Een scriptie die veel spreektaal bevat, kan worden afgekeurd door begeleiders. Probeer daarom te voorkomen dat je: Vulwoorden en dubbelingen gebruikt (zoals “tevens ook”) Vaag taalgebruik gebruikt (“men zegt dat” – wie is men?)
Niet alleen de woorden 'ik' en 'wij' kun je beter vermijden in een scriptie of essay, maar hetzelfde geldt voor de persoonlijk voornaamwoorden 'je', 'jij' en 'u'. Het is namelijk meestal niet de bedoeling dat je je lezer aanspreekt in een formele tekst.
Een academische vraag (Theoretisch belang, niet zozeer een praktisch nut.) Een dwaze kan meer vragen stellen dan een wijze kan beantwoorden. (Er zijn altijd vragen waar niemand een antwoord op weet.)
Welk eindcijfer wil je hebben? Het is belangrijk om voor jezelf te besluiten welk cijfer je graag voor je scriptie wilt halen. Je kunt je voorstellen dat de inhoud van een scriptie erg verschilt wanneer deze een 9 of een 6 krijgt. Voor een 9 zal er een uitgebreider onderzoek verwacht worden dan voor een 6.
Een subjectief betekeniselement hebben eigenschapswoorden als mooi, nuttig, aardig, deftig, interessant en vervelend en uiteraard alle zogenaamde oordeelswoorden .
Corpus De opdracht bij het schrijven van een juridische verhandeling is doorgaans het oplossen van een of andere, vaak meerdere uit elkaar voortvloeiende of samen- hangende rechtsvragen. Die rechtsvragen moeten dus worden geformuleerd, ontleed en beantwoord. Het onderwerp wordt in al zijn elementen "uit-een-gezet".
Wij is in het Nederlands het persoonlijk voornaamwoord voor de eerste persoon meervoud in de onderwerpsvorm. De onbenadrukte (gereduceerde) vorm is we. De tegenhanger van deze twee vormen in de voorwerpsvorm is ons.
Bij het schrijven van een verhaal moet je kiezen vanuit welke persoon je jouw verhaal schrijft. Dit kan vanuit de eerste persoon (ik-vorm), de tweede persoon (jij-vorm), de derde persoon (hij/zij), meervoud (wij/zij) of een combinatie van verschillende personen. Meestal worden de eerste of derde persoon gebruikt.
Wanneer je je bewust bent van het effect van datgene wat je zegt en je dat effect kunt sturen, dat lijkt me professioneel taalgebruik. Daar heb je geen dure woorden voor nodig, wel een hoop ervaring en aandacht.
Formele woorden hebben een stijf, plechtig karakter. Zulke woorden komen vooral in geschreven taal voor. Ze worden ook wel ambtelijke woorden of stadhuiswoorden genoemd. Veel mensen gebruiken formele woorden omdat ze denken dat het op papier of in een officiële context allemaal een beetje meer of anders moet zijn.
aldus bijwoord Uitspraak: [ɑlˈdʏs] 1) op deze manier Voorbeeld: `Hij wenste per schip te reizen en aldus gebeurde het. `Synoniem: zo 2) als gezegd door Voorbeeld: `We moeten meer bezuinigen, aldus de minister.
In de samenvatting staan alleen zaken die ook in het onderzoek zelf staan. Je voegt dus niets toe. Houd je samenvatting beknopt. Beperk je tot de hoofdzaken en ga niet te veel in op details; die staan immers in het document zelf.
Een hbo-scriptie is gemiddeld 15.000 woorden lang, een bachelorscriptie heeft tussen de 7.000 en 12.000 woorden en een masterscriptie is meestal tussen de 12.000 en 20.000 woorden lang. Je moet nagaan wat de eisen zijn van je opleiding om exact te weten hoeveel woorden je moet schrijven.
Een 5,5 voor een tentamen, niet gewenst als je cum laude wilt slagen maar wel voldoende om je studiepunten te behalen!
Voor scripties en overige academische teksten geldt veelal dat de ik-, jij- en wij-vorm als te informeel gezien worden.
Open vragen beginnen met: wie, wat, wanneer, waar, en ook hoe, hoe vaak, etc. Open vragen nodigen uit om je verhaal te vertellen en leveren veel informatie op. Gesloten vragen zijn 'ja'-/ 'nee'-vragen of meerkeuze vragen.
Een goede vraag is een open vraag. De vraag is niet goed als het antwoord simpelweg 'ja' of 'nee' is. Een goede vraag is duidelijk geformuleerd. De vraag is niet goed als een ander er vragen bij moet stellen ter verduidelijking.
Suggestieve vragen
Een suggestieve vraag stuurt bewust naar de antwoordmogelijkheden 'ja' of 'nee'. Gebruik daarom zo weinig mogelijk suggestieve vragen. Soms kunnen ze nuttig zijn, bijvoorbeeld als je de ander wilt overhalen of als je een bevestiging wilt van wat je hebt afgesproken.