben een breed kopschild en in rust is de kop schuin verborgen onder het lichaam. De kop heeft bijtende monddelen, facetogen en twee meestal vrij lange voelsprieten.
Kakkerlakken kun je ook ruiken, al heb je er wel een geoefende neus voor nodig. Ze verspreiden geur om met elkaar te communiceren. Om elkaar te roepen, elkaar te 'versieren' of om elkaar te waarschuwen voor gevaar. De geur die de beestjes verspreiden is wat weeïg en zoet als van iets dat al een poosje ligt te rotten.
Kakkerlakken communiceren met elkaar via bacteriën in hun poep. De insecten hebben de neiging om dicht in de buurt van hun soortgenoten te blijven als ze de geur van elkaars uitwerpselen ruiken.