Een prikkel is een waarneming die een reactie veroorzaakt. Denk maar terug aan het voorbeeld van het vastpakken van een hete ovenplaat: dat doet pijn. Organismen reageren dan ook voortdurend op veranderingen van binnen- en buitenaf. De prikkels worden opgevangen door de zintuigen van het organisme.
Een reactie op een prikkel noemen we gedrag. Om te reageren op een prikkel heeft het organisme spieren en klieren tot zijn beschikking. Vanuit de hersenen worden via motorische zenuwen de spieren of klieren aangestuurd als reactie op een prikkel. De hersenen en het ruggenmerg behoren tot het centrale zenuwstelsel.
Een dier dat gealarmeerd wordt door omgevingsprikkels vertoont freezing gedrag, afgewisseld met scanning. Beide gedragingen verdwijnen wanneer het dier weer op zijn gemak is. Afwijkende respons op een prikkel kan op verschillende manieren worden vastgesteld.
Wat iemand waarneemt is afhankelijk van hoe de hersenen de sensaties die de zintuigen hebben opgepikt inschatten. En dat is mede afhankelijk van eerdere ervaringen en waarnemingen. In de loop van ons leven ontwikkelt het niveau van onze waarneming zich, zodat we steeds meer leren begrijpen.
De hersenen beoordelen het belang van de waargenomen prikkels. Hierbij koppelen de hersenen verschillende prikkels aan elkaar en wordt er gebruik gemaakt van oude kaders om een goed oordeel te kunnen vormen. Vervolgens bepalen de hersenen of er een reactie volgt en wat die reactie dan is.
Receptoren zijn groepen gespecialiseerde cellen. Ze detecteren een verandering in de omgevingsstimulus. In het zenuwstelsel leidt dit tot een elektrische impuls die wordt gemaakt als reactie op de stimulus . Zintuigen bevatten groepen receptoren die reageren op specifieke stimuli.
Een inwendige prikkel wordt door je lichaam gestuurd om het interne milieu in balans te houden, zoals honger en plasdrang. Een uitwendige prikkel komt vanuit de omgeving en wordt door zintuigen waargenomen, zoals temperatuur en geluid. Prikkels kunnen sterk of zwak zijn. Denk bijvoorbeeld aan de sterke geur van mest.
Gezonde hersenen laten alleen prikkels door die op dat moment belangrijk zijn. De rest van de prikkels wordt genegeerd en later verwerkt. Dat gebeurt onbewust. Door overprikkeling (veel te veel prikkels) kunnen de hersenen minder goed werken en daardoor ook minder goed alle prikkels verwerken.
Het lichaam kan op veel manieren reageren op externe stimuli, waaronder zweten, rillen, kippenvel, slaperigheid, wakker voelen of een vecht- of vluchtreactie. Het lichaam kan op interne stimuli reageren door te braken, u hongerig of dorstig te maken en uw temperatuur te verhogen , naast andere manieren.
Het zenuwstelsel vangt dus prikkels uit de omgeving en interne milieu op, zet die om in een impuls die naar de hersenen gestuurd wordt, waarop een reactie plaatsvindt in spieren of klieren.
Dieren reageren op een stimulus om zichzelf in gunstige omstandigheden te houden .
Dieren kunnen net als wij huilen, maar dan zonder tranen.
Dieren kunnen zich inleven in de gevoelens van een soortgenoot. Apen vlooien een ander bijvoorbeeld als die net een gevecht verloren heeft. Empathie komt ook voor bij onder meer muizen, varkens, eksters, kippen en olifanten.
Waarom detecteren mensen stimuli? Detectie van stimuli is belangrijk voor adaptatie, of aanpassing aan veranderingen in de omgeving . Het menselijk lichaam is uitgerust met responsmechanismen die ons in staat stellen ons aan te passen aan veranderingen in de omgeving om te overleven.
Een prikkel is iets wat je zintuigen kunnen waarnemen, zoals licht of aanraking, de zintuigen zetten dit om in een impuls. Dit is een elektrisch signaal dat over je zenuwen naar het centrale zenuwstelsel wordt gestuurd.
stimulus zelfst.
De ratten leerden te reageren op een bepaalde prikkel. The rats learned to react to a certain stimulus.
Een stimulus is een omgevingssignaal van de interne of externe omgeving. De stimulus wordt gedetecteerd door receptoren, die een signaal doorgeven aan de hersenen of de wervelkolom via sensorische neuronen. De hersenen en de wervelkolom vormen het CZS en coördineren de reactie van het lichaam op de stimulus .
Je zintuigen sturen die prikkels die ze opvangen via zenuwbanen naar je hersenen. Je hersenen 'vertellen' je vervolgens wat voor prikkel het is en hoe je erop moet reageren. Dat gebeurt via hersenprikkels zoals gedachten, emoties en taal die je ervaart als je zintuig-prikkels verwerkt.
De raadsman moet ook op zoek gaan naar bewijs dat de cliënt reageert op interne stimuli, zoals ongepast glimlachen, knikken en giechelen . Een expert is geïnteresseerd in alle meldingen of vermoedens van hallucinaties en wil weten hoe ze zijn, wanneer ze optreden en hoe lang ze al worden ervaren.
De precieze oorzaak van overprikkeling is onbekend. Wel zijn er ideeën over de mogelijke oorzaken: Eén van de oorzaken heeft te maken met hoe de hersenen informatie van de zintuigen verwerken. De drempelwaarde om een geluid waar te nemen is veranderd waardoor je het geluid harder hoort dan het eigenlijk is.
Carbamazepine kalmeert overprikkelde zenuwen in de hersenen. Vermindert verder dorst en hoeveel u moet plassen. Bij epilepsie, zenuwpijn, manie (bipolaire stoornis) en ontwenningsverschijnselen bij alcoholverslaving.
Mensen reageren verschillend op prikkels als geluid, licht, temperatuur, drukte en geur. Sommige mensen zijn er minder gevoelig voor, terwijl anderen er juist heel gevoelig voor zijn. Als iemand overprikkeld is, voelt diegene zich meestal emotioneler, gestresst, onrustig en vermoeid.
Sensorische informatieverwerking wordt ook wel prikkelverwerking genoemd. Bij sensorische informatieverwerking worden prikkels die je via je lichaam binnen krijgt verwerkt in je hersenen. Deze prikkels komen binnen via je zintuigen. Prikkels van buiten je lichaam komen binnen via geur, smaak, tast, je ogen en oren.